2.5.In deze procedure vordert [eiser 1] een verklaring voor recht dat de gemeente onrechtmatig heeft gehandeld, onder meer door de woning van [eiser 1] weg te bestemmen, en dat de gemeente wordt veroordeeld om de onrechtmatige daad op te heffen door met haar in onderhandeling te treden over minnelijke verwerving van het perceel van [eiser 1]. Daarnaast vordert [eiser 1] schadevergoeding.
Ontwikkelingen na tussenvonnis
3.Na het tussenvonnis van 2 mei 2012 hebben de volgende ontwikkelingen plaatsgevonden.
Planschadevergoedingsprocedure
4.[eiser 1] had op 19 juli 2007 een verzoek om vergoeding van planschade ingediend. Bij besluit van 18 december 2008 had de gemeente dit verzoek, op basis van een rapport van Maandag Planschadeadvies BV, afgewezen. De motivering was dat de woning van [eiser 1] niet bij de planvergelijking kon worden betrokken, omdat het geen ruimtelijke basis had (omdat het in afwijking van de vergunning en buiten het bouwblok was gebouwd).
Door de gemeente is het daartegen ingediende bezwaarschrift ongegrond verklaard, maar de rechtbank heeft dat besluit (de beslissing op het bezwaarschrift) vernietigd en de Afdeling Bestuursrecht van de Raad van State (hierna: de Afdeling of: ABRvS) heeft het daartegen door de gemeente ingestelde beroep ongegrond verklaard (uitspraak van de ABRvS van 9 februari 2011). Zij oordeelde dat het vergunde geacht moet worden rechtmatig aanwezig te zijn en als zodanig onderdeel uit te maken van het oude planologische regime.
De beslissing op het bezwaarschrift was dus vernietigd, en de gemeente diende een nieuwe beslissing te nemen.
5.De gemeente heeft advies gevraagd aan Ingenieursbureau Oranjewoud BV (hierna: Oranjewoud). Oranjewoud heeft op 24 mei 2011 een concept-advies uitgebracht.De planschade wordt in dit concept-rapport getaxeerd op € 108.000,00. Nadat partijen op het rapport hadden kunnen reageren, heeft Oranjewoud op 13 april 2012 haar definitieve rapport opgesteld. Hierin komt zij tot de conclusie dat de waardevermindering van het object door de planologische wijziging
€ 96.750,00bedraagt. Dit bedrag is onderverdeeld in € 64.500,00 wegens directe schade en € 32.250,00 wegens indirecte schade.
6.Op 14 augustus 2012 heeft de gemeente een nieuwe beslissing op het bezwaarschrift genomen. Daarbij heeft de gemeente haar besluit om geen planschade te vergoeden ingetrokken. Het verzoek om planschadevergoeding is, conform het advies van Oranjewoud, toegewezen, met de volgende deelbeslispunten:
de schade wordt anderszins verzekerd, namelijk in de vorm van het vaststellen van het bestemmingsplan “De Veldkamp, herziening [adres]” waarbij de vrijstaande woning en de garage/berging worden terugbestemd (compensatie in natura);
op de overige gronden worden de bestemmingen “bedrijf” met ruimere bebouwingsmogelijkheden, en “verkeer” gelegd (voordeelverrekening);
indien compensatie en voordeelverrekening van de schade niet volledig mogelijk mocht blijken te zijn vanwege omstandigheden buiten de macht van de familie [eiser 1], dan wordt alsnog een evenredige schadevergoeding (restant) in geldelijke vorm toegekend.
7.Tegen deze beslissing op bezwaar heeft [eiser 1] beroep ingesteld bij de rechtbank (sector bestuursrecht).
8.De rechtbank (sector bestuursrecht) heeft de Stichting Advisering Bestuursrechtspraak (hierna: StAB) om advies gevraagd, en haar een aantal vragen voorgelegd. Het verzoek om advies had betrekking op de vraag of de gemeente bij de planschadevergelijking van de juiste planologische regimes is uitgegaan, op juiste wijze met elkaar heeft vergeleken en tot een juist bedrag is gekomen (het rapport van Oranjewoud) en de vraag of de wijze waarop de gemeente de schade wil vergoeden, namelijk via compensatie in natura en voordeel-verrekening, een juiste wijze van vergoeding van schade is.
9.In haar concept-rapport van 31 mei 2013 schrijft de StAB dat Oranjewoud de twee planologische regimes op juiste wijze met elkaar heeft vergeleken. Er is geen reden om een nieuwe planvergelijking te maken. Het door Oranjewoud geadviseerde planschadebedrag van € 96.750,00 wijkt slechts minimaal af van de waardevermindering waar de taxateur van StAB op uit kwam, namelijk € 99.000,00. Er is volgens StAB geen relevant afwijkend taxatieresultaat.
10.De wijze waarop de gemeente de schade wil vergoeden (via compensatie in natura en voordeelverrekening) is volgens StAB niet strijdig met de jurisprudentie van de Afdeling die daarover is ontstaan. De gemeente heeft echter geen rekening gehouden met de mogelijkheid dat het gewijzigde bestemmingsplan in beroep vernietigd wordt.
De stelling van eisers dat een goede ruimtelijke ordening aan het terugbestemmen van de woning in de weg staat, gaat volgens StAB niet op, omdat de geluidszonering van de spoorweg en de milieuzonering in de VNG-brochure “Bedrijven en milieuzonering” in dit geval geen belemmering vormen voor het terugbestemmen.
De taxateur van StAB heeft na vaststelling van het schadecompenserende bestemmingsplan “De Veldkamp, [adres]” een restschade vastgesteld van € 70.000,00.
Het definitieve rapport van StAB is in de onderhavige procedure niet overgelegd, maar volgens partijen wijkt het definitieve rapport niet relevant af van het concept-rapport.
11.Op 6 februari 2014 was, volgens informatie van partijen, de mondelinge behandeling bij de rechtbank (sector bestuursrecht) over deze planschadevergoedingsprocedure gepland.
Bestemmingsplanprocedure.
12.De gemeente heeft een concept-bestemmingsplan voor het perceel [adres] te Borne opgesteld. Daartoe had zij [eiser 1] bij brief van 16 augustus 2011 de mogelijkheid geboden om te kiezen tussen een viertal varianten. Partijen zijn daarover niet tot overeenstemming gekomen. [eiser 1] heeft laten onderzoeken of het mogelijk was om de woning weer “terug te bestemmen”. Uit het rapport van Aveco de Bondt d.d. 14 februari 2012, leidt hij af dat dat niet mogelijk is.
13.Bij brief van 22 juni 2012 heeft de gemeente het concept-bestemmingsplan “De Veldkamp herziening [adres]” aan [eiser 1] toegestuurd. In dit concept is een deel van het perceel bestemd voor “wonen”. Hierin is ook de bestaande woning van [eiser 1] opgenomen en de berging/garage die als “bedrijf” is bestemd. Voor het overige deel heeft het perceel de bestemming “bedrijf” gekregen. Op dit deel is een bedrijfsgebouw mogelijk, zodat de zonder bouwvergunning aanwezige kapschuur gelegaliseerd kan worden.
14.Op 18 december 2012 heeft de gemeenteraad de bestemmingsplanherziening vastgesteld. Daarbij is via een amendement vastgesteld dat de bestaande woning wordt bestemd tot bedrijfswoning. De bestemmingsplanherziening is op 2 maart 2013 in werking getreden.
15.Tegen deze vaststelling heeft (uitsluitend) [eiser 1] beroep ingesteld bij de ABRvS. Hij stelde dat de gemeenteraad niet heeft onderkend dat op het perceel geen goed woon- en leefklimaat kan worden gerealiseerd, omdat de woning is gelegen binnen de geluidscontour van de spoorweg.