ECLI:NL:RBOVE:2014:1700

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
3 april 2014
Publicatiedatum
3 april 2014
Zaaknummer
08.910039-13 en 08.910053-13
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van brandstichting en diefstal in vereniging met verboden wapenbezit

Op 3 april 2014 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het medeplegen van brandstichting, diefstal in vereniging en verboden wapenbezit. De verdachte werd veroordeeld voor het opzettelijk in brand steken van twee vakantiehuisjes in IJhorst, waarbij hij samen met een medeverdachte flessen met benzine gebruikte om de brand te stichten. De rechtbank oordeelde dat de verdachte, door het aanreiken van de flessen en het deelnemen aan de voorbereidingen, een wezenlijke bijdrage heeft geleverd aan de brandstichtingen. De rechtbank legde een gevangenisstraf op van 20 maanden, waarvan 10 maanden voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden zoals een contactverbod met de medeverdachte en reclasseringstoezicht. Daarnaast werd de verdachte ook veroordeeld voor een reeks diefstallen uit auto's, gepleegd in vereniging met anderen. De rechtbank achtte de verdachte deels verminderd toerekeningsvatbaar, gezien zijn onrijpe sociaal-emotionele ontwikkeling. De vorderingen van benadeelde partijen werden gedeeltelijk toegewezen, waarbij de verdachte werd verplicht tot schadevergoeding aan de slachtoffers van de diefstallen.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Afdeling Strafrecht - Meervoudige Kamer te Zwolle
Parketnummer: 08.910039-13 en 08.910053-13 (ter terechtzitting gevoegd) (P)
Uitspraak: 3 april 2014

VONNIS IN DE STRAFZAAK VAN:

het openbaar ministerie
tegen

[verdachte]

geboren op [geboortedag] 1990 te [geboorteplaats],
wonende te [adres 1], [woonplaats]

ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Het onderzoek ter terechtzitting heeft plaatsgevonden op 17 oktober 2013, 9 januari 2014 en 20 maart 2014.
De verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. E van Reydt, advocaat te Amsterdam.
Als officier van justitie was aanwezig mr. H.J. Timmer.

TENLASTELEGGING

De verdachte is ten laste gelegd

onder parketnummer 08.910039-13 dat:

1.
hij op of omstreeks 30 maart 2013, in elk geval in of omstreeks de periode van 30 maart 2013 tot en met 31 maart 2013, te IJhorst, gemeente Staphorst, in elk geval in de gemeente Staphorst, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk brand heeft gesticht in/bij/op een recreatiepark gelegen aan de [adres 2], te weten bij/in/aan en/of in de nabijheid van huis/woning nummer [nummer 1], immers hebben/heeft verdachte en/of diens mededader(s) toen aldaar opzettelijk een aantal (2) flessen gevuld met benzine, althans een soortgelijke brandbare stof, met daarin een lont/stuk papier gepakt en/of (vervolgens) met een brandende aansteker/lucifer, althans een soortgelijk brandend voorwerp, die/dat lont/stuk papier in brand gestoken en/of (vervolgens) die flessen gevuld met benzine, althans die soortgelijke brandbare stof en met daarin die/dat
brandende lont/stuk papier tegen en/of direct in de nabijheid van dat/die huis/woning nummer [nummer 1] gegooid en/of op de veranda van huis/woning [nummer 1] gegooid en/of benzine, althans een soortgelijke brandbare stof gegooid/gegoten en/of gesprenkeld op een of meer delen van huis/woning [nummer 1] en/of tegen huis/woning [nummer 1] en/of (vervolgens) een brandende lucifer in die benzine gegooid en/of met een brandende lucifer en/of brandende aansteker die (met benzine, althans die met een soortgelijke brandbare stof, besmeurde) delen van huis/woning [nummer 1] heeft aangestoken, in elk geval opzettelijk (open) vuur in aanraking gebracht met benzine, althans met (een) brandbare stof (fen), ten gevolge waarvan huis/woning nummer [nummer 1] en/of de inboedel van huis/woning nummer [nummer 1] geheel of gedeeltelijk is/zijn verbrand, in elk geval brand is ontstaan, terwijl daarvan gemeen gevaar voor huis/woning [nummer 1], de inboedel van voormeld(e) huis/woning en goederen bevestigd tegen en/of aan voormeld(e) huis/woning en/of goederen staande rondom voormeld(e) huis/woning en/of in de directe omgeving van voormeld(e) huis/woning en/of huizen in de buurt staande van voormeld(e) huis/woning, in elk geval gemeen gevaar voor goederen, te
duchten was;
althans, voor zover voor het vorenstaande onder 1 geen veroordeling mocht of zou
kunnen volgen, subsidiair, terzake dat
[medeverdachte] op of omstreeks 30 maart 2013, in elk geval in of omstreeks de periode van 30 maart 2013 tot en met 31 maart 2013, te IJhorst, gemeente Staphorst, in elk geval in de gemeente Staphorst, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, opzettelijk brand heeft gesticht in/bij/op een recreatiepark gelegen aan de [adres 2], te weten bij/in/aan en/of in de nabijheid van huis/woning nummer [nummer 1], immers heeft/hebben [medeverdachte] en/of diens mededader(s) toen aldaar (telkens) opzettelijk een aantal (2) flessen gevuld met benzine, althans een soortgelijke brandbare stof, met daarin een lont/een stuk papier gepakt en/of (vervolgens) met een brandende aansteker/lucifer, althans een soortgelijk brandend voorwerp die/dat lont/stuk papier in brand gestoken en/of
(vervolgens) die flessen gevuld met benzine, althans die soortgelijke brandbare stof en met daarin die/dat brandende lont/stuk papier tegen en/of direct in de nabijheid van dat huis nummer [nummer 1] gegooid en/of op de veranda van huis/woning [nummer 1] gegooid en/of benzine, althans een soortgelijke brandbare stof gegooid/gegoten en/of gesprenkeld op een of meer delen van huis/woning [nummer 1] en/of tegen huis/woning [nummer 1] en/of (vervolgens) een brandende lucifer in die benzine gegooid en/of met een brandende lucifer en/of brandende aansteker
die (met benzine, althans die met een soortgelijke brandbare stof, besmeurde delen van huis/woning [nummer 1] aangestoken, in elk geval (telkens) opzettelijk (open) vuur in aanraking gebracht met benzine, althans (een) brandbare stof(fen), ten gevolge waarvan huis/woning nummer [nummer 1] en/of de inboedel van huis/woning nummer [nummer 1] geheel of gedeeltelijk is/zijn verbrand, in elk geval brand is ontstaan, terwijl daarvan gemeen gevaar voor huis/woning [nummer 1], de inboedel van voormeld(e) huis/woning en goederen bevestigd tegen en/of aan voormeld(e) huis/woning en/of goederen staande rondom voormeld(e) huis/woning en/of in de directe omgeving van voormeld(e) huis/woning en/of huizen in de buurt staande van voormeld(e) huis/woning, in elk geval gemeen gevaar voor goederen, te duchten was tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 30 maart 2013, in elk geval in of omstreeks de periode van 30 maart 2013 tot en met 31 maart 2013, te IJhorst, gemeente Staphorst, in elk geval in de gemeente Staphorst en/of te Nijeveen en/of elders in Nederland, althans in Nederland, opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door die [medeverdachte] en/of een aantal flessen gevuld met benzine, althans een soortgelijke brandstof/brandbare stof, in elk geval een hoeveelheid benzine, althans een soortgelijke stof met een/zijn auto naar de plaats delict of naar een plaats dicht in de buurt van het plaats delict te vervoeren en/of (vervolgens) mee naar (de nabijheid van) huis/woning nummer [nummer 1] te gaan en/of daarbij een of meerdere flessen, gevuld met benzine, althans die soortgelijke stof, te dragen/vervoeren en/of vast te houden en/of vervolgens die/dat fles(sen) aan die [medeverdachte] aan te reiken en/of (vervolgens)
aldaar (bij huis/woning [nummer 1]) en/of in de buurt daarvan op de uitkijk te staan;
2.
hij op of omstreeks 7 april 2013, te IJhorst, gemeente Staphorst, in elk geval in de gemeente Staphorst, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk brand heeft gesticht in/bij/op een recreatiepark gelegen aan de [adres 2], te weten bij/in/aan en/of in de nabijheid van huis/woning nummer [nummer 2], immers hebben/heeft verdachte en/of diens mededader(s) toen aldaar (telkens) opzettelijk
een aantal (2) flessen gevuld met benzine, althans een soortgelijke brandbare stof, met daarin een lont/een stuk papier gepakt en/of (vervolgens) met een brandende aansteker/lucifer, althans een soortgelijk brandend voorwerp, die/dat lont/stuk papier in brand gestoken en/of (vervolgens) die flessen gevuld met benzine, althans die soortgelijke brandbare stof en met daarin dat brandende lont/stuk papier tegen en/of direct in de nabijheid van dat huis nummer [nummer 2] gegooid en/of op de veranda van huis [nummer 2] gegooid (waarna die fles kapot viel en/of (vervolgens) die benzine, althans soortgelijke brandstof zich verspreidde en in brand is gevlogen (een zogenaamde molotov cocktail) en/of benzine, althans een soortgelijke brandbare stof gegooid/gegoten en/of gesprenkeld op een of meer delen van huis [nummer 2] en/of tegen huis [nummer 2] en/of (vervolgens) een brandende lucifer in die benzine, althans die brandbare stof, gegooid en/of met een brandende lucifer en/of brandende aansteker die met
benzine, althans die soortgelijke brandbare stof, besmeurde delen van huis [nummer 2] aangestoken, in elk geval opzettelijk (open) vuur in aanraking gebracht met benzine, althans met (een) brandbare stof(fen) , ten gevolge waarvan huis nummer [nummer 2] en/of de inboedel van huis nummer [nummer 2] geheel of gedeeltelijk is/zijn verbrand, in elk geval brand is ontstaan, terwijl daarvan gemeen gevaar voor huis [nummer 2], de inboedel van voormeld huisje en goederen bevestigd tegen en/of aan voormeld huis en/of goederen, natuur en/of huizen staande rondom/in de buurt van voormeld huis, in elk geval gemeen gevaar voor goederen, te duchten was;
althans, voor zover voor het vorenstaande onder 2 geen veroordeling mocht of zou kunnen volgen, subsidiair, terzake dat
[medeverdachte] op of omstreeks 7 april 2013, in elk geval in de periode van S april 2013 tot en met 7 april 2013 te IJhorst, gemeente Staphorst, in elk geval in de gemeente Staphorst, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk brand heeft gesticht in/bij/op een recreatiepark gelegen aan de [adres 2], te weten bij/in/aan en/of in de nabijheid van huis/woning nummer [nummer 2], immers hebben/heeft 1.
[medeverdachte] en/of diens mededader(s) toen aldaar opzettelijk een aantal (2) flessen gevuld met benzine, althans een soortgelijke brandbare stof, met daarin een lont/een stuk papier gepakt en/of (vervolgens) met een brandende aansteker/lucifer, althans een soortgelijk brandend voorwerp die/dat lont/stuk papier in brand gestoken en/of (vervolgens) die flessen gevuld met benzine, althans die soortgelijke brandbare stof en met daarin die/dat brandende lont/stuk papier tegen en/of direct in de nabijheid va dat huis/woning nummer [nummer 2] gegooid en/of op de veranda van huis/woning [nummer 2] gegooid (waarna die fles kapot viel en/of (vervolgens) die benzine, althans soortgelijke brandstof zich verspreidde en in brand is gevlogen (een zogenaamde molotov cocktail) en/of benzine, althans een soortgelijke brandbare stof, gegooid/gegoten en/of gesprenkeld op een of meer delen van huis/woning [nummer 2] en/of tegen huis/woning [nummer 2] en/of (vervolgens) (een) brandende lucifer(s) in die benzine gegooid en/of met een brandende lucifer en/of brandende aansteker die met benzine, althans die soortgelijke brandbare stof, besmeurde delen van huis/woning [nummer 2] aangestoken, in elk geval opzettelijk (open) vuur in aanraking gebracht met benzine, althans (een) brandbare stof (f en), ten gevolge waarvan huis/woning nummer [nummer 2] en/of de inboedel van huis/woning nummer [nummer 2] geheel of gedeeltelijk is/zijn verbrand, in elk geval brand is ontstaan, terwijl daarvan gemeen gevaar voor huis/woning [nummer 2], de inboedel van voormeld huis/woning
en goederen bevestigd tegen en/of aan /in (leidingen en/of kabels meterkast en/of aanverwante/soortgelijke goederen en/of andere goederen) voormeld(e) huis/woning en/of goederen, natuur en/of huizen staande rondom/in de buurt van voormeld huis, in elk geval gemeen gevaar voor goederen, te duchten was; tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 7 april 2013, in elk geval in of omstreeks de periode van 5 april 2013 tot en met 7 april 2013, te IJhorst gemeente Staphorst, in elk geval in de gemeente
Staphorst en/of te Nijeveen en/of elders in Nederland, althans in Nederland opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door die [medeverdachte] en/of een aantal flessen gevuld met benzine, althans een soortgelijke brandstof/brandbare stof, in elk geval een hoeveelheid benzine, althans een soortgelijke stof met een/zijn auto naar de plaats delict of naar een plaats dicht in de buurt van het plaats delict te vervoeren en/of (vervolgens) mee naar huis/woning nummer [nummer 2] te
gaan en/of daarbij een of meerdere flessen, gevuld met benzine, althans die soortgelijke stof te dragen/vervoeren en/of vast te houden en/of vervolgens aan die [medeverdachte] aan te reiken en/of (vervolgens) aldaar (bij huis/woning [nummer 2]) en/of in de buurt daarvan op de uitkijk te staan;
althans, voor zover voor het vorenstaande onder 2 geen veroordeling mocht of zou
kunnen volgen, meer subsidiair, terzake dat
hij op of omstreeks 07 april 2013, te IJhorst, gemeente Staphorst, ter uitvoering van het door hem voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk brand te stichten in/bij/op een woning/huis nummer [nummer 2] gelegen aan de [adres 2], terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen, te weten de/het woning/huis [nummer 2], de inboedel van voormeld(e) huis/woning en goederen bevestigd tegen en/of aan voormeld(e) woning/huis en/of goederen, natuur en/of huizen staande rondom/in de buurt van voormeld(e) woning/huis, te duchten was, met dat opzet met een of meer van zijn mededader(s) , althans alleen, een aantal (2) flessen heeft/hebben gevuld met benzine, althans een soortgelijke brandbare stof, met daarin een lont/een stuk papier gepakt/gestopt en/of (vervolgens) met een brandende lucifer/aansteker, althans een soortgelijk brandend voorwerp die/dat lont/stuk papier in brand heeft/hebben gestoken en/of (vervolgens) die flessen gevuld met benzine, althans die soortgelijke brandbare stof en met daarin
die/dat brandende lont/stuk papier tegen en/of direct in de nabijheid van dat/die woning/huis nummer [nummer 2] en/of op de veranda van woning/huis [nummer 2] heeft/hebben gegooid (waarna die fles kapot viel) en/of (vervolgens) die benzine, althans soortgelijke brandstof, zich verspreidde en in brand is gevlogen (een zogenaamde molotov cocktail) en/of benzine, althans een soortgelijke brandbare stof heeft/hebben gegooid/gegoten en/of gesprenkeld op
een of meer delen van woning/huis [nummer 2] en/of tegen woning/huis [nummer 2] en/of (vervolgens) een brandende lucifer in die benzine heeft/hebben gegooid en/of met een brandende lucifer en/of brandende aansteker die met benzine, althans die soortgelijke brandbare stof, besmeurde delen van woning/huis [nummer 2] heeft/hebben aangestoken, in elk geval opzettelijk (open) vuur in aanraking heeft/hebben gebracht met benzine, althans met (een) brandbare stof(fen), terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
althans, voor zover voor het vorenstaande onder 2 geen veroordeling mocht of zou
kunnen volgen, nog meer subsidiair, terzake dat
[medeverdachte] op of omstreeks 07 april 2013, te IJhorst, gemeente Staphorst, ter uitvoering van het door hem voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk brand te stichten in/bij/op een woning/huis nummer [nummer 2] gelegen aan de [adres 2], terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen, te weten de/het woning/huis [nummer 2], de inboedel van voormeld(e) huis/woning en goederen bevestigd tegen en/of aan voormeld(e) woning/huis en/of goederen, natuur en/of huizen staande rondom/in
de buurt van voormeld(e) woning/huis, te duchten was, met dat opzet met een of meer van zijn mededader(s) , althans alleen, een aantal (2) flessen heeft/hebben gevuld met benzine, althans een soortgelijke brandbare stof, met daarin een lont/een stuk papier gepakt/gestopt en/of (vervolgens) met een brandende lucifer/aansteker, althans een soortgelijk brandend voorwerp die/dat lont/stuk papier in brand heeft/hebben gestoken en/of (vervolgens) die flessen gevuld met benzine, althans die soortgelijke brandbare stof en met daarin die/dat brandende lont/stuk papier tegen en/of direct in de nabijheid van dat/die woning/huis nummer [nummer 2] en/of op de veranda van woning/huis [nummer 2] heeft/hebben gegooid (waarna die fles kapot viel) en/of (vervolgens) die benzine, althans soortgelijke brandstof, zich verspreidde en in brand is gevlogen (een zogenaamde molotov cocktail) en/of benzine, althans een soortgelijke brandbare stof heeft/hebben gegooid/gegoten en/of gesprenkeld op
een of meer delen van woning/huis [nummer 2] en/of tegen woning/huis [nummer 2] en/of (vervolgens) een brandende lucifer in die benzine, althans die brandbare stof (fen), heeft/hebben gegooid en/of met een brandende lucifer en/of brandende aansteker die met benzine, althans die soortgelijke brandbare stof, besmeurde delen van woning/huis [nummer 2] heeft/hebben aangestoken, in elk geval opzettelijk (open) vuur in aanraking heeft/hebben gebracht met (delen van) woning/huis [nummer 2] en/of goederen bevestigd aan en/of in de directe omgeving van
nummer [nummer 2], in elk geval met dat opzet (open) vuur in aanraking heeft/hebben gebracht met benzine, althans met (een) brandbare stof (fen), terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid; tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 7 april 2013, in elk geval in of omstreeks de periode van S april 2013 tot en met 7 april 2013, te IJhorst gemeente Staphorst, in elk geval in de gemeente Staphorst en/of te Nijeveen en/of elders in Nederland, althans in Nederland opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door die [medeverdachte] en/of een aantal flessen gevuld met benzine, althans een soortgelijke brandstof/brandbare stof, in elk geval een hoeveelheid benzine, althans een soortgelijke stof met een/zijn auto
naar de plaats delict of naar een plaats dicht in de buurt van het plaats delict te vervoeren en/of (vervolgens) mee naar huis/woning nummer [nummer 2] te gaan en/of daarbij een of meerdere flessen, gevuld met benzine, althans die soortgelijke stof te dragen/vervoeren en/of vast te houden en/of vervolgens aan die [medeverdachte] aan te reiken en/of (vervolgens) aldaar (bij huis/woning [nummer 2]) en/of in de buurt daarvan op de uitkijk te staan;
3.
hij in of omstreeks de periode van 13 augustus 2011 tot en met 14 augustus 2011, te IJhorst, gemeente Staphorst, in elk geval in de gemeente Staphorst, en/of elders in Nederland, althans in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, op de openbare weg (Burgemeester van Wijngaardenstraat, althans een openbare weg) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 1] te dwingen tot de afgifte van een hoeveelheid geld en/of een auto, althans (een hoeveelheid) goederen van hun gading, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) , verdachte en/of verdachtes mededaders een of meer obstakel(s) heeft/hebben gelegd over een verkeersweg en/of een verkeersweg heeft/hebben geblokkeerd met (een) obstakel(s) en/of (vervolgens) verdachte en/of verdachtes mededader de auto, welke reed over die geblokkeerde weg en waarin die [slachtoffer 1] met zijn vriendin zaten op die wijze tot stoppen heeft/hebben gedwongen en/of (vervolgens) nadat die [slachtoffer 1] uit de auto was gestapt, verdachte en/of verdachtes mededader een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, heeft/hebben gericht op en/of op (dreigende wijze) getoond aan [slachtoffer 1] en/of (vervolgens) verdachte en/of verdachtes mededader die [slachtoffer 1] de woorden heeft/hebben toegevoegd “geld, geld” en/of “geef geld”, althans woorden van
gelijke aard en/of strekking en/of (vervolgens) met dat vuurwapen, althans dat op een vuurwapen gelijkende voorwerp, een of meerdere kogels/projectielen heeft/hebben afgeschoten op en/of in de richting van die [slachtoffer 1] en/of de auto van die [slachtoffer 1], terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
althans, voor zover voor het vorenstaande onder 3 geen veroordeling mocht of zou
kunnen volgen, subsidiair, terzake dat
[medeverdachte] in of omstreeks de periode van 13 augustus 2011 tot en met 14 augustus 2011, te IJhorst, gemeente Staphorst, in elk geval in de gemeente Staphorst en/of elders in Nederland, althans in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, op de openbare weg (Burgemeester van Wijngaardenstraat, althans een openbare weg) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 1] te dwingen tot de afgifte van een hoeveelheid geld en/of een auto en/of (een hoeveelheid) goederen, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan [medeverdachte] en/of diens mededaders en/of verdachte, [medeverdachte] en/of diens mededaders een of meerdere obstakel(s) heeft/hebben gelegd over een verkeersweg en/of een verkeersweg heeft/hebben geblokkeerd met (een) obstakel(s) en/of (vervolgens) [medeverdachte] en/of diens mededader(s) de auto, welke reed over die geblokkeerde weg en waarin die [slachtoffer 1] met zijn vriendin zat op die wijze tot stoppen heeft/hebben gedwongen en/of (vervolgens) nadat die [slachtoffer 1] uit de auto was gestapt, [medeverdachte] en/of diens mededader een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, heeft/hebben gericht op en/of op (dreigende wijze) getoond aan [slachtoffer 1] en/of (vervolgens) verdachte en/of verdachtes mededader die [slachtoffer 1] de woorden heeft/hebben toegevoegd “geld, geld” en/of “geef geld”, althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of (vervolgens) met dat vuurwapen, althans dat op een vuurwapen gelijkende voorwerp een of meerdere kogels/projectielen heeft/hebben afgevuurd op en/of in de richting van die [slachtoffer 1] en/of de auto van die [slachtoffer 1], terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid; tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks in of omstreeks de periode van 13 augustus 2011 tot en met 14 augustus 2011, te IJhorst gemeente Staphorst, in elk geval in de gemeente Staphorst en/of elders in Nederland, althans in Nederland, opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door met een auto die [medeverdachte] naar de plaats des misdrijfs te vervoeren en/of die [medeverdachte] van een wapen en/of bivakmuts te voorzien en/of door die [medeverdachte] te helpen die verkeersweg te blokkeren door er (een of meer) obstakel(s) op te leggen en/of door op de uitkijk te gaan staan;

onder parketnummer 910053-13 dat:

1.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 12 juni 2011 tot en met 28 april 2013, te IJhorst, gemeente Staphorst, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening
1) in/uit een auto (Citroen) heeft weggenomen een Tom Tom en/of een verbanddoos en/of (auto)papieren, in elk geval enig(e) goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) (aangifte 1) en/of
2) in/uit een auto (Honda Civic) heeft weggenomen autopapieren en een veiligheidshamer en, in elk geval enig(e) goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) (aangifte 2) en/of
3) in/uit een auto (Renault) heeft weggenomen (auto)papieren en/of een rijbewijs en/of een kunststof bak met gereedschap, in elk geval enig(e) goed(eren) , geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 4], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) (aangifte 4) en/of
4) vanaf een auto (Volkswagen Golf) heeft weggenomen kapjes van de knipperlichten en/of afdekrubbers van dakdragers, in elk geval enig(e) goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 5], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) (aangifte 8) en/of
5) in/uit een auto heeft weggenomen een koffer met gereedschap en/of een kentekenplaat, in elk geval enig(e) goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 6], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) (aangifte 11) en/of
6) in/uit (een) auto(s) (Renault en/of een Nissan en/of een camper) heeft weggenomen een autoradio met navigatiesysteem (Medion) en/of een mobiele telefoon (HTC) en/of een USB-stick en/of een portemonnee met bankpasjes en/of geld en/of een rijbewijs en/of een handtas en/of een fototoestel en/of een geheugenkaart en/of een lichtschakelaar en/of een playstation en/of spellen, in elk geval enig(e) goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 7]
en/of [slachtoffer 8], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) (aangifte 12) en/of
7) in/uit een auto (Volvo) heeft weggenomen een Tom Tom, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 9], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) (aangifte 17),
waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich (telkens) de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
2.
hij op of omstreeks 14 juli 2013, te Nijeveen, gemeente Meppel, (een) wapen(s) van categorie 1 onder 7°, te weten een (nabootsing van een) pistool (Auto-Ordanance, model Thompson 1911A1 Competition) en/of (een nabootsing van een) pistool (Glock model 17), zijnde (een) voorwerp(en) dat/die voor wat betreft zijn/hun vorm en afmetingen een sprekende gelijkenis vertoonde(n) met (een) vuurwapen(s) en/of met (een) voor ontploffing bestemde voorwerp(en) voorhanden heeft gehad.
De rechtbank heeft in de tenlastelegging een aantal kennelijk schrijffouten verbeterd. Verdachte wordt hierdoor niet in zijn belangen geschaad.

VOORVRAGEN

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

BEWIJSOVERWEGINGEN

Het standpunt van het openbaar ministerie

De officier van justitie heeft ter terechtzitting veroordeling van verdachte gevorderd voor wat onder parketnummer 08.910039-13 onder 1 primair, 2 primair en 3 primair, en wat onder parketnummer 08.910053-13 onder 1 (onderdelen 1, 2, 3, 4 en 6) en 2 ten laste is gelegd.

Het standpunt van de verdediging

De verdediging heeft zich met betrekking tot parketnummer 08.910039-13 gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank ten aanzien van feit 1. Ten aanzien van feit 2 is vrijspraak bepleit van het primair ten laste gelegde medeplegen van brandstichting. Voor de subsidiair ten laste gelegde medeplichtigheid aan brandstichting kan wel een veroordeling volgen. Ten aanzien van feit 3 is vrijspraak bepleit.
Met betrekking tot parketnummer 08.910053-13 is ten aanzien van feit 1 aangevoerd dat uitsluitend die autokraken bewezen kunnen worden geacht, waarbij sprake is van een aangifte, ondersteund door ofwel de bekennende verklaring van verdachte, ofwel een de verdachte belastende verklaring van de medeverdachte. Dat brengt met zich dat verdachte moet worden vrijgesproken van de onderdelen 5 en 7 wegens het ontbreken van wettig en overtuigend bewijs. Ook moet een partiele vrijspraak volgen voor de als onderdeel 6 ten laste gelegde diefstal van een Playstation en diefstal uit de camper. Ten aanzien van feit 2 heeft de verdediging zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.

Het oordeel van de rechtbank

Vrijspraak met betrekking tot parketnummer 08.910039-13, feit 3:
De rechtbank overweegt met betrekking tot de ten laste gelegde poging tot afpersing dat op basis van het dossier onvoldoende inzichtelijk is geworden wat precies de rol is geweest van verdachte naast zijn aanwezigheid en wetenschap van het voornemen van de medeverdachte [medeverdachte] met betrekking tot de afpersing. Het is onvoldoende komen vast te staan dat verdachte in de periode van 13 augustus 2011 tot en met 14 augustus 2011 heeft meegewerkt aan het versperren van de weg door daar palen op te leggen. Verdachte lijkt een dergelijke bijdrage bij de politie te hebben bekend. Hij spreekt in zijn verklaring echter over het gebruik van minimaal één weilandpaal met prikkeldraad. Ter zitting heeft verdachte verklaard dat hij bij de politie twee verschillende gebeurtenissen door elkaar heeft gehaald en dat hij toch niet (op die wijze) betrokken is geweest bij de betreffende afpersing. Hij heeft enkel op enige afstand staan toekijken. De rechtbank hecht in dit verband waarde aan de verklaring van medeverdachte [medeverdachte], inhoudende dat hij zelfstandig de weg heeft versperd door palen van wegwijzerborden op de weg te leggen. Deze verklaring vindt steun in de foto’s in het dossier, waarop is te zien dat een paal met ruiterbord en een bewegwijzeringsbord - en geen weilandpalen - zijn aangetroffen. Ook [medeverdachte] heeft verklaard dat verdachte op afstand heeft staan toekijken.
De rechtbank stelt vast dat verdachte wetenschap had van het voornemen van zijn medeverdachte en dat hij de rol van toeschouwer op enige afstand heeft gehad. Deze rol is onvoldoende om te kunnen spreken van een bewuste en nauwe samenwerking, die gericht was op afpersing. Van medeplegen is dus geen sprake. Evenmin is verdachtes rol voldoende om medeplichtigheid aan poging tot afpersing bewezen te achten. Daarvoor is immers noodzakelijk dat verdachte opzettelijk gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft of opzettelijk behulpzaam is geweest. Het enkele, op afstand, staan toekijken is daartoe onvoldoende. De rechtbank zal verdachte daarom vrijspreken van dit feit.
Met betrekking tot de overige feiten onder parketnummer 08.910039-13:
feit 1.
De rechtbank overweegt dat ten aanzien van feit 1 sprake is van een bekennende verdachte in de zin van artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering. De rechtbank zal daarom volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen die tot de bewezenverklaring hebben geleid: [1]
1.
De bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 20 maart 2014. [2]
2.
Een proces-verbaal van bevindingen. [3]
3.
Een proces-verbaal van bevindingen. [4]
4.
Een proces-verbaal van bevindingen gemeen gevaar. [5]
5.
Een proces-verbaal van sporenonderzoek. [6]
De rechtbank heeft ten aanzien van feit 2 acht geslagen op de volgende bewijsmiddelen.
1.
Een proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 10] [7] , voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - als verklaring van aangeefster:
Op 7 april kwam ik aangelopen bij mijn chalet nummer [nummer 2]. Toen ik om het huisje heen liep zag ik dat er een hoop as tegen het huisje aan lag. Ik zag ook dat de zijkant van het huisje brandplekken had en ik zag twee flessen wijn liggen. Hierna heb ik de politie gebeld.
2.
Een proces-verbaal van verhoor verdachte [8] , voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - als verklaring van verdachte:
U vraagt mij naar de brand aan de [adres 2] [nummer 2] te IJhorst. [medeverdachte] en ik hadden afgesproken dat we samen weg zouden gaan omdat we nog even het bos in wilden gaan. We hebben volgens mij de auto’s op dezelfde plek neergezet als de vorige keer. [medeverdachte] heeft mij denk ik in de auto verteld dat we brand gingen stichten. Ik heb mijn handschoenen meegenomen en mijn bivakmuts. [medeverdachte] had de rest geregeld. Hij had een tas bij zich met flessen. Doekjes had hij ook zelf bij zich. Toen we er bijna waren, haalde hij de flessen uit een plastic tas vanuit zijn rugzak. Hij gaf de flessen aan mij en even later gaf ik deze flessen weer terug aan hem. Hij gooide vervolgens de flessen in de richting van de woning. Het klopt dat we in het bos een fles hebben voorzien van een papieren doekje. Ik heb de flessen vastgehouden en [medeverdachte] heeft de lonten erin gedaan. De flessen zijn vanuit een greppel gegooid. Volgens mij heeft [medeverdachte] 1 fles vanuit de greppel gegooid, maar was dit te ver weg. Hij is toen uit de sloot gegaan en ik heb de tweede fles aangegeven. Hij heeft vervolgens ook de tweede fles gegooid.
2.
Een proces-verbaal van sporenonderzoek [9] , voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - als bevindingen van verbalisant en forensisch onderzoeker [verbalisant]:
Op 7 april 2013 werd door mij, verbalisant, onderzoek naar sporen verricht in verband met brandstichting, gepleegd op 7 april 2013. Het betrof het adres [adres 2] te IJhorst. De brand had gewoed aan de rechterzijde bij bungalow nummer [nummer 2].
De collega’s van de surveillancedienst troffen tussen de verbrande resten een wijnfles aan.
Aangekomen aan de rechterzijkant van de bungalow zag ik dat de met bladeren bedekte grond over de totale lengte van de bungalow verbrand was. Ook zag ik diverse inbrandingen aan het houtwerk van de bungalow. Bij een grote verbranding aan de rechterzijde trof ik in de asresten een wijnfles aan. Ik zag dat er in de wijnfles een vloeistof zat.
Gezien het totale brandbeeld is er met een brandversnellend middel gesprenkeld.
3.
Een proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte] [10] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
U vraagt mij naar de brand aan de [adres 2] [nummer 2] te IJhorst. Ik heb [verdachte] (de rechtbank begrijpt: de verdachte) gevraagd of hij weer mee wou gaan naar het tweede huisje om dat in de brand te steken. Hij zei dat hij wel mee wou. In de nacht van 6 op 7 april 2013 hebben we de brand gesticht. Op de vrijdag voor de brand had ik twee flessen wijn gekocht om daar molotovcocktails van te maken, om daarmee brand te stichten. Ik heb thuis de wijn geleegd en de flessen gevuld met benzine. We hebben in het bos weer een fles voorzien van papieren doekjes als lont, zodat het een molotovcocktail werd en de andere fles lieten we weer dicht met benzine erin en de dop erop. We zijn de sloot ingegaan tot bij het huisje dat we in brand wilden steken. Ik klom uit de sloot en [verdachte] gaf mij de flessen aan. Ik heb toen de fles aangestoken. Ik gooide de fles tegen de zijkant of achterkant van het houten huis. De brandende fles knapte eerst niet uit elkaar, maar viel op de grond. Het papier brandde nog wel, ik heb hem weer opgeraapt en weer tegen de muur gegooid op dezelfde plek. De fles ging toen wel kapot en onderaan de muur ontstond vuur. Ik heb de tweede fles afgesloten met de dop tegen de gevel waar het vuur was gegooid. Tot mijn verbazing bleef de fles heel. (…) Toen heb ik de fles weer opgeraapt en dop eraf gedraaid en bewegingen omhoog gemaakt met de fles zodat de benzine over de zijkant van het huis ging.
Ter terechtzitting heeft de raadsman van verdachte betoogd dat niet kan worden bewezen dat verdachte zich aan medeplegen van dit feit schuldig heeft gemaakt. Verdachte heeft namelijk geen uitvoeringshandelingen verricht en heeft in de voorfase slechts een geringe rol gehad.
De rechtbank stelt op basis van de stukken het volgende vast.
Verdachte is samen met medeverdachte [medeverdachte] naar de bungalow aan de [adres 2] [nummer 2] gegaan in de wetenschap dat zij dat huis in brand zouden gaan steken. Dat het om een daadwerkelijk te verwezenlijken idee ging, moet verdachte hebben beseft aangezien hij een week eerder samen met verdachte brand heeft gesticht in een naastgelegen huis (feit 1 op de tenlastelegging). Verdachte heeft bovendien op de bewuste dag handschoenen en een bivakmuts meegenomen en gedragen. Ter terechtzitting heeft hij verklaard dat hij deze bij zich had om herkenning te voorkomen. [11] Ook daaruit wordt afgeleid dat verdachte er rekening mee hield dat het wederom tot brandstichting zou komen. Verdachte heeft de flessen met benzine gedragen en vastgehouden terwijl de medeverdachte er papieren doekjes in deed en hij heeft de flessen aan de medeverdachte aangereikt, opdat de medeverdachte de doekjes kon aansteken en de flessen naar het huis kon gooien. Naar het oordeel van de rechtbank is die laatste handeling, het aanreiken van de flessen aan de medeverdachte zodat hij de flessen kon aansteken en gooien naar het huis aan te merken als uitvoeringshandeling. Omdat verdachte bovendien betrokken is geweest bij de voorbereidende fase en bij een eerdere brandstichting met de medeverdachte, is de rechtbank van oordeel dat sprake is geweest van een bewuste en nauwe samenwerking tussen de medeverdachte en verdachte. Het verweer wordt daarom verworpen. Het onder 2 primair ten laste gelegde is wettig en overtuigend bewezen.
Met betrekking tot parketnummer 08.910053-13:
feit 1.
1.
De verklaring van verdachte ter terechtzitting van 20 maart 2014 [12] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik ben wel met [medeverdachte] bij [Camping] geweest. Hij brak de ramen open met een koevoet en dan gingen we kijken of er iets nuttigs in de auto lag. Dat deden we samen.
U houdt mij voor dat uit een Citroen onder meer een verbanddoos is weggenomen. Het zou kunnen dat ik daarbij betrokken ben geweest.
U houdt mij voor dat uit een Honda Civic onder meer een veiligheidshamer is weggenomen. Het zou zomaar kunnen dat ik hierbij betrokken ben geweest. We hebben wel eens een veiligheidshamer buitgemaakt.
U houdt mij een aangifte voor waaruit blijkt dat uit een blauwe Renault in de nacht van 2 op 3 juli 2011 onder meer een gereedschapskist is meegenomen. Ik kan me dat wel herinneren. [medeverdachte] startte de auto met een kaart en heeft een stukje gereden. Ik kan me niet precies herinneren wat ik heb meegenomen. Het was wel groot dus het kan een gereedschapskist zijn geweest.
Ik heb ook dakdragers van een Volkswagen Golf weggenomen. Dat heb ik samen met [medeverdachte] gedaan. Ik heb ze gebruikt voor mijn auto.
In de nacht van 18 augustus op 19 augustus 2011 ben ik met [medeverdachte] met twee auto’s bezig geweest. Ik kan me herinneren dat er een HTC is weggenomen. Die heb ik enige tijd gebruikt en daarna heeft [medeverdachte] de HTC gebruikt. De buit hebben we verdeeld.
2.
Een proces verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte] [13] , voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - als verklaring van [medeverdachte]:
Volgens mij hebben we onafgesloten auto’s bij camping [Camping] leeggehaald. We hebben er onder meer navigatiesystemen en autopapieren uitgehaald. Dit was dus ook samen met [verdachte]. [verdachte] nam ook wel spullen mee, verbanddozen enzo. (De rechtbank begrijpt telkens: de verdachte)
2.
Een proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 2] [14] , voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - als verklaring van aangever:
Tussen 11 en 12 juni 2011 werd te [woonplaats] uit de auto (merk Citroen) van mij en mijn man, een Tom Tom, de autopapieren en onze rijbewijzen weggenomen. De auto stond voor onze caravan geparkeerd op camping [Camping].
3.
Een schriftelijk stuk, zijnde een afschrift van aangifte door [slachtoffer 3] [15] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Aangifte van diefstal uit een auto.
Pleegplaats: [woonplaats]
Omschrijving voorval: Op zondag 12 juni 2011 heeft iemand autopapieren en een veiligheidshamer uit mijn auto gestolen.
Betrokken personenauto: Honda Civic.
4.
Een proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 4] [16] , voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - als verklaring van aangever:
Op zondag 3 juli 2011 was ik in mijn woning te [woonplaats]. Ik hoorde een autodeur dichtslaan en ben naar het raam gelopen. Toen ik naar buiten keek in de richting van mijn auto, een Renault, zag ik dat de voor- en achterlichten van mijn auto brandden. Ook hoorde ik dat er getracht werd om mijn auto te starten. Ik ben hierop naar mijn auto gelopen maar zag niemand meer bij mijn auto. Toen ik in de auto keek zag ik dat het kentekenbewijs en mijn rijbewijs ook weg waren. Ook mis ik een grijs mapje met hierop het merk Renault. Achterin mijn auto stond een grijze kunststofbak met daarin diverse soorten handgereedschappen.
Bijlage weggenomen goederen: diverse handgereedschappen.
5.
Een proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 5] [17] , voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - als verklaring van aangever:
Op 6 augustus 2011 stond mijn auto (Volkswagen Golf) onbeschadigd geparkeerd aan de [adres 3] te [woonplaats]. Op 7 augustus 2011 werd ik gewaarschuwd dat er was ingebroken in mijn voertuig. Ik ben vervolgens naar mijn auto gegaan. Ik zag dat er was geprobeerd in te breken. Ik zag dat het slot aan de bestuurderskant was vernield. Ik zag dat beide knipperlichten aan de voorzijde van mijn voertuig waren weggenomen. Ik zag dat beide kapjes missen. Ik zag dat er twee afdekrubbers van het dak waren weggenomen. Dit betreffen de afdekrubbers van de dakdragers van mijn voertuig.
6.
Een proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 7] [18] , voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven – als verklaring van aangever:
Op 18 augustus 2011 heb ik mijn auto, een Renault, bij mijn woning aan [adres 4] te [woonplaats] neergezet. Mijn vrouw heeft haar auto, een Nissan, naast mijn auto gezet. Toen ik op 19 augustus 2011 bij mijn auto kwam, zag ik dat het rechter achterraam vernield was. Kort hierop zag ik dat er ook een raam van de auto van mijn vrouw vernield was en dat alles in deze auto overhoop was gehaald.
Bij mij uit de auto wordt een autoradio en een navigatiesysteem van het merk Medion vermist. Bij mijn vrouw wordt uit de auto een mobiele telefoon van het merk HTC, een USB-stick, een fototoestel, een geheugenkaart, haar portemonnee met bankpasjes en ongeveer 10 euro aan kleingeld, haar rijbewijs, een handtas en een lichtschakelaar vermist.
Op basis van bovenstaande verklaringen is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte met medeverdachte [medeverdachte] de onder 1, onderdeel 1, 2, 3, 4 en 6 ten laste gelegde diefstallen uit auto’s, al dan niet met braak of verbreking, heeft gepleegd. Dat de handelingen die tot braak hebben geleid mogelijk niet door de verdachte zelf, maar door [medeverdachte] zijn uitgevoerd, staat aan een bewezenverklaring niet in de weg, nu naar het oordeel van de rechtbank - ook op dit punt - sprake is geweest van een bewuste en nauwe samenwerking.
Ten aanzien van onderdeel 6 zal partieel vrijspraak volgen nu verdachte het deel dat ziet op het wegnemen van de Playstation en de diefstal uit de camper uitdrukkelijk ontkent en daarvoor ook geen ander steunbewijs aanwezig is.
feit 2:
De rechtbank overweegt dat ten aanzien van feit 2 sprake is van een bekennende verdachte in de zin van artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering. De rechtbank zal daarom volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen die tot de bewezenverklaring hebben geleid.
1.
De bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting. [19]
2.
Een proces verbaal van bevindingen. [20]
3.
Een proces verbaal van bevindingen. [21]
4.
Een proces verbaal van beschrijving 2 wapens cat. 1 lid 7. [22]

BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen wat verdachte ten laste is gelegd, ten aanzien van parketnummer 08.910039-13 onder
1
primair en 2 primair
en ten aanzien van parketnummer 08.910053-13 onder
1
en 2
met dien verstande dat
onder parketnummer 08.910039-13
1
primair.
hij op 30 maart 2013 te IJhorst, gemeente Staphorst, tezamen en in vereniging met een ander opzettelijk brand heeft gesticht in een recreatiepark gelegen aan de [adres 2], te weten aan huis nummer [nummer 1], immers hebben verdachte en diens mededader toen aldaar opzettelijk 2 flessen gevuld met benzine, met daarin een stuk papier gepakt en vervolgens met een brandende aansteker dat stuk papier in brand gestoken en vervolgens die flessen, gevuld met benzine en met daarin dat brandende stuk papier direct in de nabijheid van dat huis nummer [nummer 1] gegooid en op de veranda van huis [nummer 1] gegooid, ten gevolge waarvan huis nummer [nummer 1] en de inboedel van huis nummer [nummer 1] geheel of gedeeltelijk zijn verbrand, terwijl daarvan gemeen gevaar voor huis [nummer 1] en de inboedel van voormeld huis en goederen bevestigd aan voormeld huis en goederen staande rondom voormeld huis en in de directe omgeving van voormeld huis, te duchten was;
2
primair.
hij op 7 april 2013, te IJhorst, gemeente Staphorst, tezamen en in vereniging met een ander, opzettelijk brand heeft gesticht bij huis nummer [nummer 2] gelegen aan de [adres 2], immers hebben verdachte en diens mededader toen aldaar opzettelijk 2 flessen gevuld met benzine, met daarin een stuk papier gepakt en vervolgens met een brandende aansteker dat stuk papier in brand gestoken en vervolgens die flessen gevuld met benzine, met daarin dat brandende stuk papier tegen huis nummer [nummer 2] gegooid waarna die fles kapot viel en vervolgens die benzine zich verspreidde en in brand is gevlogen en benzine gegoten op delen van huis [nummer 2], ten gevolge waarvan huis nummer [nummer 2] gedeeltelijk is verbrand, in elk geval brand is ontstaan, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen, te weten huis [nummer 2], de inboedel van voormeld huis te duchten was;
onder parketnummer 08.910053-13
1, onder 1, 2 en 3.
hij op tijdstippen omstreeks de periode van 12 juni 2011 tot en met 12 mei 2013, te IJhorst, gemeente Staphorst, tezamen en in vereniging met een ander, telkens met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening
1) uit een auto (Citroen) heeft weggenomen een Tom Tom en een verbanddoos en (auto)papieren, toebehorende aan [slachtoffer 2];
2) uit een auto (Honda Civic) heeft weggenomen autopapieren en een veiligheidshamer, toebehorende aan [slachtoffer 3];
3) uit een auto (Renault) heeft weggenomen (auto)papieren en een rijbewijs en een kunststof bak met gereedschap, toebehorende aan [slachtoffer 4];
1, onder 4.
hij in de periode van 12 juni 2011 tot en met 12 mei 2013, te IJhorst, gemeente Staphorst, tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening
4) vanaf een auto (Volkswagen Golf) heeft weggenomen kapjes van de knipperlichten en afdekrubbers van dakdragers, toebehorende aan [slachtoffer 5];
waarbij verdachte en/of zijn mededader de weg te nemen goederen onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van verbreking;
1, onder 6.
hij in de periode van 12 juni 2011 tot en met 12 mei 2013, te IJhorst, gemeente Staphorst, tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening
6) uit auto’s (Renault en een Nissan) heeft weggenomen een autoradio met navigatiesysteem (Medion) en een mobiele telefoon (HTC) en een USB-stick en een portemonnee met bankpasjes en geld en een rijbewijs en een handtas en een fototoestel en een geheugenkaart en een lichtschakelaar, toebehorende aan [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 8],
waarbij verdachte en/of zijn mededader zich telkens de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft door middel van braak;
2.
hij op 14 juli 2013, te Nijeveen, gemeente Meppel, wapens van categorie 1 onder 7°, te weten een nabootsing van een pistool (Auto-Ordanance, model Thompson 1911A1 Competition) en een nabootsing van een pistool (Glock model 17), zijnde voorwerpen die voor wat betreft hun vorm en afmetingen een sprekende gelijkenis vertoonden met vuurwapens voorhanden heeft gehad.
Van het meer of anders ten laste gelegde zal de verdachte worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet wettig en overtuigend bewezen acht.

STRAFBAARHEID VAN HET FEIT

Het bewezen verklaarde levert op:
met betrekking tot parketnummer 08.910039-13:
feiten 1 primair en 2 primair, telkens:
medeplegen van opzettelijk brand stichten, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is,
strafbaar gesteld bij artikel 157 jo 47 van het Wetboek van Strafrecht.
met betrekking tot parketnummer 08.910053-13:
feit
1,onder 1, 2 en 3, telkens
:
Diefstal, gepleegd door twee of meer verenigde personen,
strafbaar gesteld bij artikel 311 van het Wetboek van Strafrecht.
feit
1,onder 4
:
Diefstal, gepleegd door twee of meer verenigde personen, waarbij verdachte en zijn mededader de weg te nemen goederen onder hun bereik hebben gebracht door middel van verbreking,
strafbaar gesteld bij artikel 311 van het Wetboek van Strafrecht.
feit 1, onder 6:
Diefstal, gepleegd door twee of meer verenigde personen, waarbij verdachte en zijn mededader zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft door middel van braak,
strafbaar gesteld bij artikel 311 van het Wetboek van Strafrecht.
feit 2.
Handelen in strijd met artikel 13 lid 1 van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd,
strafbaar gesteld bij artikel 55 lid 1 van de Wet wapens en munitie.
De bewezen verklaarde feiten zijn volgens de wet strafbaar. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

STRAFBAARHEID van de VERDACHTE

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten. De verdachte is dan ook strafbaar.

MOTIVERING VAN STRAF OF MAATREGEL

Het standpunt van het openbaar ministerie

De officier van justitie heeft op grond van wat hij bewezen acht een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden gevorderd, waarvan 12 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren, met als bijzondere voorwaarden reclasseringstoezicht en ambulante behandeling. Verder heeft de officier van justitie toewijzing van de vorderingen van de benadeelde partijen gevorderd met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.

Het standpunt van de verdediging

Namens de verdachte is gepleit om - naast de al in voorarrest doorgebrachte tijd - een werkstraf in combinatie met een voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen, met als bijzondere voorwaarden een meldplicht, behandelverplichting en een contactverbod met medeverdachte [medeverdachte].

Het oordeel van de rechtbank

Gelet op de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, op de omstandigheden waaronder verdachte zich daaraan heeft schuldig gemaakt en op de persoon van verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, acht de rechtbank de na te noemen beslissing passend.
Bij haar beslissing heeft de rechtbank acht geslagen op:
een uittreksel justitiële documentatie van verdachte d.d. 4 december 2013;
een reclasseringsrapport over de persoon van verdachte d.d. 17 maart 2014;
- een Psychologisch Onderzoek, opgemaakt door J.A.M. Gresnigt, klinisch psycholoog, d.d. 23 september 2013;
- een Psychiatrisch Onderzoek, opgemaakt door Drs. F.P. Bish, psychiater, d.d. 1 oktober 2013;
de overige stukken in het persoonsdossier van verdachte;
- het onder 2 vermelde ad informandum gevoegde feit, bestaande uit een poging tot diefstal, zoals valt af te leiden uit de processen-verbaal van politie, die zich in het onderhavige dossier bevinden. De verdachte heeft ter terechtzitting dit feit bekend. De rechtbank heeft, net als de officier van justitie en de raadsman, geen rekening gehouden met het onder 1 vermelde ad informandum gevoegde feit.
Verdachte heeft zich tweemaal schuldig gemaakt aan het medeplegen van brandstichting aan een (vakantie)woning. In één geval is de (vakantie)woning nagenoeg geheel afgebrand. De andere woning is in beperktere mate beschadigd geraakt. Dat zijn ernstige feiten, waarvoor in beginsel een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van substantiële duur op zijn plaats is. De branden hebben - ook los bezien van de latere branden waarbij zijn medeverdachte, maar niet verdachte betrokken is geweest - grote impact gehad op de omgeving van IJhorst. Hoewel verdachte niet de initiator is geweest, heeft hij wel een wezenlijke bijdrage aan de brandstichtingen geleverd, zonder daarbij stil te staan bij de gevolgen van zijn handelen.
Naast de brandstichtingen heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan een reeks diefstallen in vereniging uit auto's - al dan niet met braak of verbreking. De buitgemaakte goederen werden daarbij niet in geldelijk gewin omgezet, maar voor een groot deel weggegooid. Dergelijke feiten veroorzaken, naast schade, veel hinder voor de slachtoffers, die tijd moeten investeren in herstel. Verder heeft verdachte zich schuldig gemaakt verboden wapenbezit.
Verdachte is niet eerder veroordeeld voor het plegen van strafbare feiten. Uit de rapportages van de psychiater en de psycholoog komt het beeld naar voren van een jongeman bij wie sprake is van een onrijpe sociaal-emotionele en identiteitsontwikkeling, met passief-afhankelijke en ontwijkende trekken in zijn persoonlijkheid. Verdachtes sociale netwerk was zeer beperkt.
Verdachte heeft wel normbesef, maar als gevolg van zijn minder ontwikkelde persoonlijkheidsgroei is hij gemakkelijk beïnvloedbaar en is hij minder dan een gemiddeld persoon in staat om weerstand te bieden aan externe druk en om grenzen te stellen. Deze kenmerken hebben hun doorwerking gehad in de bewezenverklaarde feiten, in die zin dat de medeverdachte, een van verdachtes weinige vrienden, hem eenvoudig op sleeptouw kon nemen en heeft genomen. Zowel de psychiater als de psycholoog adviseert om verdachte licht verminderd toerekeningsvatbaar te achten. Om het recidiverisico te beperken wordt behandeling, gericht op het stimuleren van emotionele rijping en persoonlijkheidsgroei, aanbevolen.
De reclassering acht toezicht van belang en adviseert een deels voorwaardelijke straf op te leggen, met als voorwaarden een meldplicht, ambulante behandeling en een contactverbod met medeverdachte [medeverdachte].
Door de verdediging is naar voren gebracht dat moet worden afgezien van het opleggen van een hogere gevangenisstraf dan verdachte al in het kader van het voorarrest heeft doorgebracht. Verdachte heeft zich sinds de schorsing van zijn voorlopige hechtenis begeleidbaar opgesteld, is afspraken met de reclassering nagekomen en staat onder behandeling. Oplegging van een langere gevangenisstraf dan zijn voorarrest zou de goede weg die verdachte is ingeslagen doorkruisen. Bovendien zou verdachte in de gevangenis gemakkelijk kunnen worden beïnvloed door medegedetineerden.
Gelet op de hoeveelheid aan bewezenverklaarde feiten en de aard en ernst daarvan, waaronder met name de betrokkenheid bij de twee brandstichtingen, is de rechtbank van oordeel dat niet volstaan kan worden met een gevangenisstraf gelijk aan de duur van het voorarrest in combinatie met een werkstraf. De door de verdediging geschetste bezwaren ten aanzien van het opleggen van een gevangenisstraf van langere duur, onder meer dat verdachte gemakkelijk kan worden beïnvloed door medegedetineerden, zijn niet van dien aard dat van een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf moet worden afgezien. De rapportages bieden daarvoor ook geen indicatie. Anderzijds acht de rechtbank de door de officier van justitie gevorderde straf te hoog, waarbij de rechtbank in aanmerking neemt dat zij minder feiten bewezen acht dan de officier van justitie.
Rekening houdende met de hiervoor genoemde persoonlijke omstandigheden van verdachte en de licht verminderde toerekeningsvatbaarheid, is de rechtbank van oordeel dat een gevangenisstraf voor de duur van twintig maanden passend is.
De rechtbank acht op basis van de rapportages behandeling van verdachte van belang en zal daarom een deel van de gevangenisstraf voorwaardelijk opleggen. Als bijzondere voorwaarden zullen daarbij ambulante behandeling, een meldplicht en een contactverbod met medeverdachte [medeverdachte] worden opgelegd.

Vordering van de benadeelde partij

De benadeelde partij
[slachtoffer 2]heeft zich met een vordering tot schadevergoeding van een bedrag van € 205,60 gevoegd in het strafproces. Naar het oordeel van de rechtbank is komen vast te staan, dat de benadeelde partij [slachtoffer 2] als gevolg van het hiervoor ten aanzien van parketnummer 08.910053-13 onder 1 bewezen verklaarde feit rechtstreeks schade heeft geleden.
De vordering is met de door de benadeelde partij overgelegde stukken onderbouwd en niet, althans onvoldoende, weersproken. De hoogte van de schade is genoegzaam komen vast te staan tot een bedrag van
€ 205,60. De vordering zal dan ook tot dat bedrag worden toegewezen.
De verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken, tot op heden begroot op nihil.
De benadeelde partij
[slachtoffer 4]heeft zich met een vordering tot schadevergoeding van een bedrag van € 183,90 gevoegd in het strafproces. Naar het oordeel van de rechtbank is komen vast te staan, dat de benadeelde partij [slachtoffer 4] als gevolg van het hiervoor ten aanzien van parketnummer 08.910053-13 onder 1 bewezen verklaarde feit rechtstreeks schade heeft geleden.
Naar het oordeel van de rechtbank is de vordering onvoldoende onderbouwd voor zover
€ 150,00 voor diverse gereedschappen wordt gevorderd. De rechtbank zal deze schadepost in redelijkheid begroten op € 50,00 en voor het overige niet ontvankelijk verklaren.
De vordering is voor het overige met de door de benadeelde partij overgelegde stukken onderbouwd en niet, althans onvoldoende, weersproken. De hoogte van de schade is genoegzaam komen vast te staan tot een bedrag van
€ 83,90.De vordering zal dan ook tot dat bedrag worden toegewezen. De verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken, tot op heden begroot op nihil.
De verdachte is voor de schade van zowel [slachtoffer 4] als [slachtoffer 2], voor zover toegewezen, naar burgerlijk recht hoofdelijk aansprakelijk.
Als extra waarborg voor betaling van de benadeelde partijen zal de rechtbank overeenkomstig artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van bovengenoemde geldsommen ten behoeve van de benadeelde partijen.
De oplegging van straf of maatregel is, behalve op de reeds aangehaalde wettelijke voorschriften, gegrond op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 14d, 27, 57 en 91 van het Wetboek van Strafrecht.

Beslissing

De rechtbank:
verklaart het ten aanzien van parketnummer 08.910039-13 onder 3 ten laste gelegde niet wettig en overtuigend bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
verklaart het ten aanzien van parketnummer 08.910039-13 onder 1 primair en 2 primair ten laste gelegde en het ten aanzien van parketnummer 08.910053-13 onder 1 en 2 ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor aangegeven en verklaart het bewezenverklaarde strafbaar.
verklaart verdachte voor het bewezenverklaarde strafbaar.
verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt de verdachte daarvan vrij.
veroordeelt verdachte voor het bewezen- en strafbaarverklaarde tot:

een gevangenisstraf voor de duur van twintig maanden.

beveelt dat de tijd die de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht.
Van de gevangenisstraf zal een gedeelte, groot tien maanden, niet worden tenuitvoergelegd, tenzij de rechtbank later anders zal gelasten, omdat de verdachte zich vóór het einde van een proeftijd van drie jaren:
- aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of
- geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht als bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen.
De tenuitvoerlegging kan ook worden gelast wanneer de verdachte gedurende een proeftijd van drie jaren de volgende bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd.
Als bijzondere voorwaarden worden gesteld dat:
- de verdachte zich binnen 2 dagen na zijn invrijheidstelling zal melden bij de reclassering en zich vervolgens zal blijven melden zo frequent als reclassering dat gedurende de proeftijd nodig acht;
- de verdachte gedurende de proeftijd op geen enkele wijze - direct of indirect - contact zal opnemen, zoeken of hebben met [medeverdachte], geboren [geboortedag] 1990 te [geboorteplaats], zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
- de verdachte zich gedurende de proeftijd van drie jaren onder behandeling zal stellen van de forensische psychiatrie of soortgelijke ambulante forensische zorg, op de tijden en plaatsen als door of namens die instelling aan te geven, teneinde zich te laten behandelen voor zijn (mogelijke) persoonlijkheidsstoornis;
De reclassering wordt daarbij opdracht gegeven toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden.

Schadevergoeding

De rechtbank veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij
[slachtoffer 2], wonende te [woonplaats], van een bedrag van
€ 205,60(zegge: tweehonderdvijf euro en zestig eurocent). Verdachte is naar burgerlijk recht hoofdelijk aansprakelijk. Indien en voor zover verdachte en/of zijn mededader heeft/hebben voldaan aan deze verplichting dan komt de andere daarmee te vervallen.
De verdachte wordt voorts veroordeeld in de kosten, die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken, tot op heden begroot op nihil.
De rechtbank legt de verdachte de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 205,60 ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 2], bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 4 dagen hechtenis.
De rechtbank bepaalt dat, indien verdachte en/of zijn mededader heeft/hebben voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat, daarmee verdachtes verplichting tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 2] in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien verdachte en/of zijn mededader heeft/hebben voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 2], daarmee verdachtes verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
De rechtbank veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij
[slachtoffer 4], wonende te [woonplaats], van een bedrag van
€ 83,90(zegge: drieëntachtig euro en negentig eurocent). Verdachte is naar burgerlijk recht hoofdelijk aansprakelijk. Indien en voor zover verdachte en/of zijn mededader heeft/hebben voldaan aan deze verplichting dan komt de andere daarmee te vervallen.
De verdachte wordt voorts veroordeeld in de kosten, die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken, tot op heden begroot op nihil.
De rechtbank legt de verdachte de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 83,90, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 4], bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 1 dag hechtenis.
De rechtbank bepaalt dat, indien verdachte en/of zijn mededader heeft/hebben voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat, daarmee verdachtes verplichting tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 4] in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien verdachte en/of zijn mededader heeft/hebben voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 4], daarmee verdachtes verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
De rechtbank bepaalt dat de benadeelde partij [slachtoffer 4] voor wat het meer gevorderde betreft in zijn vordering niet ontvankelijk is. De benadeelde partij kan zijn vordering voor dat deel bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Aldus gewezen door mr. F.E.J. Goffin, voorzitter, mrs. S. Taalman en V.P.K. van Rosmalen, rechters, in tegenwoordigheid van D.D. Drost als griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 3 april 2014.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar met paginanummering aangeduide processen-verbaal en andere stukken, betreft dit op ambtseed/ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal dan wel andere bescheiden, als bijlagen opgenomen bij het proces-verbaal van het opsporingsonderzoek van de Regiopolitie IJsselland, 04HEW 13002 Kolgans, opgemaakt op 27 augustus 2013.
2.Proces-verbaal van de terechtzitting van 20 maart 2014.
3.Pagina 367 e.v.
4.Pagina 372 e.v.
5.Pagina 286.
6.Pagina 385 e.v.
7.Pagina 551 e.v.
8.Pagina 607 e.v.
9.Pagina 511 e.v.
10.Pagina 588 e.v.
11.Proces-verbaal van de terechtzitting van 20 maart 2014.
12.Proces-verbaal van de terechtzitting van 20 maart 2014.
13.Pagina 1440 e.v.
14.Pagina 1096 e.v.
15.Pagina 1101 e.v.
16.Pagina 1105 e.v.
17.Pagina 1122 e.v.
18.Pagina 1139 e.v.
19.Proces-verbaal van de terechtzitting van 20 maart 2014.
20.Pagina 1359 e.v.
21.Pagina 1361.
22.Pagina 1362 e.v.