Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
verder [eiseres] te noemen,
Gemeente Enschede,
Gemeente Losser,
verder gezamenlijk aan te duiden als de gemeente,
verder aan te duiden als DVG,
verder [gedaagde sub 4] te noemen,
1.De procedure
- de dagvaarding en producties aan de zijde van [eiseres],
- de producties aan de zijde van de gemeente,
- incidentele conclusie houdende een verzoek tot tussenkomst dan wel voeging zijdens [gedaagde sub 4],
- incidentele conclusie houdende een verzoek tot tussenkomst dan wel voeging zijdens DVG,
- de mondelinge behandeling,
- de pleitnota’s van [eiseres],
- de pleitnota’s van de gemeente,
- de pleitnota van DVG,
- de pleitnota’s van [gedaagde sub 4].
2.De feiten
3.De vorderingen
3.6. Subsidiair voert [eiseres] aan, dat de aanbesteding op zodanig onrechtmatige wijze is verlopen dat rechtmatige gunning niet mogelijk is. Sommige in de vullen formulieren en tabellen bevatten zo onduidelijke en soms onderling tegenstrijdige eisen, dat de gemeente in strijd met het gelijkheidsbeginsel en het transparantiebeginsel heeft gehandeld.
4.De standpunten van de gemeente, DVG en [gedaagde sub 4]
“In de inschrijving dient het formulier met ‘Ritplanning definitief’ per perceel opgenomen te worden. (…) Het bijvoegen van de complete ritplanning bij de Inschrijving is noodzakelijk per perceel.”