ECLI:NL:RBOVE:2013:4807

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
27 augustus 2013
Publicatiedatum
8 juli 2015
Zaaknummer
648073 CV EXPL 13-804
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huurzaak over bemiddelingskosten bij totstandkoming huurovereenkomst

In deze huurzaak vorderde [eiser], in de hoedanigheid van wettelijke vertegenwoordiger van de minderjarige [naam], betaling van bemiddelingskosten van € 465,85 van Maxx Vastgoed B.V. De zaak diende bij de Rechtbank Overijssel, team kanton en handelsrecht, op 27 augustus 2013. [eiser] stelde dat de bemiddelingskosten onverschuldigd waren betaald, omdat het beding dat deze kosten verschuldigd waren, nietig zou zijn op grond van artikel 7:264 BW. Maxx Vastgoed voerde verweer en stelde dat het beding onderdeel uitmaakte van een bemiddelingsovereenkomst en dat er geen sprake was van een onredelijk voordeel.

De kantonrechter oordeelde dat Maxx Vastgoed in opdracht van [eiser] had bemiddeld en dat de bemiddelingskosten terecht waren berekend. De rechter concludeerde dat het beding niet in strijd was met de wet en dat er geen onverschuldigde betaling had plaatsgevonden. De vordering van [eiser] werd afgewezen en hij werd veroordeeld in de proceskosten. De uitspraak benadrukte dat de bemiddelingskosten waren overeengekomen en dat [eiser] niet voldoende had onderbouwd dat het beding vernietigbaar was.

De uitspraak werd gedaan door mr. C.H. de Haan en vond plaats in een openbare zitting, waarbij de griffier aanwezig was. De beslissing werd op 27 augustus 2013 uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL
Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Zwolle
zaaknummer : 648073 CV EXPL 13-804
datum : 27 augustus 2013

Vonnis in de zaak van:

27 augustus 2013648073 CV EXPL 13-804
[eiser], in de hoedanigheid van wettelijke vertegenwoordiger van de minderjarige [naam],
wonende te [plaats 1],
eisende partij, verder te noemen “[eiser]”,
procederend in persoon,
tegen
de besloten vennootschap
MAXX VASTGOED B.V.,
gevestigd te Zwolle,
gedaagde partij, verder te noemen “Maxx Vastgoed”,
vertegenwoordigd door S. Ekkel.

De procedure

De kantonrechter heeft kennisgenomen van:
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord
- de conclusie van repliek
- de conclusie van dupliek.

Het geschil

[eiser] heeft gevorderd de veroordeling van Maxx Vastgoed tot betaling van een bedrag van € 465,85, vermeerderd met wettelijke rente en kosten.
Maxx Vastgoed heeft verweer gevoerd en tot afwijzing van de vordering geconcludeerd.

De beoordeling

1.
De kantonrechter gaat uit van de volgende feiten die tussen partijen als vaststaand hebben te gelden.
1.1.
In juli 2012 heeft de minderjarige dochter van [eiser], [naam], zich bij Maxx Vastgoed via haar website als woningzoekende ingeschreven.
1.2.
In artikel 4 van de door Maxx Vastgoed gehanteerde voorwaarden staat voor zover van belang:

Zodra u via ons een woonruimte hebt gevonden, wordt er een principeovereenkomst opgemaakt. Vervolgens wordt u voorgesteld aan de verhuurder. Na akkoord wordt de huurovereenkomst opgesteld. U betaalt een eenmalige vergoeding voor onze bemiddeling, welke gelijk is de aan de maandelijkse huurprijs (inclusief servicekosten, energiekosten ed.) en B.T.W. De bemiddelingsvergoeding moet (gezamenlijk met de huurprijs en waarborgsom van de woonruimte) bij het ondertekenen van de huurovereenkomst te worden voldaan.
1.3.
Met ingang van 1 december 2012 is Maxx Vastgoed namens Slotzijl Investment B.V. (hierna: Slotzijl) een huurovereenkomst met [naam], vertegenwoordigd door [eiser], aangegaan betreffende de kamer aan de [adres] te [plaats 2].
1.4.
[eiser] heeft aan bemiddelingskosten € 465,85 (inclusief btw) betaald.
2.
[eiser] heeft, kort samengevat, het volgende aan zijn vordering ten grondslag gelegd. In het onderhavige geval is sprake van een onredelijk voordeel, zoals bedoeld in artikel 7:264 BW. Maxx Vastgoed heeft immers bedongen dat [eiser] bij verhuur bemiddelingskosten is verschuldigd, terwijl niet hij maar Slotzijl Maxx Vastgoed opdracht heeft gegeven om te bemiddelen bij de totstandkoming van de huurovereenkomst en Maxx Vastgoed Slotzijl in dit verband bemiddelingskosten heeft berekend. Het beding dat bij verhuur bemiddelingskosten zijn verschuldigd is dan ook nietig en de bemiddelingskosten zijn onverschuldigd betaald.
3.
Maxx Vastgoed heeft als verweer, kort samengevat en voor zover relevant, het volgende aangevoerd. Het betreffende beding is onderdeel van een bemiddelingsovereenkomst die tussen partijen tot stand is gekomen. Het geschil dient daarom niet te worden onderworpen aan 7:264 BW. Voorts is gelet op de werkzaamheden die zijn verricht geen sprake van een onredelijk voordeel.
4.
Maxx Vastgoed heeft bij antwoord uiteengezet op welke wijze zij te werk gaat als een woningzoekende zich bij haar inschrijft. Kort samengevat komt de door haar beschreven werkwijze erop neer dat de woningzoekende na inschrijving zogeheten matchmails van haar ontvangt, dat zij naar aanleiding van reacties van de woningzoekende op de vermelde woningen op haar website bezichtigingen organiseert en begeleidt en dat zij zodra een geschikte woonruimte is gevonden een huurovereenkomst opstelt, met dien verstande dat zij dit pas doet indien een door haar opgemaakte en door haar en de woningzoekende ondertekende principeovereenkomst door de betreffende verhuurder akkoord is bevonden. Vaststaat dat voormelde procedure ook in het geval van [eiser] is gevolgd. Maxx Vastgoed heeft immers onweersproken aangevoerd dat [naam] na haar inschrijving 8 maal een match-mail van haar heeft ontvangen en voorts dat 15 maal een bezichtigingsafspraak met haar is gemaakt, waarvan [eiser] 8 maal op de reservelijst stond, 3 maal zonder berichtgeving niet is komen opdagen en 4 maal een kamer onder haar begeleiding heeft bezichtigd. Voorts is volgens de onweersproken stellingen van Maxx Vastgoed een principeovereenkomst opgemaakt en ter goedkeuring aan Slotzijl voorgelegd alvorens de betreffende huurovereenkomst is opgesteld.
4.3.
Gezien het voorgaande staat vast dat Maxx Vastgoed in opdracht van [eiser] naar een woonruimte heeft gezocht en daarin is geslaagd. Dit wordt ook bevestigd door wat [naam] in de principeovereenkomst heeft verklaard, te weten “
door de bemiddeling van Maxx Vastgoed te hebben gehuurd de woonruimte aan de [adres].” Daaruit volgt dat het beding dat bij verhuur bemiddelingskosten zijn verschuldigd is overeengekomen met Maxx Vastgoed als bemiddelaar en niet als vertegenwoordiger van Slotzijl. Het beding kan daarom niet worden aangemerkt als een beding dat een niet redelijk voordeel inhoudt, zoals bedoeld in artikel 7:264, tweede lid, BW. Het beroep van [eiser] op de in dit artikel bedoelde nietigheid slaagt dan ook niet. De slotsom is dat van een onverschuldigde betaling geen sprake is. De vordering zal daarom worden afgewezen.
5.
Voor zover [eiser] bij dagvaarding beoogt te stellen dat het beding vernietigbaar is, omdat hij daarvan geen kennis heeft kunnen nemen, geldt dat Maxx Vastgoed deze stelling bij antwoord afdoende heeft weerlegd. Nu [eiser] bij repliek niet op deze weerlegging heeft gereageerd, wordt zijn stelling als onvoldoende onderbouwd gepasseerd.
6.
Nu [eiser] geheel in het ongelijk is gesteld, zal hij worden veroordeeld in de proceskosten, als nader in het dictum te melden.

De beslissing

De kantonrechter:
- wijst de vordering af;
- veroordeelt [eiser] in de kosten van het geding, tot op heden aan de zijde van Maxx Vastgoed begroot op nihil.
Aldus gewezen door mr. C.H. de Haan, kantonrechter, en uitgesproken in de openbare terechtzitting van 27 augustus 2013, in tegenwoordigheid van de griffier. (MvH)