Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
VONNIS IN DE STRAFZAAK VAN:
[verdachte]
wonende te [adres].
Rechtbank Overijssel
Op 15 mei 2014 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van een gewapende overval op een supermarkt in Zwolle op 6 december 2013. De verdachte werd ervan beschuldigd met een vuurwapen, of een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, de medewerkers van de supermarkt te hebben bedreigd en geld te hebben geëist. Tijdens de terechtzitting op 1 mei 2014 was de verdachte aanwezig, bijgestaan door zijn advocaat, mr. T.H.I.M. Pierik, terwijl de officier van justitie, mr. G.T. Brouwer, de aanklacht vertegenwoordigde.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om de zaak te behandelen. De officier van justitie concludeerde dat er voldoende bewijsmateriaal was om de verdachte te veroordelen, maar had twijfels over de identiteit van de dader. De verdediging stelde dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was om tot een veroordeling te komen.
Na beoordeling van het dossier, inclusief camerabeelden van de overval, oordeelde de rechtbank dat de aanwijzingen in het dossier niet leidden tot ondubbelzinnig wettig en overtuigend bewijs dat de verdachte de overval had gepleegd. De rechtbank kon niet uitsluiten dat een ander de overval had gepleegd. Daarom sprak de rechtbank de verdachte vrij van het ten laste gelegde feit, in overeenstemming met de standpunten van zowel de officier van justitie als de raadsman.