ECLI:NL:RBOVE:2013:777
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot doorhaling erkenning kind door officier van justitie
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 15 mei 2013 uitspraak gedaan in een verzoek van de officier van justitie tot doorhaling van de akte van erkenning van een kind door de heer [betrokkene]. De rechtbank overweegt dat de erkenning, gedaan op 25 februari 1985, niet nietig is op basis van de toen geldende wetgeving. De officier van justitie stelde dat de erkenning nietig zou zijn omdat er al twee ouders waren, maar de rechtbank concludeert dat de wetgeving die dit regelt pas op 1 april 1998 in werking is getreden. De rechtbank wijst ook het subsidiaire verzoek van de officier van justitie af, dat de erkenning vernietigbaar zou zijn op grond van strijdigheid met de openbare orde. De rechtbank benadrukt dat de persoonlijke belangen van de zoon, die al 28 jaar de geslachtsnaam [betrokkene] draagt en de Nederlandse nationaliteit heeft, zwaarder wegen dan het belang van de Nederlandse openbare orde. De rechtbank concludeert dat het verzoek van de officier van justitie tot doorhaling van de erkenning en verbetering van de geboorteakte moet worden afgewezen, omdat dit een ongeoorloofde inbreuk zou maken op het recht op bescherming van het gezinsleven, zoals omschreven in artikel 8 lid 1 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM).