Het verweer, dat [gedaagde] niet op de hoogte was van de aanwezigheid van zowel de marihuana als de wapens, kan niet slagen. [gedaagde] is als huurder op grond van de wet ten allen tijde verantwoordelijk is voor wat er in zijn woning gebeurt, en voor de gedragingen van mensen die met zijn goedvinden zijn woning gebruiken of die er zelf verblijven.
Het komt voor dat bepaalde feiten en omstandigheden aanleiding geven om een verzoek tot ontruiming af te wijzen, indien aannemelijk is dat de huurder werkelijk niet op de hoogte was van de aanwezigheid van verdovende middelen en dat ook niet hoefde te zijn.
Daarvan is in dit geval geen sprake. Dat alle spullen die bij de huiszoeking zijn aangetroffen, daar toevallig en eenmalig waren omdat een vriend van [gedaagde] voor één dag ‘een pakketje’ had bewaard, komt de voorzieningenrechter niet aannemelijk voor. In de eerste plaats is er bij de huiszoeking geen pakketje aangetroffen, maar verspreid door de woning
marihuana in zeven transparante zakken, een geladen vuurwapen, 5 doosjes kogelpatronen, 77 stuks zogenaamde pyroknalpatronen en een lege verpakkingsdoos van een gaspistool. Het verweer strookt dus niet met de feiten zoals vastgelegd in het proces verbaal van politie.
Verder heeft De Woonplaats gewezen op klachten gedurende langere tijd van omwonenden, die duiden op drugshandel vanuit de woning van [gedaagde], en op een melding bij Meld Misdaad Anoniem met dezelfde strekking. Dat partijen al eens een gesprek hebben gevoerd naar aanleiding van deze klachten, heeft [gedaagde] niet betwist.