ECLI:NL:RBOVE:2014:274
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.H. van Rhijn
- Rechtspraak.nl
Ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens vertrouwensbreuk en onvoldoende onderbouwing van disfunctioneren
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Overijssel op 22 januari 2014 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen de besloten vennootschap SW B.V. en de werknemer [verweerder]. Het verzoek is ingediend door SW op grond van artikel 7:685 van het Burgerlijk Wetboek, waarbij SW stelt dat er sprake is van gewichtige redenen voor ontbinding, met name een vertrouwensbreuk en onvoldoende functioneren van [verweerder].
De procedure begon met de indiening van het verzoekschrift op 6 december 2013, gevolgd door een verweerschrift van [verweerder] op 8 januari 2014. De mondelinge behandeling vond plaats op 10 januari 2014, waarbij beide partijen vertegenwoordigd waren door hun gemachtigden. SW voerde aan dat [verweerder] zich niet hield aan de ziekmeldingsregels en dat zijn functioneren niet voldeed aan de verwachtingen. [verweerder] daarentegen betwistte deze claims en verwees naar zijn eerdere ziekmeldingen en het ontbreken van negatieve beoordelingen gedurende zijn dienstverband.
De kantonrechter oordeelde dat het verzoek van SW niet voldoende onderbouwd was. Hoewel er een vertrouwensbreuk was vastgesteld, was het niet duidelijk in hoeverre deze breuk aan [verweerder] te wijten was. De kantonrechter concludeerde dat de redenen voor ontbinding onvoldoende waren om de arbeidsovereenkomst te beëindigen, maar erkende dat er veranderingen in de omstandigheden waren die ontbinding rechtvaardigden. De ontbinding werd vastgesteld met ingang van 1 maart 2014, en [verweerder] werd een vergoeding van € 7.500,00 bruto toegekend. Tevens werd SW de gelegenheid geboden om haar verzoek in te trekken tot uiterlijk 18 februari 2014, met de waarschuwing dat zij in dat geval de proceskosten zou moeten vergoeden.
De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige onderbouwing van claims van disfunctioneren en de noodzaak voor werkgevers om duidelijke richtlijnen te hanteren bij ziekmeldingen. De kantonrechter heeft de proceskosten gecompenseerd, wat betekent dat elke partij zijn eigen kosten draagt, tenzij SW haar verzoek intrekt, in welk geval zij de kosten van [verweerder] moet vergoeden.