Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
[eiser],
DRABOMATIC B.V.,
1.Het verdere verloop van de procedure
2.Het geschil
3.De vaststaande feiten
€ 2.160,00 bruto. De arbeidsovereenkomst is tweemaal verlengd, laatstelijk per 1 augustus 2012 tot 1 augustus 2013.
‘Terug na afzender. Ik ben niet mee eens. Klopt niet. 15-10-2012’. [eiser] heeft daarbij aan Back gevraagd de brieven van 11 en 12 oktober 2012 ‘in te trekken’, wat Back heeft geweigerd. [eiser] is daarop weer vertrokken zonder zijn werkzaamheden te verrichten.
Terug na afzender.Stuur geen briefte maken met de regels of de waarschuwing en de situatie van de afgelopen weken na mij toe, doe het via CWI. Alleen deloonstrookmag wel sturen na mij toe’.[eiser] is vervolgens vertrokken zonder zijn werkzaamheden te verrichten.
4.Het standpunt van [eiser]
5.Het standpunt van Drabo
6.De verdere beoordeling
1 van artikel 7:677 BW beschouwd zodanige daden, eigenschappen of gedragingen van de werknemer, die ten gevolge hebben dat van de werkgever redelijkerwijs niet kan gevergd worden de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. Bij de beoordeling van de vraag óf van zodanige dringende reden sprake is, moeten de omstandigheden van het geval, in onderling verband en samenhang, in aanmerking worden genomen. Daarbij behoren ook in de beschouwing te worden betrokken de persoonlijke omstandigheden van de werknemer, zoals zijn leeftijd en de gevolgen die een ontslag op staande voet voor hem zou hebben. Ook indien de gevolgen ingrijpend zijn, kan een afweging van de persoonlijke omstandigheden tegen de aard en de ernst van de dringende reden tot de slotsom leiden dat een onmiddellijke beëindiging van de arbeidsovereenkomst gerechtvaardigd is (onder andere HR 21 januari 2000, LJN: AA4436).