Kosten in verband met gescheiden wonen en werken
[eiseres] stelt dat doordat zij wonen en werken niet meer op één locatie kan combineren, de heer K. [eiseres] als directeur van zijn B.V. iedere dag vijftien minuten dient te reizen tussen zijn woning en het nieuwe bedrijfspand aan [adres 5] te Kampen. Dit brengt voor [eiseres] extra (reis)kosten met zich. Uitgaande van een kostprijs per kilometer van
€ 0,35 en een reisafstand van 8,8 kilometer per dag begroot [eiseres] haar kosten in dit verband op jaarbasis op bedrag van € 887,00. [eiseres] acht het redelijk deze kosten te berekenen over een periode van zeven à acht jaren, zodat [eiseres] een schadevergoeding vordert ten bedrage van € 6.500,00.
Voorts vordert [eiseres] een schadevergoeding ten bedrage van € 36.400,00 op grond van het navolgende.
In de situatie waarin [eiseres] wonen en werken kon combineren, kon de echtgenote van de heer K. van ‘t Veen een deel van de administratieve taken overnemen omdat er sprake was van een thuiswerksituatie. Doordat [eiseres] nu gescheiden moet wonen en werken kan de echtgenote van K. [eiseres] thans substantieel minder werkzaamheden voor [eiseres] verrichten waardoor [eiseres] een externe kracht heeft moeten inhuren teneinde administratiewerkzaamheden voor [eiseres] te verrichten. De kosten van deze extra kracht (de heer W. Bastiaannet) betreffen kosten die rechtstreeks in verband staan met het onrechtmatig handelen van de Gemeente. Het gaat om een gemiddeld bedrag van € 265,00 per week. [eiseres] acht het redelijk deze kosten te berekenen over een periode van vijf jaar. Dit komt neer op een bedrag van € 68.900,00. De daadwerkelijke schade bedraagt
€ 36.400,00 nu op het bedrag van € 68.900,00 in mindering komt de aan mevrouw [eiseres] te betalen vergoeding van € 32.500 over genoemde periode indien geen sprake zou zijn geweest van verhuizing.
De Gemeente betwist deze schadeposten als volgt. Reiskosten van de heer [eiseres] zijn in deze procedure niet aan de orde. Er is niet onrechtmatig gehandeld jegens de heer [eiseres]. Voorts acht de Gemeente de opgevoerde post van € 6.500,00 buitensporig. Een werkgever mag fiscaal gezien niet meer vergoeden dan € 0,19. Bovendien betwist de Gemeente ook dat K. [eiseres] iedere dag 15 minuten extra moet reizen over een heen en weer afstand van 8,8 kilometer. K. [eiseres] rijdt naar klanten toe. Hij kan ’s avonds het benodigde materiaal inladen in zijn bedrijfsauto en ‘s ochtends van huis uit naar de klant rijden.
Wat betreft de kosten van Bastiaannet ziet de Gemeente het causale verband niet. Een schilder is overdag op het werk, aan het schilderen. Niet valt in te zien dat voor de administratie en telefonische bereikbaarheid niet, net zoals voorheen een beroep gedaan kan worden op mevrouw Van ‘t Veen.
Een berekening over zeven à acht jaren acht de Gemeente te lang gelet op de ontwikkelingen (groei) die het bedrijf inmiddels heeft doorgemaakt. Uit het Handelsregister blijkt dat [eiseres] sinds 2007 aanzienlijk is uitgebreid. Er is thans sprake van twee directeuren/ aandeelhouders. Ook is het balanstotaal aanzienlijk toegenomen, evenals het personeel. Deze professionaliseringsslag heeft ongetwijfeld zijn weerslag gevonden in de uitbreiding van de boekhouding.
De rechtbank oordeelt als volgt. Voldoende aannemelijk is dat door de gedwongen verhuizing(en) [eiseres] ten behoeve van K. [eiseres] extra (reis)kosten heeft moeten maken. Bij de schatting van de schade (die immers niet nauwkeurig kan worden vastgesteld) gaat de rechtbank er vanuit dat K. [eiseres] bij aanvang en einde van zijn schilderswerkzaamheden niet telkens via zijn bedrijfspand hoeft te rijden, zoals door de Gemeente terecht is gesteld. Voorts gaat de rechtbank uit van een kortere periode namelijk van januari 2008 (de eerste verhuizing) tot medio 2013 (waar [eiseres] in de andere gavallen ook van uitgaat) en van het fiscale tarief van € 0,19 per kilometer. Op grond daarvan schat de rechtbank de door [eiseres] geleden schade in verband met extra reiskilometers op € 325,00 per jaar, derhalve een totaalbedrag van (afgerond) € 1.800,00.
Met betrekking tot de kosten van Bastiaannet komt de rechtbank tot het navolgende. De rechtbank acht voldoende aannemelijk dat mevrouw Van ‘t Veen als gevolg van het onrechtmatig handelen van de Gemeente niet meer die administratieve taken voor [eiseres] kon uitvoeren die ze voordien uitvoerde. Dit blijkt ondermeer uit de door [eiseres] bij haar akte van 27 november 2013 overgelgde verklaringen van mevrouw [eiseres] en Bastiaannet. Daar staat tegenover dat [eiseres] begin 2008 uit commercieel oogpunt de bakens van haar bedrijf heeft verzet van particuliere schilderwerken naar grotere projectmatige schilderwerken ten behoeve van nieuwbouw en grootschalige renovatiewerken en daartoe (ondermeer) de heer R. Schaapman is toegevoegd als directeur. Met de Gemeente is de rechtbank van oordeel dat dit ongetwijfeld zijn weerslag heeft gevonden in de uitbreiding van de boekhouding. Alles overziende schat de rechtbank de door [eiseres] geleden schade op de helft van het door [eiseres] berekende bedrag. De rechtbank komt hiermee op een toe te wijzen bedrag van € 18.200,00.
In totaal komt deze schadepost derhalve op een bedrag van € 20.000,00.