In deze zaak, die op 11 november 2013 door de Rechtbank Overijssel is behandeld, vorderde eiser [A] in kort geding dat gedaagde Supermarkt [plaats 1] een hek zou verwijderen dat de toegang tot zijn perceel belemmert. [A] stelt dat hij door bevrijdende verjaring een erfdienstbaarheid van overpad heeft verkregen over het perceel van Supermarkt [plaats 1]. De voorzieningenrechter oordeelt dat er onvoldoende bewijs is voor het bestaan van een erfdienstbaarheid door verjaring. De rechter overweegt dat [A] niet kan aantonen dat hij gedurende de vereiste periode van twintig jaar ondubbelzinnig gebruik heeft gemaakt van het pad. De stelling van [A] dat hij het pad altijd heeft gebruikt als zijn eigen pad, wordt niet voldoende onderbouwd. De voorzieningenrechter wijst de vorderingen van [A] af en veroordeelt hem in de proceskosten. De vorderingen in reconventie van Supermarkt [plaats 1] worden niet beoordeeld, omdat de vorderingen van [A] zijn afgewezen. De proceskosten worden gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt. Het vonnis is openbaar uitgesproken door mr. U. van Houten.