ECLI:NL:RBOVE:2013:4898
Rechtbank Overijssel
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Huurgeschil over huurachterstand en gebreken aan het gehuurde
In deze zaak, die zich afspeelt in het kader van een huurgeschil, heeft eiser [A] een kort geding aangespannen tegen gedaagden [X] en [Y] vanwege een aanzienlijke huurachterstand en gebreken aan het gehuurde pand. De eisende partij, vertegenwoordigd door Wigger Van het Laar gerechtsdeurwaarders, vorderde ontruiming van het gehuurde pand, gelegen aan de [adres 1] te [plaats], omdat gedaagden sinds september 2011 geen huur meer hadden betaald, met uitzondering van een betaling van € 2170,50 in augustus 2012. Gedaagden, die gehuwd zijn, hebben in hun verweer aangevoerd dat zij de huurbetalingen hebben opgeschort vanwege gebreken aan het gehuurde, waaronder ernstige lekkageproblemen en andere onderhoudsgebreken die door [A] niet tijdig zijn verholpen.
De kantonrechter heeft de zaak behandeld op 13 juni 2013, waarbij beide partijen hun standpunten hebben toegelicht. De rechter heeft vastgesteld dat er sprake is van een huurachterstand van bijna 18 maanden en dat [A] voldoende spoedeisend belang heeft bij de vordering tot ontruiming. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de gebreken die door [X] zijn aangevoerd, niet allemaal leiden tot een substantiële aantasting van het huurgenot, maar dat er wel degelijk gebreken zijn die [A] niet tijdig heeft verholpen. Dit heeft geleid tot de conclusie dat [X] disproportioneel heeft opgeschort door de gehele huur op te schorten.
Uiteindelijk heeft de kantonrechter geoordeeld dat de vordering in conventie tot ontruiming van het gehuurde zal worden toegewezen, met een ontruimingstermijn van zes weken. De vorderingen in reconventie van [X] zijn afgewezen, en [X] is veroordeeld in de proceskosten. Dit vonnis is uitgesproken op 27 juni 2013 door mr. A.H. Margadant, kantonrechter, in Almelo.