ECLI:NL:RBOVE:2013:CA0221

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
24 april 2013
Publicatiedatum
22 juni 2013
Zaaknummer
C/08/127026 HA ZA 12-77
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M. Taalman
  • H. Hangelbroek
  • J. Lorist
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van onbetaalde facturen en wettelijke handelsrente naar Italiaans recht

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Overijssel, gaat het om een vordering van de vennootschap Bencom S.R.L. tegen een gedaagde zonder bekende woon- of verblijfplaats. Bencom heeft aan de gedaagde kleding geleverd en heeft hiervoor facturen verzonden ter hoogte van € 181.639,77, welke door de gedaagde onbetaald zijn gelaten. De rechtbank heeft op 24 april 2013 uitspraak gedaan, waarbij het toe te wijzen bedrag in conventie is vermeerderd met de wettelijke handelsrente naar Italiaans recht, zoals vastgelegd in de Decreto Legislativo 09/10/2002 n. 231. De rechtbank heeft in het tussenvonnis van 16 januari 2013 reeds overwogen dat de vordering van Bencom voor toewijzing vatbaar is, en heeft de gedaagde veroordeeld tot betaling van het verschuldigde bedrag, vermeerderd met rente vanaf de vervaldata van de facturen. De rechtbank heeft ook de proceskosten aan de zijde van Bencom begroot en de gedaagde veroordeeld in deze kosten. De vordering in reconventie van de gedaagde is afgewezen. Dit vonnis is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL
Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Almelo
zaaknummer: C/08/127026 HA ZA 12-77
datum vonnis: 24 april 2013
Vonnis van de rechtbank Overijssel, meervoudige kamer voor burgerlijke zaken, in de zaak van:
de vennootschap naar Italiaans recht
Bencom S.R.L.,
gevestigd te Ponzano Veneto te Italië,
eiseres in conventie, verweerster in reconventie,
verder te noemen Bencom,
advocaat: mr. N.D.R. Nefkens te Amsterdam,
tegen
[gedaagde],
zonder bekende woon- of verblijfplaats,
zaakdoende in Hengelo (O),
gedaagde in conventie, eiser in reconventie,
verder te noemen [gedaagde],
advocaat: mr. A.O.C.A. van Schravendijk te Amsterdam.
1. Het procesverloop
1.1 In deze zaak is op 16 januari 2013 een tussenvonnis door de rechtbank Oost-Nederland
gewezen (hierna: het tussenvonnis). Voor wat betreft het procesverloop verwijst de rechtbank naar dat tussenvonnis.
1.2 De wijziging van de Wet op de rechterlijke indeling, de Wet op de rechterlijke organisatie en enige andere wetten in verband met de vorming van de arrondissementen Gelderland en Overijssel, is op 1 april 2013 in werking getreden. De rechtbank
Oost-Nederland is met ingang van die datum gesplitst in de nieuwe rechtbanken Gelderland en Overijssel. De zaak wordt daarom verder behandeld en beslist door de rechtbank Overijssel.
1.3 Naar aanleiding van het tussenvonnis heeft Bencom een akte uitlaten bewijsopdracht en uitlaten toepasselijke rente, tevens akte wijziging van eis en tevens akte overlegging producties overgelegd. [Gedaagde] heeft vervolgens een antwoordakte ingediend.
1.4 Daarna is vonnis bepaald op vandaag.
2. De overwegingen
2.1 Voor wat betreft de vaststaande feiten, de vordering in conventie, de onderbouwing daarvan en het verweer van [gedaagde], alsmede de vordering in reconventie, de onderbouwing daarvan en het verweer van Bencom, verwijst de rechtbank naar het tussenvonnis en neemt dat hier over.
2.2 In deze zaak gaat het in conventie hierom dat Bencom aan [gedaagde] kleding heeft geleverd, waarvoor Bencom aan [gedaagde] facturen voor een (totaal)bedrag van
€ 181.639,77 heeft verzonden, die [gedaagde] onbetaald heeft gelaten.
2.3 De vordering van Bencom, die wat betreft de hoofdsom aansluit bij voornoemd bedrag, is, zoals is overwogen in het tussenvonnis, voor toewijzing vatbaar.
2.4 Ten aanzien van de wettelijke rente heeft Bencom bij conclusie van repliek in conventie deze gevorderd vanaf 21 juli 2010, berekend op grond van artikel 10 van haar algemene voorwaarden.
2.5 In het tussenvonnis is overwogen dat het in de rede ligt dat aan Bencom een bewijsopdracht wordt verstrekt om haar stelling te bewijzen dat haar algemene voorwaarden van toepassing zijn, wat zij stelt en [gedaagde] betwist.
2.6 Bij akte uitlaten bewijsopdracht en uitlaten toepasselijke rente, tevens akte wijziging van eis en tevens akte overlegging producties (hierna: akte) heeft Bencom op grond van proceseconomische redenen afgezien van de aan haar toekomende bewijsopdracht.
2.7 Bij dezelfde akte heeft Bencom haar eis gewijzigd door de grondslag van de verschuldigdheid van de handelsrente te laten berekenen op grond van Italiaans recht, wat neerkomt op een berekening ex artikel 2 en artikel 4 van de Decreto Legislativo 09/10/2002 n. 231. Daarnaast heeft Bencom haar eis vermeerderd door de datum vanaf welke de rente verschuldigd is, vast te stellen op de datum van het verstrijken vanaf de betalingstermijn van de eerste factuur, die [gedaagde] niet (volledig) heeft betaald, te weten 20 oktober 2009.
2.8 Bij antwoordakte heeft [gedaagde] afgezien van een inhoudelijke reactie.
2.9 Op grond van artikel 78 Weens Koopverdrag heeft Bencom recht op rente. Zoals overwogen in het tussenvonnis moet, indien de rente niet overeenkomstig de algemene voorwaarden van Bencom wordt berekend, worden berekend naar Italiaans recht, zodat de naar Italiaans recht geldende wettelijke handelsrente kan worden toegewezen. Onweersproken is gesteld dat de Italiaanse handelsrente overeenkomstig artikel 2 en artikel 4 van de Decreto Legislativo 09/10/2002 n. 231 wordt berekend, zodat de rechtbank dit zal toewijzen.
2.10 Bencom heeft rente gevorderd vanaf 20 oktober 2009. De vergoeding van rente die bij te late betaling verschuldigd is, is vanaf de dag waarop betaald moest worden toewijsbaar. De rente zal daarom worden toegewezen vanaf de vervaldata van de afzonderlijke factuurbedragen, waarbij de rechtbank aansluit bij de “initial due date”, zoals die blijkt uit het bij akte overgelegde overzicht.
2.11 Zoals is overwogen in het tussenvonnis, is de vordering in reconventie niet voor toewijzing vatbaar. Deze zal dus worden afgewezen.
2.12 Ten aanzien van de proceskosten is in het tussenvonnis overwogen dat [gedaagde] zal worden veroordeeld in de proceskosten, zowel in conventie als in reconventie. In conventie worden de kosten aan de zijde van Bencom begroot op € 3.715,15 aan verschotten (€ 94,15 kosten dagvaarding en € 3.621,- griffierecht) en € 3.552,50 aan salaris van de advocaat (2,5 punten x tarief V). In reconventie worden de kosten aan de zijde van Bencom begroot op € 1.421,- aan salaris advocaat (2 punten x 0,5 factor x tarief V).
5. De beslissing
In conventie
De rechtbank:
I. veroordeelt [gedaagde] om aan Bencom tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen een bedrag van € 181.639,77 (zegge: honderdéénentachtigduizend zeshonderdnegenendertig euro en zevenenzeventig eurocent), te vermeerderen met de wettelijke handelsrente naar Italiaans recht als bedoeld in artikel 2 en artikel 4 van de Decreto Legislativo 09/10/2002 n. 231 over de hierna te noemen bedragen vanaf de hierna te noemen data, tot aan de dag der algehele voldoening, te weten:
€ 6.488,21 vanaf 20 oktober 2009,
€ 40.002,16 vanaf 20 november 2009,
€ 16.310,86 vanaf 20 maart 2010,
€ 43.898,33 vanaf 20 april 2010,
€ 44.934,76 vanaf 20 mei 2010,
€ 28.836,56 vanaf 20 juni 2010,
€ 1.168,89 vanaf 20 juli 2010;
II. veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten. De kosten aan de zijde van Bencom worden begroot op € 3.715,25 aan verschotten en € 3.552,50 aan salaris advocaat;
III. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
IV. wijst het meer of anders gevorderde af;
In reconventie
De rechtbank:
I. wijst de vorderingen af;
II. veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten. De kosten aan de zijde van Bencom worden begroot op € 1.421,- aan salaris advocaat;
III. verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen te Almelo door mrs. Taalman, Hangelbroek en Lorist en is op
24 april 2013 in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier.