ECLI:NL:RBOVE:2013:3196

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
11 december 2013
Publicatiedatum
11 december 2013
Zaaknummer
08/950539-13(P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een man voor woningoverval en meerdere inbraken met geweld en bedreiging

Op 11 december 2013 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 32-jarige man uit Ede, die werd beschuldigd van een woningoverval en meerdere inbraken. De rechtbank heeft de man veroordeeld tot een gevangenisstraf van 42 maanden. De zaak kwam aan het licht na een gewelddadige overval op een woning boven een café in Nieuw Heeten in de nacht van 3 op 4 mei 2013. Tijdens deze overval bedreigde de verdachte een 15-jarig meisje met verkrachting en de dood, terwijl hij haar bij de nek vasthield. De rechtbank oordeelde dat de verdachte ook schuldig was aan twee woninginbraken in Voorst en Barneveld, waarbij hij goederen en geld heeft gestolen. Het onderzoek ter terechtzitting vond plaats op 8 oktober, 29 oktober en 27 november 2013, waarbij de verdachte telkens aanwezig was met zijn advocaat, mr. J.A. Schadd. De officier van justitie, mr. M.C. Jongtien-Polfliet, eiste een veroordeling voor de ten laste gelegde feiten. De rechtbank oordeelde dat de verklaringen van de slachtoffers en getuigen, evenals het bewijs van de pintransacties met gestolen pinpassen, voldoende waren om de verdachte te veroordelen. De rechtbank weegt zwaar dat de verdachte de persoonlijke levenssfeer van het slachtoffer heeft geschonden en dat de overval grote psychische gevolgen kan hebben voor het slachtoffer. De rechtbank heeft de vorderingen van de benadeelde partijen toegewezen, waarbij de verdachte ook werd veroordeeld tot schadevergoeding aan de slachtoffers.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Afdeling Strafrecht – locatie Zwolle
Parketnummer: 08/950539-13(P)
Uitspraak: 11 december 2013

VONNIS IN DE STRAFZAAK VAN:

het openbaar ministerie
tegen

[verdachte],

geboren op [1981] te [geboorteplaats] (Nederlandse Antillen),
wonende te [woonplaats],
thans in voorarrest verblijvende in de Penitentiaire Inrichtingen Overijssel,
Huis van Bewaring Zwolle, te Zwolle.

ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Het onderzoek ter terechtzitting heeft plaatsgevonden op 8 oktober 2013, 29 oktober 2013 en
27 november 2013.
De verdachte is telkens verschenen, bijgestaan door mr. J.A. Schadd, advocaat te Arnhem.
Als officier van justitie was op 27 november 2013 aanwezig mr. M.C. Jongtien-Polfliet.

TENLASTELEGGING

De verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 4 mei 2013 te Nieuw-Heeten, gemeente Raalte, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning gelegen aan de [adres 1] heeft weggenomen een hoeveelheid sieraden en/of een mobiele Telefoon (L.G), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of de [familie slachtoffer],
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of diens mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 1], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of
zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte, en/of zijn mededader(s),
- de woning van de [familie slachtoffer] is binnen gegaan en/of (vervolgens)
- (dreigend) in de richting van de slapende en/of in bed liggende [slachtoffer 1] is gegaan en/of (vervolgens)- (dreigend) tegen die [slachtoffer 1] heeft gezegd haar te verkrachten als ze niet zou vertellen waar de kluis zich bevond en/of (vervolgens)
- die [slachtoffer 1] (hard) bij haar nek heeft gepakt en/of vastgehouden en/of (vervolgens)
- (nadat ze bij de kluis waren en/of deze was afgesloten) tegen die [slachtoffer 1] heeft gezegd: "als je nu niet zegt waar de sleutel ligt schiet ik je dood", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/of (vervolgens)
- één of meer vingers en/of een voorwerp tegen het hoofd van die [slachtoffer 1] gedrukt en/of gehouden;
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 1 geen veroordeling mocht of zou
kunnen volgen, SUBSIDIAIR, terzake dat
A
hij op of omstreeks 4 mei 2013 te Nieuw Heeten, gemeente Raalte, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een (boven)woning gelegen aan de [adres 1] heeft weggenomen een (grote) hoeveelheid sieraden en/of een mobiele telefoon (LG), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of de [familie slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij
verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming (door het inklimmen van die (boven)woning);
EN/OF
B
hij op of omstreeks 4 mei 2013 te Nieuw Heeten, gemeente Raalte, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen de inhoud van de kluis, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of de [familie slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), en daarbij die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan en/of te
doen vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die Vosman, te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen
- de woning van de [familie slachtoffer] is/zijn binnen gegaan en/of (vervolgens)
- (dreigend) in de richting van de slapende en/of in bed liggende [slachtoffer 1] is gegaan en/of (vervolgens)
- (dreigend) tegen die [slachtoffer 1] heeft gezegd haar te verkrachten als ze niet zou vertellen waar de kluis zich bevond en/of (vervolgens)
- die [slachtoffer 1] (hard) bij haar nek heeft gepakt en/of vastgehouden en/of (vervolgens)
- (nadat ze bij de kluis waren en/of deze was afgesloten) tegen die [slachtoffer 1] heeft gezegd: "als je nu niet zegt waar de sleutel ligt schiet ik je dood", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/of

(vervolgens)

- één of meer vingers en/of een voorwerp tegen het hoofd van die [slachtoffer 1] heeft gedrukt en/of gehouden, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2.
hij op of omstreeks 8 mei 2013 te Voorst met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning (gelegen aan de [adres 2]) heeft weggenomen een hoeveelheid geld, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
3.
hij op of omstreeks 19 april 2013 te Barneveld met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning (gelegen aan de [adres 3]) heeft weggenomen één of meer pinpas(sen) en/of één of meer horloges en/of een hoeveelheid sieraden, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
4.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 19 april 2013 tot en met23 april 2013 te Voorthuizen, gemeente Barneveld, althans te Nederland, (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een pinautomaat heeft weggenomen (telkens) een hoeveelheid geld, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich (telkens) de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of
de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel;
5.
hij op of omstreeks 13 mei 2013 te Barneveld met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning (gelegen aan de [adres 4]) heeft weggenomen
- 2 HP notebooks en/of laptops Compaq 6820 en/of
- 1 zwarte laptoptas Samsonite en/of
- 1 bruine laptoptas en/of
- een hoeveelheid geld en/of
- één of meer sieraden en/of horloges,

in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 6], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;

6.
hij op of omstreeks 3 mei 2013 te Vroomshoop, gemeente Twenterand, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning (gelegen aan de [adres 5]) heeft weggenomen een hoeveelheid sieraden en/of een hoeveelheid geld (3500 euro), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 7], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen
goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
7.
hij op of omstreeks 3 mei 2013 te Vroomshoop, gemeente Twenterand, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning (gelegen aan de [adres 6]) weg te nemen geld en/of goederen, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 8], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) en zich daarbij de toegang tot die woning te
verschaffen en/of die/dat weg te nemen geld en/of goederen onder zijn/hun bereik te brengen door middel van braak, verbreking en/of inklimming, met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen door het forceren en/of verbreken van een raam(kozijn) van die woning, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
8.
hij op of omstreeks 3 mei 2013 te Vroomshoop, gemeente Twenterand, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning (gelegen aan de [adres 7]) weg te nemen geld en/of goederen, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 9], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) en zich daarbij de toegang tot die woning te verschaffen en/of die/dat weg te nemen geld en/of goederen onder zijn/hun bereik te brengen door middel van braak, verbreking en/of inklimming, met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen door het forceren en/of verbreken van een raam van die woning, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;

VOORVRAGEN

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

BEWIJSOVERWEGINGEN

Het standpunt van het openbaar ministerie

De officier van justitie heeft ter terechtzitting de veroordeling van verdachte gevorderd ten aanzien van hetgeen onder 1 primair, 2, 3, 4, 6, 7 en 8 ten laste is gelegd.
De officier van justitie heeft vrijspraak gevorderd ten aanzien van hetgeen onder 5 ten laste is gelegd

Het standpunt van de verdediging

De raadsman van de verdachte heeft vrijspraak bepleit ten aanzien van hetgeen onder 1, 2, 3, 5, 6, 7 en 8 ten laste is gelegd en heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank ten aanzien van het hetgeen onder 4 ten laste is gelegd.

Het oordeel van de rechtbank

De rechtbank overweegt, op grond van de hierna in voetnoten vermelde bewijsmiddelen [1] , het volgende.

Feit 1

Aangeefster [slachtoffer 1] heeft tegenover de politie onder meer het volgende verklaard [2] :
Op zaterdag 4 mei 2013 te omstreeks 01.00/01.15 uur lag ik te slapen in de
bovenwoning van het café van mijn ouders. Het café is gevestigd aan de [adres 1]
[adres 1]
te Nieuw Heeten. (…) Ik weet niet hoe laat het was maar ik sliep al, toen ik wakker werd van een licht in mijn slaapkamer. Ik lag met het hoofd naar het raam. Ik deed mijn ogen open en keek op. Ik zag dat er een persoon in mijn slaapkamer was. Deze persoon scheen met een
kleine felle zaklantaarn in mijn kamer. Hij scheen op mijn bureau en ik zag dat hij
aan het rommelen was. (…) Deze persoon heeft mij toen ook gezien. Hij heeft mij aangekeken. Kennelijk hoorde deze persoon dat ik opkeek en hij scheen met zijn zaklantaarn in mijn richting. Deze persoon ging eerst nog door met rommelen bij mijn bureau. Ik deed net of ik sliep maar die man die boog zich op een gegeven moment over mij heen en hij fluisterde in mijn oor: “ik weet dat jij wakker bent, ik weet dat jij mij gezien hebt”. Ik moest toen vertellen waar de kluis was. Toen zei ik eerst dat ik dat niet wist.
De man die in mijn slaapkamer was ging mijn toen bedreigen. Hij dreigde mij dat bij
mij zou verkrachten als ik niet vertelde waar de kluis was. Ik werd hier zo bang van
dat ik de man vertelde waar de kluis stond, namelijk op de zolder. Ik heb de man toen
gewezen waar de zolder was. Ik moest toen mee met de man die in mijn slaapkamer was.
De man pakte mij van achteren vast in mijn nek en ik moest uit mijn bed en met de man
meelopen naar de zolder.
Ik liep met de man mee vanuit mijn slaapkamer over de gang naar de zolder. Deze
zolder is op dezelfde verdieping als mijn slaapkamer.
(…) Daar wees ik de man de kluis aan. hij vroeg mij toen waar de kluissleutel was. Ik zei tegen de man dat ik niet wist waar de sleutel was en herhaalde dit steeds. De man ging maar door met vragen naar de kluissleutel. (…) Ik heb ondertussen iedere keer maar door gezegd dat ik niet wist waar de goede sleutel was. Ik keek de man iedere keer aan en hij zei: “kijk mij niet aan”. Hij drukte hierbij steeds mijn hoofd weg. (…) De man heeft mij toen meegenomen naar de woonkamer. Deze ligt ook op dezelfde
verdieping als mijn slaapkamer en de zolder. De man hield mij de hele tijd van
achteren vast bij mijn nek. In de woonkamer aangekomen ging hij achter mij staan en toen zei hij, toen deed hij iets tegen mijn hoofd. De man zei:“ als je nu niet zegt waar de sleutel is dan schiet ik je dood”. Ik voelde dat het zijn hand was of de zaklantaarn. (…) Het was warm wat ik voelde tegen mijn hoofd, dus dat kan denk ik geen pistool geweest zijn. (…) Het was een donkere man. Hij was zwart getint. (…) Voor de rest praatte hij best wel gewoon Nederlands.
V:Hoe lang ben jij zelf?
A:1.60 meter.
V:Wat kun jij zeggen over de lengte van die donkere man?
A:Wel een kop anderhalve kop groter als dat ik ben. Ik denk net zo lang als u.
O:Als je bedoelt net zo lang als ik dan praat je over 1.85 a 1.90 meter lang.
A:Ja zo ongeveer.
(…)
V:Waar heeft die man iets tegen jouw hoofd aangezet dan?
A:Aan de achterkant. De man stond toen achter mij in het donker.
V:Jij hebt al gezegd dat het warm voelde. Kun je omschrijven wat je precies voelde?
A:Ja ik denk dat het zijn hand was of zo dat hij iets tegen mij aanzette. Het was
tegen mijn achterhoofd aan. Ik denk dat liet twee vingers waren die hij tegen mijn
achterhoofd aanzette. Zo voelde het.
(…)Toen ik wist dat die man weg was ben ik naar beneden gerend naar het café.
Aangeefster [slachtoffer 2] heeft tegenover de politie onder meer het volgende verklaard [3] :
Ik wil aangifte doen van diefstal uit woning. Het betreft een bovenwoning, boven ons café. [café 1]. (…) Er zijn meerdere sieraden uit meerdere sieraden kistjes weggenomen vanuit de woonkamer, de slaapkamer van [slachtoffer 1] en onze slaapkamer.
Ook is er geld uit 2 portemonnees weggenomen vanuit de slaapkamer van [slachtoffer 1]. En een
mobiele telefoon van mijn man vanuit de woonkamer. De mobiele telefoon is van het merk LG, type Optimus. Het nummer hiervan is [nummer 1]. De provider is Vodafone. Ik vermoed dat de dader(s) de woning binnen gekomen is/zijn door een deur welke grenst aan het platte dak. Deze deur stond open omdat het die dag zo warm was geweest. Hierbij overhandig ik u een lijst met bijbehorende foto’s van de weggenomen goederen.(…)
Voor de lijst met weggenomen goederen, verwijst de rechtbank naar de bijlage. [4]
De getuige [getuige 1] heeft tegenover de politie onder meer verklaard [5] :
Iets voor 01.30 uur kwam [slachtoffer 1] naar beneden. (…) [slachtoffer 1] zei tegen mij dat er boven een inbreker was geweest. (…)
De getuige [getuige 2] heeft tegenover de politie onder meer verklaard [6] :
Op vrijdag 3 mei 2013 had ik bardienst in [café 1] te Nieuw Heeten.
Omstreeks 22:00 uur kwamen twee mannen het café binnen gelopen.
Ik zag dat ze hun auto voor de bakkerij hadden geparkeerd met de koplampen deze
kant op. (…) Deze auto was volgens mij een kleine zwarte auto, meer heb ik er niets van gezien. In het café gingen ze beiden op de hoek van de bar zitten dicht bij de ingang en
dicht bij de toiletten. De mannen waren van buitenlandse afkomst de een was donker van huidskleur en de ander was lichter getint. (…) Beide mannen spraken Nederlands met buitenlands accent. Ook onderling spraken ze Nederlands, maar dan spraken ze heel zacht een beetje sneaky—achtig, alsof niemand dan iets mocht horen.
Wat mij opviel is dat beide mannen vaak naar de w.c. gingen, dit deden ze om te
beurten. (…) Omstreeks 22:30 / 22:45 uur zijn ze vertrokken (…)
Omstreeks 23:00 uur zag ik de twee mannen terug komen en ze gingen weer op de
zelfde plek zitten aan de bar, net als de eerste keer deze avond.
(…) Net als de eerste bezoek viel het mij op dat ze weer veel om en om naar de w.c.
gingen. (…)Na 1.5 à 2 uur zijn ze weggegaan, waarheen weet ik niet.
Dit keer betaalde de donkere man. Ik zag dat hij pinde met een ING-pinpas.
Ze hadden een rekening van € 34,70, maar hij wilde dit naar boven afronden op 40 euro
voor de fooi. (…)
In het dossier bevindt zicht een afschrift van een pintransactie d.d. 4-5-13 om 00:25 waarbij in het [café 1] een bedrag van € 40,-- is gepind. [7]
De getuige [getuige 3] heeft tegenover de politie onder meer verklaard: [8]
Vanavond omstreeks 21:45 uur ging ik naar het [café 1] aan de [adres 1]
te Nieuw Heeten. (…) Toen ik hier binnen kwam heb ik plaats genomen, vanuit de ingang gezien direct links in de hoek. Dit is nabij de toiletten.
Mij viel mij direct op dat er aan de bar 2 manspersonen zaten. De ene man was licht
getint en de andere man negroïde. (…) Deze jongens hebben hier nog een tijdje gezeten en zijn toen weer vertrokken. Ik weet niet precies hoe laat het was maar ik schat rond 22:30 uur. Ongeveer 3 kwartier later kwamen ze weer. De negroïde jongen kwam met ons aan de
praat. Hij vertelde dat hij uit Arnhem kwam (…) Ergens, tussen 00:15 uur en 00:30 uur gingen de jongens weer weg nadat ze hadden betaald per pin. Ik heb deze jongens nog nagekeken en zag dat ze in een donkere auto stapten. Ik zag dat ze de Okkenbroekerstraat in reden en vervolgens de Timmermansstraat in reden. Ik heb hier toen niet verder bij nagedacht maar ik vind het achteraf wel vreemd, ja. Hij gaf namelijk aan dat ze naar huis gingen en als je naar Arnhem rijdt dan ga je niet de Timmermansstraat in. Als je de Timmermanstraat in rijdt dat ga ja als het ware het dorp weer in. Daarna heb ik deze personen niet weer gezien. (…)
De getuige [getuige 4] heeft tegenover de politie onder meer verklaard [9] :
Vannacht, 4 mei 2013 rond 01.35 uur, stond ik in het [café 2] aan de
[adres 8] te Nieuw Heeten. Ik hoorde en zag toen dat iemand hard langs mijn café rende en daarbij op een reeds plat getrapt colablikje trapte. Ik liep meteen naar de cafetaria en had toen zicht op de parkeerplaats naast de cafetaria. Meteen hoorde en zag ik een auto
achteruitrijden de parkeerplaats op naast onze cafetaria. Meteen reed die auto weer
vooruit de Okkenbroekstraat op in de richting van de rotonde waarbij die auto met
hoge snelheid over de in de weg liggende drempel reed. Ik zag dat de auto afsloeg
bij de rotonde in de richting van Holten. Ik denk niet dat die hardlopende bestuurder was van die auto omdat deze al zo snel wegreed. Ik zag wat aan die kentekenplaten en denk dat het witte platen waren maar ik ben daar niet zeker van. De auto heeft geparkeerd gestaan aan de kant van de geldautomaat van de Rabobank maar dan meer richting [naam bedrijf]. Ik ben nog even naar buiten gelopen omdat ik dacht dat hij misschien het hek aldaar
had geraakt. Dit was niet het geval. Ik kon niet zien wat voor auto het was of
hoeveel mensen in die auto zaten. Ik zag dat het een kleine donkere auto betrof. U
laat mij nu een Peugeot 107 zien maar volgens mij was het een auto met een wat
grotere achterruit en iets andere achterlichten.
Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] van Regiopolitie IJsselland d.d. 27 mei 2013 houdt onder meer het volgende in [10] :
Bij de overval in de woning werd onder andere een LG GSW weggenomen.
Uit de opgevraagde historische gegevens op het Imei nummer van deze weggenomen
telefoon, bleek dat deze op drie verschillende lokaties een signaal had afgegeven
aan de desbetreffende GSM zendmast, namelijk
04-05-2013 te 01.35.30 uur een signaal aan de GSM mast onder
Holten, Larenseweg/Dorperdijk.
Dit is een zendmast met als lokatie nabij het beveiligd bedrijventerrein
Vletgaarsmaten te Holten.
04-05-2013 te 01.39.40 uur gaf deze weggenomen telefoon een signaal af aan de
zendmast lokatie Maagdenburgstraat te Deventer.
04-05-2013 te 01.47.00 uur gaf deze weggenomen telefoon een signaal af aan de
zendmast lokatie Laan van Malkenschoten/Marowijne.
Alle drie genoemde lokaties zijn naast dan wel in de nabijheid van de Rijksweg Al
gelegen. Na het tijdstip 01.36.32 uur zijn op de camerabeelden nog wel enkele voertuigen zichtbaar die de rotonde volgen. Geen van deze voertuigen voldeed aan de omschrijving van getuige [getuige 4].
Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] van Regiopolitie IJsselland d.d. 28 mei 2013 houdt onder meer het volgende in [11] :
Kort voordat de getuige [getuige 4] genoemde personenauto met hoge snelheid weg
zag rijden hoorde hij dat iemand langs zijn café-restaurant rende.
Tegenover het [café 2] is een pinautomaat van de RABO bank
gevestigd. Buiten bij deze pinautomaat hangt een zogenaamde bolcamera. (…) Bij het uitkijken van deze camerabeelden werd het volgende waargenomen: (…)
04-05-2013 01.29.40 uur
Zichtbaar is een schim van een persoon die aan de zijde van [café 2] over
het trottoir gedeelte rent. De persoon loopt vanaf de zijde van de PD, [café 1]
de Okkenbroekstraat in richting rotonde Provinciale weg N 332.
In beeld is te zien dat vermoedelijk iets lichtkleurigs is te zien in het schoeisel
van deze persoon. Verder is in de kleding een lichtkleurige streep zichtbaar.
Deze persoon rent voor het café langs.
04-05-2013 01.29.54 uur
Gelijktijdig dat de persoon de Okkenbroekstraat in rent komt, rijdende over de
Okkenbroekstraat komende vanaf de richting kruising met de Timmermanstraat een
kleine donkerkleurige personenauto in beeld.
Personenauto stopt met de koplichten net in het beeld van de camera en blijft
stilstaan met in werking zijnde koplichten op de rijbaan van de Okkenbroekstraat.
04-05-2013 01.30.22
Deze personenauto rijdt achteruit en draait parkeerplaats op gelegen naast
cafetaria [getuige 4] te Nieuw Heeten aan de [adres 8].
De personenauto rijdt vanaf de parkeerplaats weg naar links de rijbaan van de
Okkenbroekstraat op, richting rotonde Provinciale weg N 332.
Verdachte heeft ter terechtzitting van 29 oktober 2013 onder meer verklaard, zakelijk weergegeven [12] :
Het klopt dat ik op 3 mei 2013 in [café 1] te Nieuw Heeten aanwezig ben geweest. Ik wil niet zeggen met wie ik daar ben geweest. Ik had die avond een afspraak in de buurt van dat café. Ik ben eerst naar dat café geweest om wat te gaan drinken en daarna ben ik naar die afspraak gegaan. Het kan wel dat ik in de buurt van de [adres 6] die afspraak heb gehad. Na de afspraak ben ik weer terug naar het café gegaan. Het klopt dat ik ongeveer om 22.00 uur voor het eerst in dat café naar binnen ben gegaan. Ik ben daar toen ongeveer een half uur gebleven. De tweede keer dat ik in het café aanwezig was, ben ik er ongeveer een uur of anderhalf uur gebleven. Het klopt dat ik die avond in een Seat Mii reed. Die auto had ik gehuurd. (…) Nadat ik terug was gekomen van die afspraak, ben ik weer naar [café 1] gegaan. (…)
U houdt mij voor dat blijkens het T&T- systeem de Seat Mii op 3 mei 2013 om 23.38 uur in Nieuw Heeten aan de Bathmenerweg is gestopt. Nadat ik en die andere persoon voor de tweede keer uit het [café 1] kwamen, zijn we een straatje ingereden en hebben aldaar een jointje gerookt.
Informatie uit Track en Trace ten aanzien van de Seat Mii op 3 en 4 mei 2013: [13]
Het eerstgenoemde tijdstip geeft aan het tijdstip dat het voertuig in beweging komt. Het tweede getal geeft aan het aantal minuten dat gereden is. Het derde genoemde getal geeft weer het aantal gereden kilometers in die sessie. Het vierde genoemde getal geeft aan het tijdstip waarop het voertuig tot stilstand komt.
03-05-2013 20:52 0:45 72,26 21:37 Nieuw Heeten Scholtensstraat [nummer 2]
03-05-2013 21:56 0:42 31,36 22:38 Vroomshoop Van Stolberglaan [nummer 2]
03-05-2013 22:54 0:03 1,06 22:57 Vroomshoop Hammerweg [nummer 2]
03-05-2013 23:11 0:27 31,61 23:38 Nieuw Heeten Bathmenerweg [nummer 2]
(…)
04-05-2013 0:36 0:01 0,17 0:37 Nieuw Heeten Okkenbroekstraat [nummer 2]
04-05-2013 1:30 0:36 74,45 2:06 Ede Alexander Verhuellstraat [nummer 2]
05-05-2013 16:27 0:04 0,99 16:31 Ede Prins Bernhardlaan [nummer 2].
Informatie uit Track en Trace op 4 mei 2013: [14]
(…) is de route te zien die op zaterdag 4 mei 2013, vanaf 01:32 uur tot en met 02:06 uur is gevolgd door de Seat Mii, voorzien van het kenteken [kenteken], namelijk:
1.32
uur Nieuw Heeten
1.34
uur Holten
1.38
uur Bathmen
1.42
uur Deventer
1.45
uur Apeldoorn
1.49
uur Apeldoorn
1.51
uur Beekbergen
(…)
02:06 uur Ede.
Overwegingen
De rechtbank stelt vast dat verdachte, mede gelet op zijn eigen verklaring daaromtrent, in de avond van 3 mei 2013 en in de vroege nacht van 4 mei 2013, samen met een ander, met een onderbreking van ongeveer een uur aanwezig is geweest in [café 1] te Nieuw Heeten. Op grond van de inhoud van de bewijsmiddelen is naar het oordeel van de rechtbank komen vast te staan dat verdachte op 4 mei 2013 omstreeks 00.30 uur [café 1] heeft verlaten. Uit de Track en Trace-uitdraai blijkt dat de door verdachte gehuurde auto, de Seat Mii, om 0.36 uur vanuit de Bathmenerweg [nummer 2] in Nieuw Heeten naar de Okkenbroekstraat [nummer 2] in Nieuw Heeten is gereden en om 00.37 uur tot stilstand is gekomen. Voorts blijkt uit deze uitdraai dat de auto om 01.30 uur vanuit de Okkenbroekstraat [nummer 2] in Nieuw Heeten is weggereden en om 02:06 uur in Ede is aangekomen. Verdachte heeft verklaard dat hij samen met een ander, nadat hij het café had verlaten tot de tijd (01.30 uur) dat ze samen zijn weggereden uit Nieuw Heeten, in Nieuw Heeten een straatje zijn ingereden en aldaar en jointje hebben gerookt.
Gelet op de aangifte van [slachtoffer 1] heeft de overval na 01.00/01.15 uur plaatsgevonden. Uit de verklaring van de getuige Vloedbergen blijkt dat aangeefster [slachtoffer 1] iets voor 01.30 uur naar beneden kwam en vertelde dat er een inbreker in de woning is geweest. De meldkamer is om 01.33 uur gebeld met de melding door [slachtoffer 1] dat er een overval in de woning heeft plaatsgevonden. [15] Op grond hiervan stelt de rechtbank vast dat de overval tussen 01.00/01.15 uur en iets voor 01.30 uur heeft plaatsgevonden.
Uit de camerabeelden bij de pinautomaat van de Rabobank tegenover het [café 2] blijkt dat om 01.29.40 uur een persoon aan de zijde van het [café 2] rent. Deze persoon loopt vanaf de Okkenbroekstraat in de richting van de rotonde Provinciale weg N332. Gelijktijdig dat de persoon de Okkenbroekstraat in rent, komt om 01.29.54 uur rijdende over de Okkenbroekstraat komende vanaf de richting kruising met de Timmermanstraat een kleine donkerkleurige personenauto in beeld. De afstand tussen de Okkenbroekstraat en de Ambachtsstraat (plaats delict) betreft 400 meter. Uit Track en Trace blijkt dat de Seat Mii precies om 01.30 uur vanuit de Okkenbroekstraat [nummer 2] in Nieuw Heeten wegrijdt. Vervolgens blijkt uit de Track en Trace dat de door de Seat Mii afgelegde route en de locaties waarop de gestolen telefoon uit de woning een signaal afgeeft aan de desbetreffende GSM-zendmast, qua tijd en plaats precies met elkaar overeenkomen. De telefoon geeft op 4 mei 2013 om 01.35.30 uur een signaal af aan de GSM-mast onder Holten en de Seat Mii rijdt om 01.34 in Holten. Als de telefoon om 01.39.40 een signaal afgeeft aan de Maagdenburgstraat te Deventer, blijkt uit de Track en Trace dat de Seat Mii waarin verdachte reed, om 01.38 uur in Bathmen is en om 01.42 uur in Deventer. Verder blijkt dat de telefoon om 01.47 uur een signaal afgeeft aan de zendmast locatie Laan van Malkenschoten/Marowijne (in Zuid-Apeldoorn) en dat de Seat Mii om 01.49 uur in Apeldoorn is. Verdachte heeft geen verklaring kunnen geven voor deze gelijkenis. De rechtbank is dan ook van oordeel dat de bij de woningoverval buit gemaakte telefoon in de door de verdachte gehuurde Seat Mii moet hebben gelegen, in welke auto verdachte na 01.30 uur heeft gereden.
Gelet op het bovenstaande en de omstandigheid dat het door aangeefster gegeven signalement van de dader, gelijkenissen vertoont met verdachte, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1 primair ten laste gelegde heeft gepleegd. Het verweer van de verdediging dat de verklaring van aangeefster [slachtoffer 1] niet betrouwbaar is aangezien zij, voordat haar verklaring ter plaatse door de politie is opgenomen, contact heeft gehad met de ter plaatse aanwezige getuigen waardoor sprake kan zijn geweest van beïnvloeding en de verklaring niet als betrouwbaar kan worden aangemerkt, wordt door de rechtbank verworpen. Naar het oordeel van de rechtbank is uit de inhoud van de bewijsmiddelen niet komen vast te staan, noch is op grond van hetgeen door de verdediging daaromtrent is aangevoerd aannemelijk geworden, dat aangeefster ten aanzien van de door haar tegenover de ter plaatse gekomen politie op enige wijze is beïnvloed door overige getuigen. De rechtbank heeft derhalve geen redenen om te twijfelen aan de betrouwbaarheid van de verklaring van aangeefster [slachtoffer 1].
Ten aanzien van stemherkenning overweegt de rechtbank als volgt. In de onderhavige zaak heeft zich de bijzondere situatie voorgedaan dat aangeefster [slachtoffer 1] tijdens het onderzoek ter terechtzitting heeft aangegeven dat zij de stem van verdachte heeft herkend als degene die haar in de nacht van 3 op 4 mei 2013 heeft overvallen. Gelet op de bijzondere omstandigheden waaronder de stemherkenning door aangeefster heeft plaatsgevonden kan naar het oordeel van de rechtbank niet worden uitgesloten dat andere factoren dan uitsluitend de door aangeefster waargenomen overeenkomst tussen het geheugenspoor van de stem van de dader en het geluid van de stem van de verdachte tijdens het onderzoek ter terechtzitting van invloed zijn geweest op de positieve stemherkenning. Nu in dit verband voorts geen sprake is geweest van een deugdelijke (confrontatie)procedure kan naar het oordeel van de rechtbank worden getwijfeld aan de betrouwbaarheid van de positieve stemherkenning en acht de rechtbank redenen aanwezig om de positieve stemherkenning niet als bewijsmiddel te gebruiken.

Feit 2

Aangever [slachtoffer 3] heeft tegenover de politie onder het volgende verklaard: [16]
Ik ben woonachtig aan de [adres 2] te Voorst. Dit betreft
een vrijstaande woning welke te bereiken is via de [adres 2]. Men kan om mijn woning heen lopen. (…) Op woensdag 8 mei 2013, omstreeks 20.00 uur heb ik mijn woning met slot en sleutel afgesloten. Ook de ramen waren allemaal afgesloten. Op donderdag 9 mei 2013, werd ik gebeld door de politie. (…)De politieagent deelde mij mede dat zij op woensdag 8 mei 2013 omstreeks 23.27 uur ter plaatse waren geweest bij mijn woning aangezien daar was ingebroken. (…) Vandaag, zondag 12 mei 2013, omstreeks 18.00 uur kwam ik weer terug bij mijn woning. Ik zag toen dat het draairaam aan de achterzijde van mijn woning was verbroken. Het raamboompje (slotboom) was verbroken (…). In mijn woning zag ik dat er in de woonkamer goederen afkomstig uit de lade van mijn kast op de grond lagen. De rechterla stond op de grond.(…) Ik had in de lade van de kast fotorolletjes met daarin euromuntjes liggen. Ik spaarde namelijk munten uit andere Eurolanden. Deze munten mis ik nu. Ik weet niet precies hoeveel geld dat was. (…)
Getuige [getuige 5] heeft tegenover de politie onder meer het volgende verklaard [17] :
Vandaag, woensdag 8 mei 2013, omstreeks 23.30 uur, liep ik met mijn hond langs de
Rijksstraatweg te Voorst gemeente Voorst. Ik loop altijd het zelfde rondje. Vanaf
mijn woning aan de [adres 9] loop ik richting de Rijksstraatweg. (…)Voorst is een dorp en ik ken relatief veel mensen. Omstreeks genoemde tijd liep ik langs de woning van [slachtoffer 3]. Hij woont aan de [adres 2](…)Het viel mij op dat toen ik er vandaag langs liep, er licht in zijn woning brandde. Op dat moment zag ik dat er een persoon met donkere huidskleur vanaf de oprit richting de straat liep. Dit viel mij direct op aangezien er weinig personen met een donkere huidskleur in Voorst wonen. Ik besloot direct die man aan te spreken en te vragen wat hij bij de woning te zoeken had.
Toen ik dat vroeg aan de deze man zag ik dat hij probeerde om mij te slaan met een
onbekend voorwerp. De afstand tussen mij en de man was minder dan een meter. Ik kon
niet zien wat de man in zijn hand had. Dit kon ik niet zien omdat het te donker
was. (…)De man met donkere huidskleur liep bij mij vandaan en ging via de Rijksstraatweg
naar de Klarenbeekseweg. Hij liep hier hard naar toe. Ter hoogte van de
Klarenbeekseweg, perceel 3 zag ik dat de man met de donkere huidskleur in een
aldaar geparkeerde auto stapte. Dit voertuig stond met de neus richting de
Rijksstraatweg. Ik weet niet zeker of deze man aan de passagierszijde of de
bestuurderszijde instapte. Ik kon dit niet zo snel zien. Direct nadat de man was
ingestapt keerde het voertuig en reed weg richting Klarenbeek.
Het voertuig betrof een klein model personenauto, volgens mij een Seat voorzien van
kenteken [kenteken]. De kleur van dit voertuig was zwart. Het was volgens mij een
drie cilinder.
De persoon kan ik als volgt omschrijven:
Man, donkere huidskleur (negroïde) zoals mensen uit bijvoorbeeld Nigeria
+/- 25 jaar oud, 1.85 m lang, slank postuur, droeg donkere kleding.
(…) Nadat het voertuig weg reed, ben ik naar de woning van [slachtoffer 3] gegaan. Ik zag dat het
raam aan de achterzijde open stond en de deur aan de zijkant (rechts gezien vanaf
de [adres 2]) ook open stond. (…)
De uitdraai van het Track en Trace-systeem betreffende de Seat Mii met kenteken [kenteken] houdt onder meer het volgende in [18] :
Het eerstgenoemde tijdstip geeft aan het tijdstip dat het voertuig in beweging komt. Het tweede getal geeft aan het aantal minuten dat gereden is. Het derde genoemde getal geeft weer het aantal gereden kilometers in die sessie. Het vierde genoemde getal geeft aan het tijdstip waarop het voertuig tot stilstand komt.
08-05-13 22:05 0:13 20,51 22:18 Wilp Rijsweg A1
08-05-13 22:20 0:13 11,92 22:33 Voorst Klarenbeekseweg 1-21
08-05-13 23:20 0:39 47,91 23:59 Ede Raadhuisstraat
Het proces-verbaal van verhoor van [getuige 6] houdt onder meer het volgende in [19] :
(…) een zwarte Seat Mii, met kenteken [kenteken]. Ik ben eigenaar van het Autobedrijf Brandsen (…) Op 18 april 2013 heb ik de genoemde Seat Mii verhuurd aan de heer [verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [1981]. (…) De door [verdachte] gehuurde Seat Mii is voorzien van een track-and-trace-systeem, waardoor ik ieder moment van de dag kan zien waar de Seat Mii zich bevindt. Omdat de heer [verdachte] de auto niet naar een week had teruggebracht en ook niet telefonisch had verlengd, ben ik omstreeks 25 april gaan bellen met de heer [verdachte]. (…) Ik kreeg zijn voicemail (…). Ik heb op woensdag 22 mei 2013 met de politie gebeld. Ik heb gezegd dat er een auto van mij is verduisterd (…).
Overwegingen
De rechtbank overweegt als volgt. De getuige heeft verklaard dat hij rond 23.30 uur aan de Rijksstraatweg liep en dat toen hij voor de woning van aangever was, een persoon vanaf de oprit richting de straat liep. Nadat getuige [getuige 5] de persoon aansprak, heeft deze geprobeerd de getuige te slaan. De persoon is in de Seat Mii met het kenteken [kenteken] weggereden. Deze auto is door verdachte gehuurd. Nadat de getuige naar de woning van aangever is gelopen heeft hij gezien dat de deur en het raam van de woning openstonden. Aangever [slachtoffer 3] heeft aangifte gedaan van diefstal met braak. Het door de getuige [getuige 5] gegeven signalement van de persoon komt overeen met het uiterlijk van verdachte. Gelet hierop en gelet op het feit dat uit Track en Trace blijkt dat de Seat Mii om 23:20 uur is weggereden uit de Klarenbeekseweg in Voorst, hetgeen in de buurt is van het plaats delict en hetgeen ook voor wat betreft de tijdsduiding overeenkomt met de verklaring van de getuige [getuige 5], acht de rechtbank het onder 2 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen.

Feit 3 en 4

Aangeefster [slachtoffer 4] heeft tegenover de politie onder meer het volgende verklaard [20] :
Opmerking verbalisant: tussen vrijdag 19 april 2013 te 18:00 uur en vrijdag 19 april 2012 te 23:00 uur werd op de locatie, zoals vermeld bij plaats delict, het in de aanhef vermelde feit gepleegd. Zij deed aangifte namens zichzelf en de benadeelde [slachtoffer 5].
Wij zijn om 18.00 uur weggegaan van huis [[adres 3] te Barneveld], mijn man en ik. Wij wonen hier met zijn tweeën. Wij hebben de voordeur afgesloten met de sleutel. (…) Wij zijn omstreeks 23.00 uur thuis gekomen, middels de voordeur. We liepen door de
woonkamer en de bijkamer, we zagen alles overhoop liggen. Ik vermoed dat ze binnen
zijn gekomen middels het badkamer raam (dakraam) dat zich boven de woonkamer bevindt.
Ik denk dat ze zijn vertrokken middels de schuifpui, recht onder de badkamer, in de
woonkamer. (…)We hebben schade aan het badkamer raam en de bijbehorende bloempot. (…) We missen bankpasjes van de Rabobank, ING en ABN Amro. Ik had pincodes bij de pasjes liggen en die zijn ook weggenomen. (…). Ik heb gebeld met de banken en zij vertelden mij het volgende:
21.05 uur is er 850 euro opgenomen bij een pinautomaat in Barneveld, onbekend welke
pinautomaat.
Er is 500 euro opgenomen bij een pinautomaat aan de Hoofdstraat in Voorthuizen,
onbekend hoe laat.
We missen bankafschriften en alle rekeningen, dit lag in de bijkamer bij de computer.
(…)
Aanvulling 23 april 2013:
Er is 500 euro gepind bij de ABN Amro aan de Hoofdstraat in Voorthuizen, dit is
gebeurd op 19 april 2013 omstreeks 21.20 uur. De automaat heeft nummer S1G195.
Er is 850 euro gepind bij de ING op 19 april 2013 omstreeks 21.05 uur. De automaat
heeft nummer S1A394.(…)
Bijlage weggenomen goederen.
Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 2] houdt onder meer het volgende in [21] :
Op maandag 17 juni 2013 keek ik verbalisant de door de ABN/AMRO bank geleverde
beelden uit. Op de beelden is de datum 19 april te zien en dat er omstreeks
21:22:35 uur een manspersoon in beeld verschijnt, die kennelijk begint met
pinhandelingen. De man is duidelijk in beeld. Omstreeks 21:24:07 uur verdwijnt de
man weer uit beeld. Duidelijk is te zien dat de man gedurende deze tijd een aantal
handelingen verricht, doch de pinautomaat zelf is niet te zien.
Ik verbalisant kan de op de beelden getoonde man als volgt omschrijven.
Hij lijkt een getinte huidskleur te hebben en hij heeft redelijk grote ogen.
Gedurende de tijd dat de man in beeld is, houdt hij zijn linkerhand voor het
gezicht, alleen de ogen zijn zichtbaar. Deze hand is bedekt met een werkhandschoen.
Deze handschoen is op de rugzijde licht gekleurd en de handpalmzijde is donker van
kleur. Op de handschoen is de naam van de bouwmarkt Gamma te lezen met een keurmerk
en een aantal cijfers. De man is gekleed in een jas/jack, licht gekleurd met donkere fijne stiksels. Het lijkt een stoffen winterjas/jack. De jas is voorzien van een capuchon, welke de man over zijn hoofd draagt. Onder de capuchon draagt de man een licht gekleurde wintermuts, waarvan de randen zijn omgeslagen. Over de capuchon loopt een lichte smalle haan, gezien de beelden van links naar rechts. Op schouderhoogte hangt een geel koord. (…)
Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisanten [verbalisant 3] en [verbalisant 4] houdt onder meer het volgende in [22] :
Op dinsdag 25 juni 2013 na de eerder benoemde aanhouding [van verdachte] vond er tevens een doorzoeking plaats in de woning en berging gelegen aan [adres 10] te
Ede. Deze doorzoeking vond plaats samen met de collega’s van het
onderzoeksteam’Wapserveen’. Bij deze doorzoeking waren wij, verbalisanten [verbalisant 3]
en [verbalisant 4], beiden aanwezig. Ook bij deze doorzoeking was onze collega[verbalisant 5] aanwezig. Wij, verbalisanten [verbalisant 3] en [verbalisant 4], hoorden vervolgens van collega [verbalisant 5] dat hij bij het onderzoeksteam ‘Wapserveen’, een foto had gezien die hij herkende van de briefing van de Politie Gelderland-Midden. Dit betrof een foto van
een onbekende man die had gepind bij een pinautomaat. Van deze onbekende man werd
een herkenning gevraagd. Wij hoorden collega [verbalisant 5] zeggen dat hij tijdens de
doorzoeking een jas had aangetroffen die overeen kwam als zijnde de jas die de
onbekende man op de desbetreffende foto droeg. Wij, [verbalisant 3] en [verbalisant 4], wisten
beiden welke foto het betrof en hebben tevens beiden deze foto op onze briefing
gezien. Door ons, [verbalisant 3] en [verbalisant 4], werden tijdens de doorzoeking ook
handschoenen aangetroffen. De onbekende man waar de herkenning van werd gevraagd
droeg tevens op de desbetreffende foto een handschoen. Wij zagen dat
deze handschoen overeenkwam met de handschoenen die wij in de berging hadden
aangetroffen.
Op dinsdag 25 juni 2013 omstreeks 11:30 uur hebben wij, verbalisanten [verbalisant 3] en
[verbalisant 4], na aanleiding van deze aangetroffen handschoenen en jas, in het
Politiebureau te Ede nogmaals naar de desbetreffende foto gekeken. Na het zien van
de handschoen en jas op de desbetreffende foto herkenden wij de onbekende man als
zijnde de voor ons ambtshalve bekende [verdachte].
De fotobladen bevattende afbeeldingen van een persoon met jas met witte rand en Gamma-handschoenen tijdens het pinnen bij de ABN AMRO bank te Voorthuizen [23]
De lijst van inbeslaggenomen goederen betreffende de doorzoeking op het adres:
[adres 10] te Ede d.d. 25 juni 2013 houdt onder meer het volgende in [24] :
“Slaapkamer 01, Hal 02
(…)
02.01: aangetroffen aan de kapstok: Jas zwart/wit geblokt met witte rits, capuchon maat L,
merk Chasin met in de linkerbinnenzak een klein RV kapstok) zwart zaklampje.”
Op de lijst van inbeslaggenomen goederen betreffende de doorzoeking op het adres
[adres 10] te Ede (berging) d.d. 25 juni 2013 staat onder meer het volgende [25] :
05. 1
paar zwarte/grijze Gamma werkhandschoenen CE11 EN 388 4121 (F)
1
zwarte bivakmuts (G).
De van voornoemde lijst van inbeslaggenomen goederen deel uitmakende fotolijst, bevat onder meer de afdrukken van de foto’s: IMG 0013 jpg, IMG 0014 jpg en IMG 0015 jpg waarop telkens een jas met witte rits staat afgebeeld.
De van voornoemde lijst van inbeslaggenomen goederen deeluitmakende fotolijst bevat onder meer de afdrukken van de foto’s: IMG 0057 jpg., IMG 0058 jpg, IMG 0059 jpg en IMG 0060 jpg, waarop telkens een paar zwarte/grijze Gamma werkhandschoenen staat afgebeeld.
De fotobladen bevattende afbeeldingen van de bij verdachte in zijn woning inbeslaggenomen jas en handschoen. [26]
De getuige [getuige 7] heeft tegenover de politie onder meer verklaard: [27]
V: (…) We weten dat je een relatie hebt met [verdachte]. Sinds wanneer heb je een relatie met hem?
A: 9 juli 2011, 2 jaar dus.
V: Woon je ook vanaf die tijd samen ?
A: Nee, vanaf september 2012.
V:Wij hebben een lijst bij ons met hierop zichtbaar de goederen die tijdens de
doorzoeking in jouw woning in beslaggenomen werden. Wij willen de goederen met je
doornemen.(…)
V: Zeggen jou deze goederen iets? Aan de kapstok. Van wie is die jas?
A: Van [verdachte].
Getuige [getuige 8] heeft tegenover de politie onder meer verklaard [28] :
V: [getuige 8] ,we weten dat je een relatie hebt met [verdachte].
Sinds wanneer heb je een relatie met hem?
A: (…) Ik denk in januari 2013. (…)
V: Wij tonen je nu een drietal foto’s met hierop zichtbaar een jas. Wat kun jij
hierover verklaren?
A: De jas op de foto die u mij laat zien herken ik als zijnde gelijk aan de jas van
[verdachte].
O: Opmerking verbalisanten:
Wij toonden de getuige de foto’s met de nummers 0013 en 0014 en 0015
O: Opmerking verbalisanten:
Wij toonde vervolgens de getuige een viertal foto’s met hierop een man zichtbaar.
Deze man verborg zijn gezicht door middel van een handschoen voor zijn mond te
houden.
V: Wij tonen je nu enkele foto’s. Wat zegt dit jou?
A: Nou ik herken de jas en de muts zichtbaar onder de capuchon. De man die de jas
draagt is [verdachte]. De muts die [verdachte] draagt op de foto is de grijze muts die hij
wel eens droeg. Ik zie gewoon dat dit [verdachte] is op de foto die u mij laat zien. (…)
Overwegingen
De rechtbank stelt vast dat de jas en de Gamma-handschoenen die in de woning van de verdachte zijn aangetroffen zeer grote overeenkomsten vertonen met de jas en Gamma-handschoenen die door de persoon wordt gedragen die staat afgebeeld op de foto’s van de pinopname op 19 april 2013 om 21:22:35, waarbij wordt gepind met de op die dag uit de woning van aangeefster [slachtoffer 4] gestolen pinpas. Ten aanzien van de jas overweegt de rechtbank dat dit een specifieke jas betreft met donkere stiksels, met op borsthoogte een bruine knoop, geel stiksel op de capuchon en een geel koordje op schouderhoogte.
De rechtbank hecht voorts betekenis aan de omstandigheid dat de getuige [getuige 8], zijnde een vriendin van verdachte, de betreffende in beslag genomen jas heeft herkend als de jas van verdachte. Voorts heeft deze getuige de persoon die staat afgebeeld op de foto’s van de pinopname herkend als zijnde verdachte. Ook de verbalisanten [verbalisant 3] en [verbalisant 4] hebben op deze foto’s de voor hen ambtshalve bekende verdachte herkend.
Gelet op het bovenstaande acht de rechtbank bewezen dat de persoon staat afgebeeld op de foto’s van de pinopname op 19 april 2013 verdachte betreft. Het onder 4 ten laste gelegde kan dan ook wettig en overtuigend bewezen worden verklaard.
Ten aanzien van de vraag of verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan hetgeen onder 3 is ten laste gelegd, zijnde de woninginbraak waarbij onder andere een pinpas is gestolen waarmee op 19 april 2013 geldbedragen zijn gepind (feit 4), overweegt de rechtbank als volgt. Uit de aangifte blijkt dat aangeefster en haar man op 19 april 2013 om 18:00 uur de woning hebben verlaten. Met de uit de woning gestolen pinpas is op 19 april 2013 om 21.22 uur een geldbedrag gepind. Tussen het tijdstip van de woninginbraak waarbij de pinpas is ontvreemd en het tijdstip waarop voor de eerste maal een pintransactie heeft plaatsgevonden ligt derhalve maximaal 3 uur en 20 minuten. Naar het oordeel van de rechtbank is niet aannemelijk geworden dat in deze korte tijdsspanne sprake geweest kan zijn van heling van de betreffende pinpas, temeer niet nu verdachte naar het oordeel van de rechtbank geen redelijke, ontzenuwende verklaring heeft kunnen geven voor hetgeen hem verweten wordt. De rechtbank acht dan ook wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de woninginbraak zoals onder 3 is ten laste gelegd, heeft gepleegd.

Feit 5

Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat het onder 5 ten laste gelegde niet wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard. De verdachte zal dan ook hiervan worden vrijgesproken.

Feit 6, 7 en 8

Er is aangifte gedaan door [slachtoffer 7] van een woninginbraak aan de [adres 5] te Vroomshoop (feit 6), door aangever [slachtoffer 7] van een poging tot een woninginbraak aan de [adres 6] in Vroomshoop (feit 7) en door aangever [slachtoffer 9] van een poging tot woninginbraak aan de [adres 7] in Vroomshoop (feit 8). Uit de uitdraai van Track en Trace blijkt dat de door verdachte gehuurde auto, de Seat Mii, op die bewuste
dag – 3 mei 2013 – in de nabijheid van de woningen stond geparkeerd waar de woninginbraak is gepleegd dan wel waar dat is gepoogd. Deze enkele omstandigheid brengt echter niet met zich mee dat verdachte de woninginbraak heeft gepleegd, dan wel een poging daartoe heeft gedaan. Nu er geen wettig en overtuigend bewijs is, zal de rechtbank verdachte vrijspreken van hetgeen aan hem onder 6, 7 en 8 ten laste is gelegd.

BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen hetgeen de verdachte onder 1 primair, 2, 3 en 4 ten laste is gelegd, met dien verstande dat
1.
hij op 4 mei 2013 te Nieuw-Heeten, gemeente Raalte met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning gelegen aan de [adres 1] heeft weggenomen een hoeveelheid sieraden en een mobiele Telefoon (L.G), toebehorende aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of de [familie slachtoffer], welke diefstal werd voorafgegaan en/of gevolgd van geweld en bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 1], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken, welk geweld en welke bedreiging met geweld hierin bestonden dat hij, verdachte,
- de woning van de [familie slachtoffer] is binnen gegaan en (vervolgens)
- (dreigend) in de richting van de in bed liggende [slachtoffer 1] is gegaan en/of (vervolgens)- (dreigend) tegen die [slachtoffer 1] heeft gezegd haar te verkrachten als ze niet zou vertellen waar de kluis zich bevond en (vervolgens)
- die [slachtoffer 1] (hard) bij haar nek heeft gepakt en vastgehouden en (vervolgens)
- nadat ze bij de kluis waren en deze was afgesloten tegen die [slachtoffer 1] heeft gezegd: "als je nu niet zegt waar de sleutel ligt schiet ik je dood", en/of (vervolgens)
- één of meer vingers of een voorwerp tegen het hoofd van die [slachtoffer 1] heeft gehouden;
2.
hij op 8 mei 2013 te Voorst met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning gelegen aan de [adres 2] heeft weggenomen een hoeveelheid geld, toebehorende aan [slachtoffer 3], waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van braak;
3.
hij op 19 april 2013 te Barneveld met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning gelegen aan de [adres 3] heeft weggenomen pinpassen) en horloges en een hoeveelheid sieraden, toebehorende aan [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5], waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;
4.
hij op meer tijdstippen op 19 april 2013 te Voorthuizen, gemeente Barneveld, althans te Nederland, (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een pinautomaat heeft weggenomen telkens een hoeveelheid geld, toebehorende aan [slachtoffer 4] en/of[slachtoffer 5], waarbij verdachte telkens de weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel.
Van het onder 1 primair, 2, 3 en 4 meer of anders ten laste gelegde zal de verdachte worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet wettig en overtuigend bewezen acht.

STRAFBAARHEID VAN HET FEIT

Het bewezene levert op:
Feit 1:
Diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken,
strafbaar gesteld bij artikel 312 juncto artikel 310 van het Wetboek van Strafrecht.
Feit 2 en feit 3 telkens:
Diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak,
strafbaar gesteld bij artikel 311 juncto artikel 310 van het Wetboek van Strafrecht.
Feit 4:
Diefstal waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, meermalen gepleegd,
strafbaar gesteld bij artikel 311 juncto artikel 310 van het Wetboek van Strafrecht.
De bewezen verklaarde feiten zijn volgens de wet strafbaar. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.

STRAFBAARHEID van de VERDACHTE

De rechtbank stelt vast dat uit het psychiatrisch onderzoeksrapport
d.d. 30 augustus 2013, uitgebracht door C.J.F. Kemperman, psychiater en uit het psychologisch onderzoeksrapport d.d. 16 september 2013 uitgebracht door drs. J.P.M. de Leeuw, psycholoog, voornoemde onderzoeksrapportages door beide gedragsdeskundigen geen conclusies kunnen worden getrokken ten aanzien van (de mate van) toerekeningsvatbaarheid van de verdachte ten tijde van het plegen van de bewezen verklaarde feiten ten gevolge van de weigering van verdachte tot medewerking aan enig persoonlijkheidsonderzoek. De rechtbank gaat gelet op het vorenoverwogene uit van volledige toerekeningsvatbaarheid van de verdachte ten tijde van het plegen van de bewezen verklaarde feiten. De rechtbank acht verdachte derhalve strafbaar.
Er zijn verder geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten. De verdachte is dan ook strafbaar.

MOTIVERING VAN STRAF OF MAATREGEL

Het standpunt van het openbaar ministerie

De officier van justitie heeft op grond van hetgeen zij bewezen heeft geacht gevorderd verdachte te veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 jaar, met aftrek van voorarrest.
De officier van justitie heeft voorts gevorderd tot volledige toewijzing van de vorderingen van de benadeelde partijen [slachtoffer 1], [naam 1] en [slachtoffer 3], met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht voor het gevorderde bedrag.

Het standpunt van de verdediging

De raadsman van de verdachte zich niet uitgelaten omtrent de eventueel op te leggen straf ingeval van een bewezenverklaring ter zake van één of meer van de aan verdachte ten laste gelegde feiten.
De raadsman van de verdachte heeft ten aanzien van de vorderingen van de benadeelde partijen [slachtoffer 1], [naam 1] en [slachtoffer 3] primair geconcludeerd de benadeelde partijen niet-ontvankelijk te verklaren. De raadsman van de verdachte heeft zich subsidiair gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.

Het oordeel van de rechtbank

Gelet op de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, op de omstandigheden
waaronder verdachte zich daaraan heeft schuldig gemaakt en op de persoon van verdachte,
zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, acht de rechtbank de
na te noemen beslissing passend.
De rechtbank heeft bij de bepaling van de straf de geldende oriëntatiepunten van het Landelijk overleg van voorzitters van de strafsectoren van de gerechtshoven en de rechtbanken (LOVS) als uitgangspunt genomen. Deze oriëntatiepunten gaan onder meer uit van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 3 jaar voor een woningoverval, indien er sprake is van licht geweld en/of bedreiging met geweld.
De rechtbank is in dit geval van oordeel dat een langdurige, geheel onvoorwaardelijke vrijheidsstraf noodzakelijk is, omdat aard en ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, mede gelet op het strafrechtelijk verleden van de verdachte ter zake van onder meer vermogens- en geweldsmisdrijven, door een lichtere strafrechtelijke afdoening van de zaak miskend zouden worden. Bijzondere omstandigheden die tot een ander oordeel zouden moeten voeren, acht de rechtbank niet aanwezig.
De rechtbank rekent het verdachte zeer zwaar aan dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan een woningoverval in de voor de nachtrust van bestemde uren.
Tijdens de woningoverval is het 15-jarige slachtoffer hard vastgehouden en op ernstige wijze bedreigd met verkrachting en de dood. Zij heeft doodsangsten uitgestaan. Verdachte is daarbij in de woon- en slaapkamer van het slachtoffer geweest, bij uitstek plaatsen waar een slachtoffer zich veilig had moeten kunnen voelen.
Door aldus te handelen heeft verdachte op grove wijze inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van het slachtoffer. Het mag als een feit van algemene bekendheid worden verondersteld dat slachtoffers van dit soort traumatische ervaringen als gevolg daarvan te kampen kunnen krijgen met grote psychische problemen, waardoor zij geruime tijd in hun (dagelijks) functioneren kunnen worden belemmerd, zoals onder meer ook blijkt uit de toelichting bij de door de benadeelde partijen ingediende vordering en/of slachtofferverklaring.
Verdachte heeft niet alleen gevoelens van angst en onveiligheid teweeggebracht bij het slachtoffer, maar ook bij de samenleving als geheel. Dergelijke feiten veroorzaken grote maatschappelijke onrust. Een en ander klemt temeer nu is komen vast te staan dat verdachte, voordat hij de woningoverval heeft uitgevoerd, als klant het onder de woning gelegen café van de ouders van het slachtoffer hebben bezocht en aldaar geruime tijd heeft verbleven, met het kennelijke doel de voorgenomen plaats delict te verkennen.
De rechtbank rekent het de verdachte voorts zwaar aan dat hij zich tevens schuldig heeft gemaakt aan twee woninginbraken en aan het pinnen van geld met een pinpas afkomstig van een woninginbraak. Verdachte heeft zich daarbij op geen enkele wijze rekenschap gegeven van de ten gevolge van die woninginbraken veroorzaakte schade en van de (emotionele) gevolgen van een woninginbraak voor de benadeelden. Het korte tijdsbestek waarbinnen de bewezen verklaarde feiten zijn gepleegd, getuigt naar het oordeel van de rechtbank bovendien van een welbewuste strooptocht die met name gericht was op geldelijk gewin.
Bij haar beslissing heeft de rechtbank onder meer acht geslagen op:
een uittreksel justitiële documentatie van verdachte d.d. 9 september 2013;
- een reclasseringsadvies betreffende verdachte, uitgebracht door de
stichting Reclassering Nederland d.d. 4 oktober 2013;
- een de verdachte betreffend psychiatrisch onderzoeksrapport d.d. 30 augustus 2013 uitgebracht door C.J.F. Kemperman, psychiater en een de verdachte betreffend psychologisch onderzoeksrapport d.d. 16 september 2013 uitgebracht door drs. J.P.M. de Leeuw, psycholoog.
De oplegging van straf of maatregel is, behalve op de reeds aangehaalde wettelijke voorschriften, gegrond op de artikelen 10, 27 en 57 van het Wetboek van Strafrecht.

Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1]

De benadeelde partij [slachtoffer 1], wonende te Nieuw Heeten, heeft zich ter zake van feit 1 met een vordering tot schadevergoeding van een bedrag van € 1.071,45 gevoegd in het strafproces. Naar het oordeel van de rechtbank is komen vast te staan, dat de benadeelde partij [slachtoffer 1] als gevolg van het hiervoor onder 1 bewezen verklaarde feit rechtstreeks schade heeft geleden. Deze vordering is met de door de benadeelde partij overgelegde stukken onderbouwd en niet, althans onvoldoende weersproken. De hoogte van de schade is genoegzaam komen vast te staan tot het gevorderde bedrag van € 1.071,45 (bestaande uit een bedrag van € 71,45 ter zake van geleden materiële schade en een bedrag van € 1.000,00 ter zake van geleden immateriële schade), vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de dag dat het onder 1 bewezen verklaarde feit is gepleegd tot de dag van algehele voldoening. De vordering zal dan ook tot dat bedrag worden toegewezen. De verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken, tot op heden begroot op nihil.
Als extra waarborg voor betaling aan de benadeelde partij zal de rechtbank overeenkomstig artikel 36 f van het Wetboek van Strafrecht de verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van bovengenoemde geldsom ten behoeve van de benadeelde partij.

Vordering van de benadeelde partij [naam 1]

De benadeelde partij [naam 1], wonende te Nieuw-Heeten, heeft zich ter zake van feit 1 met een vordering tot schadevergoeding van een bedrag van € 256,94 gevoegd in het strafproces. Naar het oordeel van de rechtbank is komen vast te staan, dat de benadeelde partij [naam 1] als gevolg van het hiervoor onder 1 bewezen verklaarde feit rechtstreeks schade heeft geleden. Deze vordering is met de door de benadeelde partij overgelegde stukken onderbouwd en niet, althans onvoldoende weersproken. De hoogte van de schade is genoegzaam komen vast te staan tot het gevorderde bedrag van € 256,94 (bestaande uit een bedrag van € 6,94 ter zake van geleden materiële schade en een bedrag van € 250,00 ter zake van geleden immateriële schade), vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de dag dat het onder 1 bewezen verklaarde feit is gepleegd tot de dag van algehele voldoening. De vordering zal dan ook tot dat bedrag worden toegewezen. De verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken, tot op heden begroot op nihil.
Als extra waarborg voor betaling aan de benadeelde partij zal de rechtbank overeenkomstig artikel 36 f van het Wetboek van Strafrecht de verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van bovengenoemde geldsom ten behoeve van de benadeelde partij.

Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 3]

De benadeelde partij [slachtoffer 3], wonende te Voorst, heeft zich ter zake van feit 2 met een vordering tot schadevergoeding van een bedrag van € 275,-- gevoegd in het strafproces. Naar het oordeel van de rechtbank is komen vast te staan, dat de benadeelde partij [slachtoffer 3] als gevolg van het hiervoor onder 2 bewezen verklaarde feit rechtstreeks schade heeft geleden. Deze vordering is met de door de benadeelde partij overgelegde stukken onderbouwd en niet, althans onvoldoende weersproken. De hoogte van de schade is genoegzaam komen vast te staan tot het gevorderde bedrag van € 275,-- ter zake van geleden immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de dag dat het onder 2 bewezen verklaarde feit is gepleegd tot de dag van algehele voldoening. De vordering zal dan ook tot dat bedrag worden toegewezen. De verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken, tot op heden begroot op nihil.
Als extra waarborg voor betaling aan de benadeelde partij zal de rechtbank overeenkomstig artikel 36 f van het Wetboek van Strafrecht de verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van bovengenoemde geldsom ten behoeve van de benadeelde partij.

Beslissing

Het onder 5, 6, 7 en 8 ten laste gelegde is niet wettig en overtuigend bewezen. De rechtbank spreekt de verdachte daarvan vrij.
Het onder 1 primair, 2, 3 en 4 ten laste gelegde is bewezen zoals hiervoor aangegeven en levert het strafbare feiten op, zoals hiervoor vermeld. De verdachte is strafbaar.
Het onder 1 primair, 2, 3 en 4 meer of anders ten laste gelegde is niet bewezen en de rechtbank spreekt de verdachte daarvan vrij.
De rechtbank veroordeelt de verdachte tot
een gevangenisstraf voor de duur van 42 maanden.
De tijd die de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht wordt bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering gebracht.

Schadevergoeding [slachtoffer 1]

De rechtbank veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 1] (gemachtigde [naam 1], wonende te Nieuw Heeten), van een bedrag van € 1.071,45 (zegge: duizendeenenzeventig euro en vijfenveertig cent), vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 4 mei 2013 (de dag dat het onder 2 bewezenverklaarde feit is gepleegd) tot de dag van algehele voldoening. De verdachte wordt voorts veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog zal maken, tot op heden begroot op nihil.
De rechtbank legt de verdachte de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 1.071,45, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 1], bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 21 dagen hechtenis.
De rechtbank bepaalt dat, indien verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat, daarmee verdachtes verplichting tot betaling aan de benadeelde partij
[slachtoffer 1] in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 1], daarmee verdachtes verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.

Schadevergoeding [naam 1]

De rechtbank veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [naam 1], wonende te Nieuw-Heeten, van een bedrag van € 256,94 (zegge: tweehonderdzesenvijftig euro en vierennegentig cent), vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 4 mei 2013 (de dag dat het onder 2 bewezenverklaarde feit is gepleegd) tot de dag van algehele voldoening. De verdachte wordt voorts veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog zal maken, tot op heden begroot op nihil.
De rechtbank legt de verdachte de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 256,94, ten behoeve van het slachtoffer [naam 1], bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 5 dagen hechtenis.
De rechtbank bepaalt dat, indien verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat, daarmee verdachtes verplichting tot betaling aan de benadeelde partij [naam 1] in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij [naam 1], daarmee verdachtes verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.

Schadevergoeding [slachtoffer 3]

De rechtbank veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 3] (gemachtigde [naam 2], Slachtofferhulp Nederland te Zutphen), van een bedrag van
€ 275,-- (zegge: tweehonderdvijfenzeventig euro en cent), vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 8 mei 2013 (de dag dat het onder 2 bewezenverklaarde feit is gepleegd) tot de dag van algehele voldoening. De verdachte wordt voorts veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog zal maken, tot op heden begroot op nihil.
De rechtbank legt de verdachte de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 275,-- ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 3], bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 5 dagen hechtenis.
De rechtbank bepaalt dat, indien verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat, daarmee verdachtes verplichting tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 3] in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 3], daarmee verdachtes verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
Aldus gewezen door mr. Y. Cenik, voorzitter, mrs. F. van der Maden en L.J.C. Hangx, rechters, in tegenwoordigheid van H. Kamp als griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 11 december 2013.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar met paginanummering aangeduide processen-verbaal en andere stukken, betreft dit op ambtseed/ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal dan wel andere bescheiden, als bijlagen opgenomen bij het proces-verbaal van het opsporingsonderzoek van de Regiopolitie IJsselland, onder dossiernummer PL04SA 2013070211, opgemaakt op 21 augustus 2013.
2.Proces-verbaal van aangifte d.d. 4 mei 2013 (dossierpagina 144-148).
3.Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] d.d. 25 mei 2013 (dossierpagina 153-154).
4.Lijst weggenomen goederen zoals genoemd in voornoemd proces-verbaal van aangifte (dossierpagina 156-157).
5.Proces-verbaal verhoor getuige [getuige 1] d.d. 4 mei 2013 (dossierpagina 195).
6.Proces-verbaal verhoor getuige [getuige 2] d.d. 4 mei 2013 (dossierpagina 188-190).
7.Dossierpagina 250.
8.Proces-verbaal verhoor getuige [getuige 3] d.d. 4 mei 2013 (dossierpagina 191-193).
9.Proces-verbaal verhoor getuige [getuige 4] d.d. 4 mei 2013 (dossierpagina 209-210).
10.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 27 mei 2013 opgemaakt door verbalisant [verbalisant 1] (dossierpagina 286-287).
11.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 27 mei 2013 opgemaakt door verbalisant [verbalisant 1] (dossierpagina 291-292).
12.Proces-verbaal terechtzitting d.d. 29 oktober 2013.
13.Uitdraai Track en Trace (dossierpagina 351, 352). Proces-verbaal van relaas d.d. 21 augustus 2013 (dossierpagina 17).
14.Uitdraai Track en Trace (dossierpagina 336).
15.Proces-verbaal van bevindingen d,d. 14 mei 2013 (dossierpagina 237).
16.Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 3] d.d. 12 mei 2013 (dossierpagina 392-394).
17.Proces-verbaal verhoor getuige [getuige 5] (dossierpagina 407 en 408).
18.Uitdraai Track en Trace (dossierpagina 411).
19.Proces-verbaal van verhoor Politie Gelderland-Midden van [getuige 6] (dossierpagina 301-303)
20.Proces-verbaal aangifte met bijlagen van [slachtoffer 4] d.d. 19 april 2013 (dossierpagina 422-424).
21.Proces-verbaal van bevindingen van Politie Gelderland-Midden d.d. 18 juni 2013 (dossierpagina 436-438).
22.Proces-verbaal van bevindingen van Politie Gelderland-Midden d.d. 27 juni 2013 (dossierpagina 446-447).
23.Fotobladen (dossierpagina 441-443).
24.Lijst van inbeslaggenomen goederen (dossierpagina 220-222).
25.Lijst van inbeslaggenomen goederen (dossierpagina 223-224).
26.Fotobladen (dossierpagina 444-445).
27.Proces-verbaal verhoor getuige [getuige 7] d.d. 18 juli 2013 (dossierpagina 214-219).
28.Proces-verbaal verhoor getuige [getuige 8] d,d. 26 juli 2013 (dossierpagina 448-453).