ECLI:NL:RBOVE:2014:1154
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Herziening en terugvordering van WW-uitkering met opgelegde boete wegens schending inlichtingenplicht
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 7 maart 2014 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser, wonende te Enschede, en de Raad van Bestuur van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV). De eiser had bezwaar gemaakt tegen besluiten van het UWV, waarbij zijn WW-uitkering werd herzien en een boete werd opgelegd wegens het niet nakomen van de inlichtingenplicht volgens artikel 25 van de Werkloosheidswet (WW). De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiser de inlichtingenplicht niet heeft nageleefd, omdat hij niet tijdig melding heeft gemaakt van zijn werkzaamheden die hij vanaf 23 april 2012 heeft verricht. De rechtbank oordeelde dat de opgelegde boete evenredig was aan de ernst van de overtreding en de persoonlijke omstandigheden van de eiser. De rechtbank verklaarde het beroep van de eiser voor een deel niet-ontvankelijk en voor het overige ongegrond. Tevens werd het UWV veroordeeld in de proceskosten van de eiser, die zijn begroot op € 974,=, en diende het UWV het griffierecht van € 44,= aan de eiser te vergoeden. De uitspraak is openbaar gedaan en er staat hoger beroep open tegen deze beslissing.