ECLI:NL:RBOVE:2013:BZ6038

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
2 april 2013
Publicatiedatum
8 april 2013
Zaaknummer
07.662170-12 en 07.690701-12 (gevoegd ter terechtzitting)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Heropening van het onderzoek in een strafzaak met meerdere parketnummers en getuigenverhoor

Op 2 april 2013 heeft de Rechtbank Overijssel een vonnis gewezen in een strafzaak met de parketnummers 07.662170-12 en 07.690701-12. De rechtbank heeft het onderzoek heropend omdat het niet volledig was. Tijdens de eerdere zittingen, die begonnen op 11 september 2012, waren de verdachte en zijn raadsman niet altijd aanwezig. De rechtbank heeft vastgesteld dat er mogelijk belangrijke processen-verbaal ontbreken die betrekking hebben op de verklaringen van getuige 1, die cruciaal zijn voor de zaak. De rechtbank heeft het Openbaar Ministerie opgedragen om vóór 16 april 2013 alle relevante stukken aan het dossier toe te voegen, inclusief informatie van de Regiopolitie IJsselland. De getuige moet worden gehoord over haar betrokkenheid bij de feiten die de verdachte ten laste zijn gelegd. De rechtbank heeft ook besloten dat het onderzoek binnen drie maanden na de heropening moet worden hervat. De voorlopige hechtenis van de verdachte blijft gehandhaafd, omdat er ernstige bezwaren tegen hem bestaan. De rechtbank heeft het verzoek van de raadsman om de voorlopige hechtenis op te heffen of te schorsen afgewezen, omdat de gronden voor de voorlopige hechtenis nog steeds aanwezig zijn. De zaak wordt terugverwezen naar de rechter-commissaris voor het horen van de getuige.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Afdeling strafrecht
Parketnummers: 07.662170-12 en 07.690701-12 (gevoegd ter terechtzitting)
Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 2 april 2013
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland,
thans verblijvende in de Penitentiaire Inrichting Almere.
1 HET ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het onderzoek ter terechtzitting is aangevangen op 11 september 2012, waarbij verdachte en zijn raadsman mr. A. Taner, advocaat te Lelystad, niet zijn verschenen. Het onderzoek ter terechtzitting is opnieuw aangevangen op 4 december 2012, waarbij verdachte en zijn raadsman mr. Taner, voornoemd, zijn verschenen. Het onderzoek ter terechtzitting is voortgezet op 29 januari 2013, waarbij verdachte en zijn raadsman mr. A.S. van der Biezen, advocaat te ’s-Hertogenbosch zijn verschenen. Het onderzoek ter terechtzitting is hervat op 19 maart 2013, op welke datum de inhoudelijke behandeling van de strafzaak heeft plaatsgevonden. Verdachte en zijn raadsman mr. Van der Biezen, voornoemd, zijn wederom verschenen.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. W. Ludwig en van de standpunten door de raadsman van verdachte naar voren gebracht.
2 DE TENLASTELEGGING
De verdachte is, na een nadere omschrijving tenlastelegging d.d. 4 december 2012, ten laste gelegd dat:
07.662170-12:
hij op of omstreeks 25 november 2011 in de gemeente Almere tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning (gelegen aan de [adres]) heeft weggenomen een portemonnee (met daarin onder andere een geldbedrag en/of (een) bankpas(sen) en/of identiteitsdocument(en)) en/of één of meerdere huissleutel(s) en/of autosleutel(s) en/of een mobiele telefoon (merk: Nokia), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte, en/of zijn mededader(s), meermalen, in ieder geval éénmaal, (met kracht)
- via de voordeur van voornoemde woning de woning is/zijn binnengedrongen en/of
- op/tegen/in het lichaam van die [slachtoffer 1] heeft/hebben geduwd, waardoor die [slachtoffer 1] tegen een kast en/of (vervolgens) op de grond is gevallen en/of
- die [slachtoffer 1] bij de nek vast heeft/hebben gepakt en/of gehouden en/of
- op/tegen het hoofd van die [slachtoffer 1] heeft/hebben gestompt en/of geslagen en/of
- een stroomstootwapen/taser op/tegen/in de rug, in ieder geval op/tegen/in het lichaam van die [slachtoffer 1] heeft/hebben gebruikt en/of gedrukt en/of
- diverse vertrekken en/of verdiepingen van voornoemde woning heeft/hebben betreden en/of - (met een voorwerp) op/tegen het (achter)hoofd van die [slachtoffer 2] heeft/hebben geslagen en/of gestompt en/of
- met (een) tie-rip(s), in ieder geval met (een) soortgelijk(e) voorwerp(en), de pols(en) van die [slachtoffer 2] heeft/hebben vastgebonden en/of
- op/tegen/in/aan het lichaam van die [slachtoffer 3] heeft geduwd en/of getrokken, waardoor die [slachtoffer 3] op de grond terechtkwam en/of
- een stuk (duck)tape op de mond van die [slachtoffer 3] heeft geplakt, terwijl die [slachtoffer 3] zich al liggend op de grond bevond en/of
- (daarbij/daarna) die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] en/of die [slachtoffer 3] de volgende woorden heeft/hebben toegevoegd:
* "Als je je bek niet houdt, dan steek ik je dood." en/of
* "Als je gaat schreeuwen, dan steek ik je dood." en/of
* "Sta op en ga naar beneden.",
althans(telkens) woorden van gelijke aard of strekking,
terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) zijn/hun gezicht en/of hoofd had(den) gecamoufleerd/bedekt door het dragen van (een) capuchon(s)/muts(en) en/of een panty/maillot over/op het hoofd;
07.690701-12:
hij op of omstreeks 02 juli 2012 in de gemeente Almere tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen een of meer wapens van categorie III, te weten een start/alarmpistool (merk: BBM (Bruni), model: New Police, kaliber 8mm Knal), en/of munitie van categorie III, te weten vier (scherpe) patronen (merk: GFL, kaliber 8mm Knal), voorhanden heeft gehad.
De rechtbank verbetert in de tenlastelegging een aantal kennelijke schrijffouten. De verdachte wordt blijkens het onderzoek ter terechtzitting daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
3 OVERWEGING
De rechtbank kan in deze zaak thans nog niet tot een einduitspraak komen. Tijdens de beraadslaging is namelijk gebleken dat ten aanzien van het onder parketnummer 07.662170-12 ten laste gelegde feit het onderzoek niet volledig is geweest, zodat het moet worden heropend.
De raadsman van verdachte heeft tijdens het pleidooi zijn eerdere verzoek om de getuige [getuige 1] te horen gemotiveerd herhaald. De officier van justitie heeft zich verzet tegen het alsnog horen van deze getuige omdat dit volgens hem niet noodzakelijk zou zijn.
De rechtbank constateert dat de getuige [getuige 1] een voor de verdachte belastende verklaring heeft afgelegd en dat de verdediging niet de gelegenheid heeft gehad deze getuige te ondervragen. De raadsman heeft zijn verzoek uitvoerig onderbouwd en aangevoerd dat verdachte er van overtuigd is dat de verklaring van de getuige onjuist en onvolledig is en is ingegeven door rancune jegens hem. Verder heeft de raadsman betoogd dat uit de verklaringen van de [getuige 1] zoals die zich thans in het dossier bevinden op geen enkele wijze op te maken valt hoe zij over daderinformatie beschikte. Volgens de raadsman valt niet uit te sluiten dat de in de verklaring begrepen daderinformatie van de politie afkomstig is.
Gelet op de motivering van het getuigenverzoek is de rechtbank van oordeel dat het noodzakelijk is dat de verdediging alsnog in de gelegenheid wordt gesteld om de getuige te horen.
De rechtbank zal om die reden de zaak terugverwijzen naar de rechter-commissaris.
In het procesdossier bevinden zich mogelijk niet alle processen-verbaal die betrekking hebben op de verhoren van [getuige 1] in de zaak van de Regiopolitie IJsselland met nummer PL04SA2011104582. Onduidelijk is of en zo ja welke informatie de [getuige 1] van de politie heeft gekregen over de onderhavige zaak ten tijde van haar verhoren. De rechtbank zal daarom de officier van justitie opdragen het dossier aan te vullen met de eventueel ontbrekende stukken.
Gelet op het hiervoor overwogene acht de rechtbank het onderzoek ter terechtzitting niet volledig, zodat het onderzoek moet worden heropend.
Na heropening van het onderzoek wordt dit terstond voor een periode van maximaal 3 maanden geschorst.
In de omstandigheid dat niet te verwachten is dat het vereiste onderzoek binnen een periode van een maand zal zijn afgerond, ziet de rechtbank een klemmende reden de termijn voor hervatting van het onderzoek ter terechtzitting niet tot een maand te beperken.
De raadsman heeft ter terechtzitting verzocht de voorlopige hechtenis op te heffen dan wel te schorsen.
De rechtbank zal het verzoek tot opheffing dan wel schorsing van de voorlopige hechtenis afwijzen, omdat de ernstige bezwaren tegen de verdachte en de gronden die aan het bevel tot voorlopige hechtenis ten grondslag liggen thans nog onverkort aanwezig zijn, omdat artikel 67a, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering thans nog niet aan de orde wordt geacht, en omdat niet, althans onvoldoende, is gebleken van feiten en/of omstandigheden die een schorsing van de voorlopige hechtenis zouden kunnen rechtvaardigen
4 BESLISSING
De rechtbank:
- heropent het onderzoek en schorst dit tot een nader te appointeren terechtzitting;
- bepaalt dat het onderzoek in deze zaak zal worden hervat binnen een periode van drie maanden na heden;
- draagt het Openbaar Ministerie op om vóór 16 april 2013, in aanvulling op de processen-verbaal opgenomen in het dossier van de onderhavige strafzaak op de bladzijden 246 t/m 290, alle overige processen-verbaal en eventuele andere relevante stukken, zowel uit de zaak van de Regiopolitie IJsselland met nummer PL04SA2011104582 als uit de onderhavige zaak die (mede) betrekking hebben op de verklaring van [getuige 1] over het onder parketnummer 07.662170-12 ten laste gelegde feit en op de overdracht van informatie tussen de politie IJsselland en de politie Flevoland in verband met de onderhavige strafzaak, aan het dossier toe te voegen;
- stelt de stukken in handen van de rechter-commissaris belast met de behandeling van strafzaken in deze rechtbank, opdat deze:
- [getuige 1], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats], wonende [adres, woonplaats], hoort, in het bijzonder omtrent de betrokkenheid van verdachte bij het onder parketnummer 07.662170-12 ten laste gelegde feit, haar redenen van wetenschap van deze betrokkenheid en de wijze waarop zij contact met politie IJsselland en politie Flevoland gehad heeft over het afleggen van een verklaring over voornoemd feit;
- wijst het verzoek tot opheffing dan wel schorsing van de voorlopige hechtenis af;
- beveelt de oproeping van verdachte met kennisgeving daarvan aan diens raadsman om op de nader te bepalen terechtzitting te verschijnen;
- beveelt de kennisgeving van de nader te bepalen terechtzitting aan de benadeelde partijen.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.A. de Beaufort, voorzitter, mrs. Z.J. Oosting en H. Vegter, rechters, in tegenwoordigheid van mr. B.T. Feenstra, griffier, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 2 april 2013.