Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
VONNIS IN DE STRAFZAAK VAN:
[verdachte],
ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
TENLASTELEGGING
VOORVRAGEN
Inleiding
Het standpunt van het openbaar ministerie
Het standpunt van de verdediging
Het oordeel van de rechtbank
aanmerkelijkonvoorzichtig, onoplettend en onachtzaam heeft gereden en dat het ontstane verkeersongeval aan de schuld van verdachte, als bedoeld in artikel 6 WVW 1994 is te wijten. De rechtbank betrekt in haar oordeel, dat van verdachte als bestuurder van een zwaar voertuig, een bedrijfsauto met aanhanger, juist extra zorgvuldigheid in het verkeer verwacht had mogen worden. De rechtbank is echter anders dan de officier van justitie van oordeel dat voormelde omstandigheden in onderlinge samenhang bezien nog niet met zich mee brengen dat sprake is geweest van
zeeronvoorzichtig, onoplettend en onachtzaam rijgedrag.
BEWEZENVERKLARING
STRAFBAARHEID VAN HET FEIT
terwijl het een ongeval betreft waardoor een ander lichamelijk letsel wordt toegebracht,
STRAFBAARHEID van de VERDACHTE
MOTIVERING VAN STRAF OF MAATREGEL
Het standpunt van het openbaar ministerie
Het standpunt van de verdediging
Het oordeel van de rechtbank
Beslissing
werkstrafvan
40 uren.
3 maanden, die niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders zal gelasten, omdat de verdachte zich vóór het einde van een proeftijd van twee jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.