ECLI:NL:RBOVE:2013:BZ8054

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
18 april 2013
Publicatiedatum
22 juni 2013
Zaaknummer
07.650043-12 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in ontucht- en verkrachtingszaak door gebrek aan bewijs

In de strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van ontucht en verkrachting, heeft de Rechtbank Overijssel op 18 april 2013 uitspraak gedaan. De rechtbank sprak de verdachte vrij van de tenlastegelegde feiten, omdat de aangiftes van de slachtoffers onvoldoende steun vonden in ander bewijsmateriaal. De rechtbank oordeelde dat de verklaringen van de slachtoffers, [slachtoffer 1], [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3], niet wettig en overtuigend konden worden bewezen. De rechtbank stelde vast dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om de zaak te behandelen. Tijdens de zitting op 4 april 2013 was de verdachte aanwezig, bijgestaan door zijn advocaat, mr. R.F. Ronday, terwijl de officier van justitie, mr. R. Verheul, de vervolging voerde.

De rechtbank overwoog dat de verklaringen van de slachtoffers, hoewel ernstig, niet voldoende waren om tot een veroordeling te komen. De verklaringen van getuigen en familieleden die in het dossier waren opgenomen, gaven geen steun aan de aangiftes. De rechtbank concludeerde dat de verdachte niet wettig en overtuigend kon worden bewezen dat hij de seksuele handelingen had verricht zoals ten laste gelegd. De rechtbank besloot daarom de verdachte vrij te spreken van de hem ten laste gelegde feiten.

De benadeelde partijen, [slachtoffer 1], [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3], werden in hun vorderingen niet-ontvankelijk verklaard, aangezien de verdachte van de hem ten laste gelegde feiten werd vrijgesproken. De rechtbank hefte het bevel tot voorlopige hechtenis op en bepaalde dat de benadeelde partijen hun vorderingen bij de burgerlijke rechter konden indienen. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, onder leiding van voorzitter mr. F. Koster, en in aanwezigheid van de andere rechters.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL
Sector Strafrecht - meervoudige kamer
Parketnummer: 07.650043-12 (P)
Uitspraak: 18 april 2013
VONNIS IN DE STRAFZAAK VAN:
het openbaar ministerie
tegen
[verdachte]
geboren op [1959 te plaats],
wonende te [adres].
ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
Het onderzoek ter terechtzitting heeft plaatsgevonden op 4 april 2013, waarbij de verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. R.F. Ronday, advocaat te Mijdrecht. Als officier van justitie was aanwezig mr. R. Verheul.
TENLASTELEGGING
De verdachte is, na een wijziging tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
1.
hij op één of meer verschillende tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 juli 2010 tot en met 20 december 2010 te Heino in de gemeente Raalte en/of elders in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer 1] te dwingen tot het ondergaan van (een) handeling(en) die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1], immers heeft hij, verdachte, meermalen, althans eenmaal,
- (terwijl verdachte zichzelf uitkleedde en/of had uitgekleed en/of terwijl verdachte zichzelf masturbeerde), het t-shirt van die [slachtoffer 1] omhoog/naar boven getrokken, en/of getracht/ geprobeerd die [slachtoffer 1] uit te kleden en/of
- (hard/ met kracht) die [slachtoffer 1] op de tafel gegooid en/of de keel van die [slachtoffer 1] vastgepakt en/of die [slachtoffer 1] tegen de bank gedrukt en/of
- zijn handen in de broek van die [slachtoffer 1] gestopt en/of
- die [slachtoffer 1] vastgepakt en/of vastgehouden en/of de deur op slot gedaan en/of
- een vuurwapen en/of kogels zichtbaar voorhanden gehad en/of met een vuurwapen geschoten en/of
- misbruik gemaakt van het uit de feitelijke verhoudingen en/of het (grote) cultuurverschil voortvloeiende overwicht en/of psychische en/of emotionele overwicht en/of zich dwingend en/of manipulerend opgesteld en/of (aldus) voor die [slachtoffer 1] een bedreigende situatie ontstond, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op één of meer verschillende tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 juli 2010 tot en met 20 december 2010 te Heino in de gemeente Raalte, door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handeling(en), bestaande uit
- het betasten van de borsten van die [slachtoffer 1] en/of
- het masturberen in aanwezigheid/bijzijn en/of op/boven de borst(en) van die [slachtoffer 1]
en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat hij, verdachte, meermalen, althans éénmaal,
- (terwijl verdachte zichzelf uitkleedde en/of had uitgekleed en/of terwijl verdachte zichzelf masturbeerde), het t-shirt van die [slachtoffer 1] omhoog/naar boven heeft getrokken, en/of heeft getracht/ geprobeerd die [slachtoffer 1] uit te kleden en/of
- (hard/ met kracht) die [slachtoffer 1] op de tafel heeft gegooid en/of de keel van die [slachtoffer 1] heeft vastgepakt en/of die [slachtoffer 1] tegen de bank heeft gedrukt en/of
- zijn handen in de broek van die [slachtoffer 1] heeft gestopt en/of
- die [slachtoffer 1] heeft vastgepakt en/of vastgehouden en/of de deur op slot heeft gedaan en/of
- een vuurwapen en/of kogels zichtbaar voorhanden heeft gehad en/of met een vuurwapen heeft geschoten en/of
- misbruik heeft gemaakt van het uit de feitelijke verhoudingen en/of het (grote) cultuurverschil voortvloeiende overwicht en/of psychische en/of emotionele overwicht en/of zich dwingend en/of manipulerend heeft opgesteld en/of (aldus) voor die [slachtoffer 1] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan en/of voor die [slachtoffer 1] een zodanige psychische druk heeft doen ontstaan dat zij, [slachtoffer 1], daaraan geen weerstand kon bieden.
2.
hij op één of meer verschillende tijdstippen in of omstreeks periode van 2 februari 2002 tot en met 18 december 2010 in de gemeente(n) Raalte en/of Zeewolde en/of Sneek en/of elders in Nederland, door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer 2] (telkens) heeft gedwongen tot het ondergaan van (een) handeling(en) die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 2], hebbende verdachte meermalen, althans éénmaal, zijn, verdachtes, penis in de mond van die [slachtoffer 2] gebracht/geduwd, en/of (vervolgens) het hoofd van die [slachtoffer 2] vastgepakt en heen en weergaande bewegingen gemaakt zgn. pijpen, en/of meermalen, althans éénmaal, zijn, verdachtes, penis en/of vinger(s) in de kont van die [slachtoffer 2] gebracht/geduwd en/of (vervolgens) heen en weergaande bewegingen gemaakt en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat hij de ruimte waarin die seksuele handelingen werden verricht telkens afsloot en/of dat hij, verdachte (zijnde stiefvader van die [slachtoffer 2]) die toen daar de leeftijd van tussen de (ongeveer) 43 jaar en 51 jaar had bereikt en/of die [slachtoffer 2] slechts tussen de 10 jaar en 18 jaar oud was en/of dat uit dat (grote) leeftijdsverschil een feitelijk fysiek en/of geestelijk overwicht van de verdachte ten opzichte van die [slachtoffer 2] voortvloeide en/of (aldus) voor die [slachtoffer 2] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan en/of voor die [slachtoffer 2] een zodanige psychische druk heeft doen opleveren dat hij, [slachtoffer 2], daaraan geen weerstand kon bieden;
althans, indien het vorenstaande onder 2 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op één of meer verschillende tijdstippen in of omstreeks de periode van 2 februari 2002 tot en met 3 april 2004 in de gemeente(n) Raalte en/of Zeewolde en/of Sneek en/of elders in Nederland, met [slachtoffer 2], die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, een of meer handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 2], hebbende verdachte meermalen, althans éénmaal, zijn, verdachtes, penis in de mond van die [slachtoffer 2] gebracht/geduwd, en/of (vervolgens) het hoofd van die [slachtoffer 2] vastgepakt en (met het hoofd van die [slachtoffer 2]) heen en weergaande bewegingen gemaakt zgn. pijpen, en/of zijn, verdachtes, penis en/of vinger(s) in de kont van die [slachtoffer 2] gebracht/geduwd en/of (vervolgens) heen en weergaande bewegingen gemaakt;
althans, indien het vorenstaande onder 2 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op één of meer verschillende tijdstippen in of omstreeks de periode van 4 april 2004 tot en met 3 april 2008 in de gemeente(n) Raalte en/of Zeewolde en/of Sneek en/of elders in Nederland, met [slachtoffer 2], die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 2], hebbende verdachte meermalen, althans éénmaal, zijn, verdachtes, penis in de mond van die [slachtoffer 2] gebracht/geduwd, en/of (vervolgens) het hoofd van die [slachtoffer 2] vastgepakt en (met het hoofd van die [slachtoffer 2]) heen en weergaande bewegingen gemaakt zgn. pijpen, en/of zijn, verdachtes, penis en/of vinger(s) in de kont van die [slachtoffer 2] gebracht/geduwd en/of (vervolgens) heen en weergaande bewegingen gemaakt;
althans, indien het vorenstaande onder 2 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op één of meer verschillende tijdstippen in of omstreeks de periode van 2 februari 2002 tot en met 18 december 2010 in de gemeente(n) Raalte en/of Zeewolde en/of Sneek en/of elders in Nederland, door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer 2] heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handeling(en), bestaande uit het meermalen, althans éénmaal,
- laten masseren van zijn, verdachtes, penis en/of ballen door die [slachtoffer 2] en/of
- maken van trekkende bewegingen (zgn. aftrekken) van/aan zijn, verdachtes, penis door die [slachtoffer 2] en/of
- betasten en/of vastpakken en/of knijpen van/in de penis van die [slachtoffer 2] door verdachte en/of
- maken van trekkende bewegingen (zgn. aftrekken) van/aan de penis van die [slachtoffer 2] door verdachte en/of
- brengen van de vinger(s) van die [slachtoffer 2] in de kont van verdachte,
en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat hij de ruimte waarin die seksuele handelingen werden verricht telkens afsloot en/of dat hij, verdachte (zijnde stiefvader van het slachtoffer) toen daar de leeftijd van tussen de (ongeveer) 43 jaar en 51 jaar had bereikt en/of die [slachtoffer 2] slechts tussen de 10 jaar en 18 jaar oud was en/of dat uit dat (grote) leeftijdsverschil een feitelijk fysiek en/of geestelijk overwicht van de verdachte ten opzichte van die [slachtoffer 2] voortvloeide en/of (aldus) voor die [slachtoffer 2] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan en/of voor die [slachtoffer 2] een zodanige psychische druk heeft doen opleveren dat hij, [slachtoffer 2], daaraan geen weerstand kon bieden.
3.
hij op één of meer verschillende tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2005 t/m 20 december 2010 in de gemeente(n) Raalte en/of Zeewolde en/of Sneek en/of elders in Nederland door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer 3] heeft gedwongen tot het ondergaan van (een) handeling(en) die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 3], hebbende verdachte (telkens) zijn penis gebracht/geduwd in de vagina en/of anus van die [slachtoffer 3] en/of en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat hij zich niets gelegen heeft laten liggen aan de omstandigheid dat die [slachtoffer 3] in bed lag en zich om fysieke redenen niet of nauwelijks kon bewegen en/of dat verdachte meermalen, althans éénmaal, die [slachtoffer 3] heeft geslagen op/tegen de rug, althans het lichaam en/of dat uit een (groot) cultuurverschil een psychische/geestelijk overwicht van de verdachte ten opzichte van die [slachtoffer 3] voortvloeide en/of (aldus) voor die [slachtoffer 3] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan en/of voor die [slachtoffer 3] een zodanige psychische druk heeft doen opleveren dat zij, [slachtoffer 3], daaraan geen weerstand kon bieden.
VOORVRAGEN
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
BEWIJSOVERWEGINGEN
Inleiding
[slachtoffer 1] (hierna ook: [slachtoffer 1]), [slachtoffer 2] (hierna ook: [slachtoffer 2]) en [slachtoffer 3] (hierna ook: [slachtoffer 3]) hebben aangifte tegen verdachte gedaan.
[slachtoffer 1] heeft - kort gezegd - verklaard dat zij vanaf de zomer van 2010 tot en met december 2010 bij verdachte en zijn gezin in hun woning verbleef. Zij heeft verklaard dat verdachte tegen haar wil seksuele handelingen bij haar verrichtte. Zo zat hij aan haar borsten en masturbeerde hij terwijl zijn penis op haar borst lag. Ook werd ze gedwongen om hem te helpen met masturberen.
[slachtoffer 2] is de stiefzoon van verdachte en woonde samen met zijn moeder [slachtoffer 3] bij verdachte. Hij heeft verklaard dat hij vanaf zijn tiende of elfde verdachte’s geslachtsdelen moest masseren en hem moest aftrekken. Dit gebeurde wel een paar keer per maand. Ook heeft hij verklaard dat hij verdachte ongeveer vijf keer heeft moeten pijpen. Dit gebeurde in de woonkamer of in de garage, die dan op slot gingen. Voorts heeft hij verklaard over het feit dat hij enkele malen door verdachte van achteren is genomen. Hij was toen 15 of 16 jaar oud en voelde zich elke keer gedwongen om het zijn stiefvader toe te staan.
[slachtoffer 3] is in 2002 met verdachte getrouwd. Zij heeft verklaard dat verdachte tijdens hun huwelijk steeds verdergaande seksuele wensen had en dat ze in 2010 hem duidelijk heeft gemaakt dat ze geen seksueel contact meer met hem wilde. Toen zij met pijn in haar rug op bed en zich nauwelijks kon bewegen is verdachte tegen haar wil met zijn penis haar vagina binnengedrongen.
Verdachte heeft ontkend dat hij [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot het ondergaan van seksuele handelingen. Verdachte heeft verklaard dat [slachtoffer 1] hem inderdaad masseerde. Hij heeft aangegeven dat er ook seksuele handelingen tussen hen hebben plaatsgevonden, maar dat dit niet tegen de wil van [slachtoffer 1] was.
Verdachte heeft ontkend dat hij seksueel contact met zijn stiefzoon [slachtoffer 2] heeft gehad en heeft ook ontkend dat hij [slachtoffer 3] tegen haar wil heeft gedwongen tot het ondergaan van seksuele handelingen.
Naast genoemde aangiftes bevinden zich in het dossier verklaringen van een zestal familieleden en kennissen van de ex-echtgenote van verdachte, mevrouw [getuige 1]. Zij verklaren, kort samengevat, dat ze in de jaren ’70 en ’80, toen ze minderjarig waren, door verdachte op ontuchtige wijze zijn benaderd. Mevrouw [getuige 1] en de heer [getuige 2] hebben verklaard dat er ook penetratie heeft plaatsgevonden.
Ten slotte bevinden zich in het dossier een mailbericht van [getuige 3] en verklaringen van [getuige 4] en [getuige 5]. Zij hebben net als [slachtoffer 1] enige tijd bij verdachte en het gezin in de woning verbleven. [getuige 3] en [getuige 4] geven aan dat zij verdachte masseerden en dat verdachte daarbij masturbeerde. Zij verklaren ook dat verdachte hen vroeg om hem daarbij te helpen, maar dat dit niet gebeurde omdat zij weigerden. [getuige 5] heeft ook verklaard dat verdachte masturbeerde in haar bijzijn.
Het standpunt van het openbaar ministerie
De officier van justitie heeft ter terechtzitting de veroordeling van verdachte gevorderd ten aanzien van hetgeen onder 1 subsidiair, 2 meest subsidiair en 3 ten laste is gelegd.
Het onder 1 subsidiair ten laste gelegde acht hij wettig en overtuigend bewezen op basis van de aangifte van [slachtoffer 1], de verklaring van [slachtoffer 3] bij de rechter-commissaris, dat [slachtoffer 1] haar had verteld dat verdachte tijdens een massage haar hand naar zijn geslachtsdeel had gebracht, alsmede op basis van de bij de inleiding genoemde verklaringen met betrekking tot de ontuchtige handelingen die door verdachte in de jaren ’70 en ’80 zouden zijn gepleegd en de verklaringen van [getuige 3], [getuige 4] en [getuige 5].
Voor wat betreft het onder meest subsidiair ten laste gelegde wijst de officier van justitie op de aangifte van [slachtoffer 2], de verklaring van [getuige 4] dat zij een vermoeden had dat er seksuele handelingen met [slachtoffer 2] plaatsvonden, de verklaring van [slachtoffer 3] dat zij een vermoeden heeft dat er seksuele handelingen tussen haar zoon en verdachte hebben plaatsgevonden, alsmede de bij de inleiding genoemde verklaringen met betrekking tot de ontuchtige handelingen die door verdachte in de jaren ’70 en ’80 zouden zijn gepleegd en de verklaringen van [getuige 3], [getuige 4] en [getuige 5].
De verkrachting van [slachtoffer 3] acht de officier van justitie bewezen gelet op de wijze waarop [slachtoffer 3] over dit voorval heeft verklaard, namelijk vol emotie en schaamte, en de uit de verklaringen van [getuige 3], [getuige 4], [getuige 5] en [slachtoffer 1] blijkende overmatige behoefte aan seksualiteit bij verdachte.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman van verdachte heeft vrijspraak bepleit van de aan verdachte ten laste gelegde feiten. Hij heeft - kort samengevat- de betrouwbaarheid van de aangiftes betwist en aangevoerd dat de aangevers enkel met betrekking tot zichzelf verklaren en dat ieder ondersteunend bewijs ontbreekt.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank stelt het volgende voorop. Volgens het tweede lid van artikel 342 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) - dat de tenlastelegging in haar geheel betreft en niet een onderdeel daarvan - kan het bewijs dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan, door de rechter niet uitsluitend worden aangenomen op de verklaring van één getuige. Deze bepaling strekt ter waarborging van de deugdelijkheid van de bewijsbeslissing, in die zin dat zij de rechter verbiedt tot een bewezenverklaring te komen ingeval de verklaring van één getuige met betrekking tot de feiten en omstandigheden op zichzelf staat en onvoldoende steun vindt in ander bewijsmateriaal.
Feit 1
De rechtbank is van oordeel dat de verklaring van [slachtoffer 1] dat verdachte tegen haar wil seksuele handelingen bij haar verrichte onvoldoende steun vindt in enig ander bewijsmateriaal. De verklaring van [slachtoffer 3], afgelegd bij de rechter-commissaris, kan naar het oordeel van de rechtbank niet als steunbewijs dienen, nu zij verklaard niets te hebben gezien van hetgeen tussen verdachte en [slachtoffer 1] heeft plaatsgevonden en enkel heeft verklaard over hetgeen zij van [slachtoffer 1] heeft gehoord.
Ook de door de officier van justitie aangehaalde verklaringen van de families [naam 1], [getuige 1] en [getuige 2] kunnen naar het oordeel van de rechtbank niet als steunbewijs dienen, nu zij niets inhouden omtrent hetgeen ten laste is gelegd en betrekking hebben op een periode van meer dan 30 jaar geleden.
Hetgeen uit de mail van [getuige 3] en de verklaringen van [getuige 4] en [getuige 5] naar voren komt, te weten dat verdachte in hun bijzijn masturbeerde, levert naar het oordeel van de rechtbank eveneens geen steunbewijs op voor het feit dat verdachte tegen de zin van [slachtoffer 1] seksuele handelingen bij haar heeft verricht. Daarbij overweegt de rechtbank dat [getuige 3], [getuige 4] en [getuige 5] ook niet verklaren over het feit dat verdachte bij hen seksuele handelingen tegen hun wil heeft verricht.
Feit 2
Naar het oordeel van de rechtbank is er naast de aangifte van [slachtoffer 2] onvoldoende steunbewijs om tot een bewezenverklaring van één van de onder 2 ten laste gelegde strafbare feiten te komen. Zowel getuige [getuige 4] als [slachtoffer 3] spreken desgevraagd enkel een vermoeden uit dat er seksuele handelingen tussen verdachte en [slachtoffer 2] plaatsvonden, zij hebben hier echter nooit iets van gezien.
Ook ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde geldt naar het oordeel van de rechtbank dat de door de officier van justitie aangehaalde verklaringen van de families [naam 1], [getuige 1] en [getuige 2] niet als steunbewijs kunnen dienen, nu zij niets inhouden omtrent hetgeen ten laste is gelegd en betrekking hebben op een periode van meer dan 30 jaar geleden. Ook hetgeen uit de mail van [getuige 3] en de verklaringen van [getuige 4] en [getuige 5] naar voren komt, te weten dat verdachte in hun bijzijn masturbeerde, levert geen steunbewijs op voor het feit dat verdachte seksuele handelingen bij [slachtoffer 2] heeft verricht.
Feit 3
Ook voor wat betreft het onder 3 ten laste gelegde feit, de verkrachting van zijn vrouw [slachtoffer 3], geldt dat zich in het dossier behalve de aangifte van [slachtoffer 3] onvoldoende steunbewijs bevindt dat verdachte aangeefster heeft gedwongen tot het hebben van seks met hem.
Samengevat is de rechtbank van oordeel dat de verschillende aangiftes onvoldoende steun vinden in andere bewijsmiddelen. Dit leidt tot de conclusie dat hetgeen aan verdachte onder 1,2 en 3 ten laste is gelegd niet wettig en overtuigend kan worden bewezen. De rechtbank zal verdachte dan ook vrijspreken.
BENADEELDE PARTIJEN
De benadeelde partijen, [slachtoffer 1], [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] dienen in hun vorderingen niet-ontvankelijk te worden verklaard nu de verdachte van het hem onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde zal worden vrijgesproken.
BESLISSING
Het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde is niet wettig en overtuigend bewezen. De rechtbank spreekt de verdachte daarvan vrij.
De rechtbank heft op het (geschorste) bevel voorlopige hechtenis.
De rechtbank bepaalt dat de benadeelde partijen [slachtoffer 1], [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] in hun vordering niet ontvankelijk zijn. De benadeelde partijen kunnen hun vordering bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Aldus gewezen door mr. F. Koster, voorzitter, mrs. F. van der Maden en A.J. Louter, rechters, in tegenwoordigheid van mr. A. Seuters als griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 18 april 2013.