In deze zaak heeft de Stichting Fractieondersteuning SP in de Provinciale Staten van Overijssel een vordering ingesteld tegen [B] voor de terugvordering van financiële bijdragen die niet correct zijn besteed. De Stichting heeft als doel het faciliteren van de politieke activiteiten van de SP-fractie in Overijssel. [B] was voorzitter van deze fractie in de Provinciale Staten van Overijssel in de periode van maart 2003 tot september 2007. De provincie heeft vastgesteld dat er een aanzienlijk bedrag niet juist was besteed en dat [B] verantwoordelijk was voor de verantwoording van deze gelden.
De rechtbank heeft in een eerder verstekvonnis op 2 januari 2013 de vorderingen van de Stichting grotendeels toegewezen, waarbij [B] werd veroordeeld tot betaling van € 50.803,95, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten. [B] heeft hiertegen verzet aangetekend en gevorderd dat het verstekvonnis wordt vernietigd. De rechtbank heeft vastgesteld dat het verzet tijdig en op de juiste wijze is ingesteld.
Na de comparitie van partijen heeft de Stichting betoogd dat [B] onrechtmatig heeft gehandeld door gelden van de Stichting voor persoonlijk gebruik aan te wenden. [B] heeft in zijn antwoordakte verklaard geen verweer te voeren tegen de vordering van de Stichting. De rechtbank heeft daarom de stellingen van de Stichting als juist aangenomen en het verstekvonnis bekrachtigd. [B] is als in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de kosten van de verzetprocedure, die zijn begroot op € 1.341,00.
De rechtbank heeft in haar beslissing het verstekvonnis bekrachtigd, [B] veroordeeld in de kosten van de verzetprocedure en verklaard dat de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad is. Dit vonnis is uitgesproken door mr. J.N. Bartels op 23 oktober 2013.