Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
- de dagvaarding
- de mondelinge behandeling
- de pleitnota van Ieder1.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
904,00
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 14 november 2013 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de stichting Ieder1 en een gedaagde huurder. De eiser, Ieder1, vorderde ontruiming van de woning van de gedaagde, die deze na een beëindiging van de huurovereenkomst niet had verlaten. De gedaagde had op 26 augustus 2013 een verklaring tot beëindiging van de huurovereenkomst getekend, maar stelde later dat hij dit deed onder invloed van een wilsgebrek, veroorzaakt door medicatie. De rechtbank oordeelde dat de gedaagde onvoldoende bewijs had geleverd om zijn stelling te onderbouwen. De rechtbank concludeerde dat de gedaagde de woning zonder recht of titel bewoont, wat onrechtmatig is jegens Ieder1. De vordering van Ieder1 werd toegewezen, en de gedaagde werd veroordeeld om binnen drie dagen na betekening van het vonnis de woning te ontruimen. Tevens werd de gedaagde in de proceskosten veroordeeld, die op € 1.587,79 werden begroot. De voorzieningenrechter verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad.