ECLI:NL:RBOVE:2014:2282

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
29 april 2014
Publicatiedatum
29 april 2014
Zaaknummer
08/910020-13
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een jongeman voor valse bommelding en bedreiging bij ROC de Sumpel in Almelo

Op 29 april 2014 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in de zaak tegen een 19-jarige man die werd beschuldigd van het doen van een valse bommelding en bedreiging van leraren en leerlingen van het ROC de Sumpel in Almelo. De verdachte had op 2 juni 2013 per e-mail dreigende berichten verstuurd waarin hij aankondigde dat de school zou worden opgeblazen en dat hij van plan was om zoveel mogelijk leraren en leerlingen te doden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte de e-mails heeft verzonden vanuit zijn eigen computer, ondanks zijn bewering dat een bekende de berichten had verstuurd met behulp van software om zijn computer over te nemen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte wettig en overtuigend schuldig was aan de tenlastegelegde feiten, waaronder het versturen van de valse bommelding en de bedreigingen. De rechtbank legde een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden op, evenals een onvoorwaardelijke werkstraf van 240 uur, wat overeenkwam met de eis van de officier van justitie. De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten en de impact die deze hadden op de veiligheid en de bedrijfsvoering van de school. De verdachte werd ook veroordeeld voor het voorhanden hebben van een balletjespistool, dat als een wapen werd beschouwd. De rechtbank heeft de inbeslaggenomen voorwerpen onttrokken aan het verkeer.

Uitspraak

Rechtbank Overijssel

Afdeling Strafrecht
Zittingsplaats Almelo
Parketnummer: 08/910020-13
Datum vonnis: 29 april 2014
Vonnis (promis) op tegenspraak van de rechtbank Overijssel, meervoudige kamer voor strafzaken, rechtdoende in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedag] 1995 in [geboorteplaats],
wonende in [woonplaats], aan de [adres].

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 15 april 2014. De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. Y. Oosterhof en van hetgeen door de verdachte en diens raadsman mr. B.J. van Beek, advocaat te Enschede, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1:per e-mail valse bommeldingen heeft verstuurd naar medewerkers van een school;
feit 2:leerkrachten en leerlingen van een school heeft bedreigd door het sturen van
e-mailberichten met de tekst dat hij de school in zou gaan en zoveel mogelijk leraren en leerlingen zou doden;
feit 3:een balletjespistool voorhanden heeft gehad.
Voluit luidt de tenlastelegging aan de verdachte, dat:
1.
hij in of omstreeks de nacht van 2 op 3 juni 2013 in de gemeente Almelo
tezamen en in vereniging met een ander en/althans alleen
(meermalen) gegevens heeft doorgegeven, te weten (een) (e-mail)bericht(en)
heeft gestuurd/verzonden naar een medewerker(s) van het ROC "de Sumpel" met de
navolgende tekst:
"Morgen (Maandag 3 juni) 09.10 uur precies blaas ik ROC de Sumpel op. Er zijn
2 bommen geplaatst rondom het ROC, waar ze liggen ga ik niet zeggen. De reden
hiervan is dat ik een hekel aan aan het hele scholengemeenschap ROC heb!
Stelletje teringlijers",
met het oogmerk (een) ander(en) ten onrechte te doen geloven dat op een al dan
niet voor het publiek toegankelijke plaats, te weten in/nabij de ROC school
"De Sumpel", (een) voorwerp(en), te weten twee, althans een, bom(men) aanwezig
was/waren, waardoor (telkens) een ontploffing kon worden teweeggebracht;
2.
hij op een of meer tijdstip(pen) op of omstreeks 3 juni 2013 in de gemeente
Almelo,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen en/althans alleen,
(telkens) een of meer leerkracht(en) en/of leerling(en) en/althans (een)
medewerker(s) van de ROC school "De Sumpel" heeft bedreigd met enig misdrijf
tegen het leven gericht en/althans met zware mishandeling en/althans met enig
misdrijf waardoor gevaar voor de algemene veiligheid van personen en/of
goederen kon ontstaan,
immers heeft/hebben verdachte en/of (een of meer van) zijn mededader(s) toen
daar (telkens) opzettelijk dreigend (een) (e-mail)bericht(en) naar een of meer
leerkracht(en)/medewerker(s) van die school De Sumpel gezonden/gestuurd
(telkens) met de tekst: "Aangezien jullie er toch niet meer intrappen met die
bommen ga ik morgen de school in en dood zoveel mogelijk leraren en
leerlingen. Hoelaat ga ik niet zeggen, zien jullie vanzelf wel" en/althans
woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking;
3.
hij op of omstreeks 4 juni 2013 in de gemeente Almelo
een wapen van categorie I onder 7°, te weten een (zogenaamd) balletjes
pistool, zijnde (een) voorwerp(en) dat voor wat betreft zijn vorm en
afmetingen een sprekende gelijkenis vertoonde(n) met een vuurwapen, te weten
een pistool van het merk Auto-Ordnance, Thompson WW2, voorhanden heeft gehad;
De in deze tenlastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voor zover
daaraan in de Wet wapens en munitie betekenis is gegeven, geacht in dezelfde
betekenis te zijn gebezigd;

3.De vordering van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor de feiten 1, 2, en 3 wordt veroordeeld tot een werkstraf van 240 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden. Het inbeslaggenomen balletjespistool dient volgens de officier van justitie aan het verkeer te worden onttrokken.

4.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

5.De beoordeling van het bewijs

Deze paragraaf bevat het oordeel van de rechtbank over de vraag of de tenlastegelegde feiten bewezenverklaard kunnen worden of dat daarvan moet worden vrijgesproken. In het geval de rechtbank tot een bewezenverklaring komt, steunt de beslissing dat verdachte de feiten heeft begaan op de inhoud van bewijsmiddelen die als bijlage aan het vonnis zijn gehecht en daarvan op die wijze deel uitmaken. Deze bewijsmiddelen bevatten dan de redengevende feiten en omstandigheden op grond waarvan de rechtbank de overtuiging heeft gekregen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan.
5.1
De standpunten van de officier van justitie en de verdediging
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden. Volgens de officier van justitie is het verdachte geweest die de e-mailberichten heeft verstuurd en is daar niemand anders bij betrokken geweest. Dat door iemand anders vanaf verdachtes computer de e-mailberichten zijn verstuurd is volgens de officier van justitie uit het verrichte onderzoek niet gebleken.
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat het niet verdachte maar een ander, namelijk [betrokkene], is geweest die de e-mailberichten heeft verstuurd. Verdachte heeft op 2 juni 2013 toegestaan dat [betrokkene] middels het software programma ‘TeamViewer’ de computer van verdachte kon besturen. Volgens verdachte is het [betrokkene] geweest die op 2 juni 2013 de e-mailberichten heeft verstuurd. Verdachte ontkent elke betrokkenheid bij het versturen van de e-mailberichten op 3 juni 2013. Dat ook op deze dag e-mailberichten zijn verstuurd heeft verdachte pas gehoord na zijn arrestatie. Wat betreft het bij verdachte aangetroffen vuurwapen heeft verdachte aangevoerd dat het een zogenaamd balletjespistool betrof dat hij tijdens een schoolreis in Frankrijk heeft gekocht en dat hij niet wist dat dit in Nederland een verboden wapen was.
5.2
De bewijsoverwegingen van de rechtbank
Op 2 juni 2013 omstreeks 23.32 uur hebben drie docenten van het ROC van Almelo, locatie de Sumpel, een e-mailbericht ontvangen waarin -kort weergeven- de tekst is opgenomen dat op maandag 3 juni 2013 het ROC de Sumpel zou worden opgeblazen en dat er twee bommen waren geplaatst. De e-mailberichten zijn verstuurd vanaf een IP-adres toebehorende aan een bedrijf uit Rotterdam, [hostingbedrijf] BV, dat serverruimte verhuurt, via de website emkei.cz met als afzender het niet bestaande e-mailadres [emailadres]. Op 3 juni 2013, om 15.38 uur, om 15.39 uur en om 17.35 uur, zijn opnieuw e-mailberichten verstuurd vanaf dezelfde website en door dezelfde afzender: [emailadres]. Uit onderzoek is gebleken dat deze e-mails verstuurd zijn vanuit twee anonieme proxyservers, waardoor niet te achterhalen is vanaf welk adres deze e-mails verstuurd zijn.
Vanaf verdachtes computer is op 2 juni 2013 om 23.26 uur contact gemaakt met de server van [hostingbedrijf] BV en om 23.32 uur zijn vanaf deze server, via emkei.cz, e-mailberichten naar medewerkers van de Sumpel gestuurd. Uit onderzoek naar de website www.ict-almelo.nl is gebleken dat deze contactpagina van de school zeven minuten voor het verzenden van de eerste e-mailberichten is bezocht vanaf het IP-adres dat was afgegeven aan de provider Ziggo voor het adres waar verdachte woonachtig is. Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij op zondagavond 2 juni 2013 de contactpagina van de website van de school heeft bezocht. Verder heeft verdachte niet ontkend dat de e-mailberichten op 2 juni 2013 vanaf zijn computer verstuurd zijn, maar heeft hij aangevoerd dat een bekende van hem, [betrokkene], op het bewuste tijdstip op 2 juni 2013, met zijn toestemming met het software programma ‘TeamViewer’ de besturing van zijn computer had overgenomen en dat [betrokkene] de e-mailberichten heeft geschreven en verstuurd. De rechtbank acht deze verklaring van verdachte niet geloofwaardig nu verdachte eerst ter terechtzitting met deze verklaring is gekomen. Bij zijn verhoren bij de politie heeft verdachte verklaard dat [betrokkene] met de VPN van verdachte de dreigmails had verstuurd. De rechtbank heeft in dit verband ook meegewogen dat verdachte ter zitting heeft verklaard dat hij degene is geweest die contact heeft gezocht met de server van [hostingbedrijf] BV. De rechtbank is van oordeel dat ook de op 3 juni 2013 om 17.35 uur verzonden e-mailberichten door verdachte verzonden zijn nu ook in die gevallen het hierboven genoemde niet bestaande e-mailadres als afzender is gebruikt en de e-mailberichten wederom zijn verzonden via de website emkei.cz. Verder blijkt uit het Skypegesprek dat tussen verdachte en [betrokkene] op de middag van 3 juni 2013 heeft plaatsgevonden dat verdachte wist dat het om een bommelding ging. Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1 en 2 tenlastegelegde heeft begaan.
De rechtbank is tot slot van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte een vuurwapen voorhanden heeft gehad.
5.4
De conclusie
De rechtbank is door de inhoud van de wettige bewijsmiddelen tot de overtuiging gekomen, dat de verdachte het onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
hij in de nacht van 2 op 3 juni 2013 in de gemeente Almelo e-mailberichten heeft gestuurd naar medewerkers van het ROC "de Sumpel" met de navolgende tekst:
"Morgen (Maandag 3 juni) 09.10 uur precies blaas ik ROC de Sumpel op. Er zijn
2 bommen geplaatst rondom het ROC, waar ze liggen ga ik niet zeggen. De reden
hiervan is dat ik een hekel aan aan het hele scholengemeenschap ROC heb!
Stelletje teringlijers", met het oogmerk anderen ten onrechte te doen geloven dat op een al dan niet voor het publiek toegankelijke plaats, te weten nabij de ROC school
"De Sumpel", twee bommen aanwezig waren, waardoor telkens een ontploffing kon worden teweeggebracht;
2.
hij op 3 juni 2013 in de gemeente Almelo, leerkrachten en
medewerkers van de ROC school "De Sumpel" heeft bedreigd met enig misdrijf
tegen het leven gericht, immers heeft verdachte toen daar opzettelijk dreigend
e-mailberichten naar leerkrachten van die school De Sumpel gestuurd
telkens met de tekst: "Aangezien jullie er toch niet meer intrappen met die
bommen ga ik morgen de school in en dood zoveel mogelijk leraren en
leerlingen. Hoelaat ga ik niet zeggen, zien jullie vanzelf wel";
3.
hij op 4 juni 2013 in de gemeente Almelo een wapen van categorie I onder 7°, te weten een zogenaamd balletjes pistool, zijnde een voorwerp dat voor wat betreft zijn vorm en
afmetingen een sprekende gelijkenis vertoonde met een vuurwapen, te weten
een pistool van het merk Auto-Ordnance, Thompson WW2, voorhanden heeft gehad;
De rechtbank heeft de eventueel in de tenlastelegging voorkomende schrijffouten verbeterd in de bewezenverklaring. Verdachte wordt hierdoor niet in zijn verdediging geschaad.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan de verdachte onder 1, 2 en 3 meer of anders is tenlastegelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.

6.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld bij de artikelen 142a, 285 Sr en artikel 55 Wet wapen en munitie. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1
het misdrijf: gegevens doorgeven met het oogmerk een ander ten onrechte te doen geloven dat op een al dan niet voor het publiek toegankelijk plaats een voorwerp aanwezig is waardoor een ontploffing kan worden teweeggebracht, meermalen gepleegd;
feit 2
het misdrijf: bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, meermalen gepleegd;
feit 3
het misdrijf: handelen in strijd met artikel 13, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.

7.De strafbaarheid van de verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

8.De op te leggen straf of maatregel

8.1
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van de verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. Ook neemt de rechtbank de volgende factoren in aanmerking.
Verdachte heeft meerdere e-mailberichten naar leerkrachten van een van het ROC te Almelo gestuurd met de dreigende tekst dat er bommen nabij de school geplaats waren en dat hij de school in zou gaan en zoveel mogelijk leerkrachten en leerlingen zou doden. Dit heeft een grote invloed gehad op het gevoel van veiligheid bij de leerlingen en leerkrachten. Verder heeft dit een grote impact gehad op de bedrijfsvoering van de school. Zo is de school ontruimd moeten worden. De rechtbank rekent het verdachte aan dat hij na het versturen van de eerste e-mailberichten niet tot inzicht is gekomen en opnieuw e-mailberichten heeft verstuurd terwijl hij met eigen ogen heeft gezien wat de gevolgen van de eerste
e-mailberichten waren geweest. Tevens heeft verdachte een op een vuurwapen gelijkend voorwerp voorhanden gehad. Bij de bepaling van de aan verdachte op te leggen straf heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in vergelijkbare gevallen zijn opgelegd. Daarnaast heeft de rechtbank acht geslagen op het over verdachte uitgebrachte reclasseringsrapport waaruit blijkt dat verdachte gediagnosticeerd is met ADHD en PDD-NOS en hierdoor beperkt wordt. Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat een werkstraf van na te noemen duur een passende straf is. De rechtbank ziet aanleiding, daarnaast een voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen, teneinde aan verdachte een duidelijke waarschuwing mee te geven.
8.2
De inbeslaggenomen voorwerpen
De rechtbank is van oordeel dat het inbeslaggenomen vuurwapen vatbaar is voor onttrekking aan het verkeer, aangezien met betrekking tot deze voorwerpen het onder feit 3 bewezenverklaarde is begaan.

9.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 36b, 36c en 91 Sr en artikel 13 Wet wapens en munitie.

10.De beslissing

De rechtbank:
strafbaarheid
  • verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
  • verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 3 handelen in strijd met artikel 13, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 1, 2 en 3 bewezenverklaarde;
straf
  • veroordeelt verdachte tot een
  • bepaalt dat gevangenisstraf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast:
  • veroordeelt verdachte tot een
  • beveelt, voor het geval dat de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, dat
  • beveelt dat de tijd die de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in
verzekering heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de taakstraf in mindering wordt gebracht, waarbij als maatstaf geldt dat voor de eerste 60 in verzekering of voorlopige hechtenis doorgebrachte dagen, twee uren en voor de resterende dagen één uur per dag aftrek plaatsvindt;
de inbeslaggenomen voorwerpen
- verklaart onttrokken aan het verkeer het in beslag genomen vuurwapen, merk Auto-Ordnance Thompson WW2;
Dit vonnis is gewezen door mr. S.K. Huisman, voorzitter, mr. G.J. Stoové en mr. M.H. van der Lecq, rechters, in tegenwoordigheid van J.G.M. Wolbers, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 29 april 2014.
Buiten staat
Mr. Stoové is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage bewijsmiddelen
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit bladzijden uit het dossier van de regiopolitie Twente met nummer 2013054204. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
1.
Het proces-verbaal van de terechtzitting d.d. 15 april 2014, zakelijk weergegeven, inhoudende als verklaring van de verdachte:
Ik heb in het verleden wel eens contact gemaakt met de website emkei.cz. Ook heb ik op zondagavond 2 juni 2013 contact gehad met de contactpagina van de website van de school en heb ik op 2 juni 2013 ’s avonds contact gemaakt met de server van [hostingbedrijf] bv.
2.
Het proces-verbaal van aangifte van [aangever], d.d. 5 juni 2013, zakelijk weergegeven, inhoudende als verklaring van aangever (blz. 8 en 9):
Op maandag 3 juni 2013 's morgens hoorde ik dat [medewerker ROC 1], coördinator
beroepspraktijkvorming team ICT afdeling van de school, dat hij een e-mail had
ontvangen. Deze melding kwam op 2 juni 2013 om 23.32 op zijn e-mail binnen.
In deze mail stond dat er bommen geplaatst waren in de nabijheid van de school en
dat om 09.10 uur de school zou worden opgeblazen.
In de middag omstreeks 15.40 uur kwam er een nieuwe mail binnen op de school.
De inhoud van deze mail had dezelfde strekking, weer een bommelding.
Vervolgens kwam er rond 18.00 uur een derde mail binnen.
Deze was weer gericht aan dezelfde twee collega's die verbonden zijn aan onze school.
In deze mail werd er gedreigd om de volgende dag zoveel mogelijk leraren en
leerlingen te doden op de school. Alle drie mails waren verstuurd naar twee collega's van hetzelfde team ICT, te weten [medewerker ROC 2] en [medewerker ROC 1].
3.
Geschriften zijnde e-mailberichten afkomstig van [emailadres] gericht aan [medewerker ROC 2], [medewerker ROC 1] en [medewerker ROC 3], d.d. 2 juni 2013, 23.32 en 23.33 uur, zakelijk weergeven, inhoudende (blz. 16, 17 en 18):
Morgen (Maandag 3 juni) om 9:10 uur precies blaas ik ROC de Sumpel op.
Er zijn 2 bommen geplaatst rondom het ROC, waar ze liggen ga ik niet zeggen
De reden hiervan is dat ik een hekel aan aan het hele scholengemeenschap ROC heb!
Stelletje teringlijers.
4.
Geschriften zijnde e-mailberichten afkomstig van [emailadres] gericht aan [medewerker ROC 2] en [medewerker ROC 1], d.d. 3 juni 2013, 17.36 en 17.36 uur, zakelijk weergeven, inhoudende (blz. 21 en 22):
Aangezien jullie er toch niet meer intrappen met die bommen ga ik morgen de school in en
dood zoveel mogelijk leraren en leerlingen. Hoelaat ga ik niet zeggen, zien jullie vanzelf
wel.
5.
Het proces-verbaal van onderzoek e-mailbericht d.d. 5 juni 2013, zakelijk weergegeven, inhoudende als verklaring van de verbalisant (blz. 10):
Op maandag 03 juni 2013 stelde ik op verzoek van [politiefunctionaris 1], werkzaam als projectleider B opsporing bij de Politie Oost-Nederland, een onderzoek in aan een e-mail bericht met als afzender
[emailadres] .lk zag dat het e-mail bericht was verzonden door
[emailadres] .lk zag dat het e-mail bericht was verzonden op
zondag 2 juni 2013te
23:32uur. lk zag dat het e-mail bericht was verzonden aan
[emailadres medewerker 1].
lk zag in de e-mail header gegevens dat het voornoemde e-mail bericht afkomstig was van domein
emkei.czmet ip adres
[IP adres 1].Vervolgens heb ik in een webbrowser de website emkei.cz bezocht. lk zag dat via deze website kennelijk de mogelijkheid werd geboden om e-mail berichten te versturen.
Op maandag 03 juni 2013 omstreeks 21:30 uur heb ik van [medewerker ROC 4], werkzaam als hoofd ICT bij het ROC van Twente, een overzicht ontvangen van de e-mail berichten welke waren verzonden door [emailadres]zoals in onderstaand overzicht weergegeven.
Ik zag dat volgens de verstrekte lijst de diverse e-mailberichten gestuurd waren naar de volgende email-adressen.
[emailadres medewerker 2]
[emailadres medewerker 1]
[emailadres medewerker 3]
lk zag dat op de website
www.ict-almelo.nl eenmogelijkheid was om contactinformatie op te vragen middels de optie "contact". lk zag dat de webpagina met contactgegevens was genaamd
"contact.htm".lk zag dat op deze webpagina onder meer de namen
[medewerker ROC 3], [medewerker ROC 1]en
[medewerker ROC 2]voorkwamen. Tevens zag ik dat onder meer het e-mail adres
[emailadres medewerker 2] voorkwam
Vervolgens heb ik [medewerker ROC 4] verzocht om de accesslog gegevens te verstrekken met betrekking tot de website
www.ict-almelo.rdom zodoende te kunnen bepalen vanaf welke IP-adressen de webpagina
"contact.htm"bezocht zijn. lk heb hierover nader contact gehad met [naam] van het bedrijf Novuss Telecom en ICT te Neede. [naam] heeft mij de accesslog gegevens van de website
www.ict-almelo.n1verstrekt van het tijdsbestek
01 juni 2013t/m
03 juni 2013.Vervolgens heb ik deze loggevens onderzocht waarop ik zag dat op
02 juni 2013te
23:25:54uur de webpagina
"contact.htm"was bezocht. lk zag dat deze webpagina op
02 juni 2013één keer was bezocht. lk zag dat de pagina bezocht was vanaf aansluiting met naam
[aansluiting] .lk zag dat het bijbehorende IP-adres
[IP adres 2]was.
6.
Een geschrift zijnde een OSINT informatie afdrukrapport d.d. 27 juni 2012, zakelijk weergegeven inhoudende als verklaring van [politiefunctionaris 2], internetrechercheur (blz. 28 en 29):
Via Emkei.cz hebben wij een logbestand binnen gekregen van de IP adressen waarmee
de emails met afzender [emailadres] verstuurd zouden zijn.
Nadat ik de WHOIS van het IP adres [IP adres 3] had nagetrokken bleek deze te horen
bij een server die eigendom is van een bedrijf genaamd [hostingbedrijf].net, gevestigd te Rotterdam.
7.
Een geschrift zijnde een uitdraai skypegesprekken [betrokkene] & [verdachte], zakelijk weergegeven, inhoudende (blz. 50):
2874 3-6-2013 [verdachte] jammer dat het geen echte bom was
2875 3-6-2013 [betrokkene] politie in twente is nooit zo ver
2876 3-6-2013 [betrokkene] en nederland sws niet
2878 3-6-2013 [betrokkene] tor = not traceble
2879 3-6-2013 [verdachte] vpn ook niet
2880 3-6-2013 [betrokkene] meestal niet
2881 3-6-2013 [verdachte] vpn = fake mail
8.
Een geschrift zijnde een uitdraai skypegesprekken [betrokkene] & [verdachte], zakelijk weergegeven, inhoudende (blz. 53):
2903 3-6-2013 15:39:28 [verdachte] straks ineens BAM
9.
Het proces-verbaal verhoor van de verdachte d.d. 4 juni 2013, zakelijk weergegeven, inhoudende als verklaring van de verdachte (blz. 100):
Ik heb in Frankrijk, tijdens een schoolreis, een balletjespistool gekocht. Ik weet wel dat mijn balletjespistool niet van echt te onderscheiden was.
10.
Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 29 juni 2013, zakelijk weergegeven (blz. 140):
Op dinsdag 4 juni 2013, omstreeks 04:05 uur werd binnengetreden in de woning van [verdachte], [geboortedag]1995, ter aanhouding en inbeslagneming. Nadat verdachte [verdachte], in de slaapkamer van de woning, was aangehouden werden in die ruimte meerdere goederen in beslag genomen. In beslag genomen werden:
(…)
een namaak vuurwapen (balletjespistool).
11.
Het proces-verbaal expertise nabootsing pistool d.d. 7 juni 2013, zakelijk weergegeven, inhoudende als verklaring van de verbalisant (blz. 76 en 77):
Op vrijdag 7 juni 2013 ontving ik namens [politiefunctionaris 3], werkzaam bij de Politie Oost Nederland, District Twente, Unit Regionale Tactische Recherche, een op een vuistvuurwapen gelijkend voorwerp, aangetroffen en in beslag genomen onder de verdachte:
Achternaam : [achternaam verdachte]
Voornamen : [voornaam verdachte]
Geboren : [geboortedag] 1995
Geboorteplaats : [geboorteplaats] in Nederland
NADER ONDERZOEK NAMAAKVUURWAPEN;(Sinnummer AAFH8491NL)
Het in beslaggenomen voorwerp is een zogenaamd balletjespistool, ook wel soft air-gun genoemd. Het is een nabootsing van een pistool dat voor wat betreft vorm, afmetingen en kleur een sprekende gelijkenis vertoont met een bestaand vuurwapen, namelijk een pistool van het merk Auto-Ordnance, Thompson WW2. Het voorwerp is voor afdreiging geschikt.
Derhalve is dit voorwerp een wapen in de zin van artikel 2, lid 1, categorie I, onder 7 van de WWM.