Uitspraak
datum : 4 september 2013
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 4 september 2013 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van een arbeidsovereenkomst tussen Circulus B.V. en een werknemer. De werknemer had eerder ondubbelzinnig ingestemd met de beëindiging van zijn arbeidsovereenkomst per 14 juni 2013, wat leidde tot de niet-ontvankelijkheid van het verzoek van de werkgever. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de werknemer, ondanks zijn eerdere standpunt dat het ontslag op staande voet nietig of vernietigbaar was, zich uiteindelijk heeft neergelegd bij de beëindiging van het dienstverband. Dit werd bevestigd door een schriftelijke verklaring van zijn gemachtigde. De kantonrechter oordeelde dat het verzoek tot ontbinding niet ontvankelijk was, omdat de arbeidsovereenkomst niet meer bestond op het moment van indiening van het verzoekschrift. De rechter heeft ook de proceskosten gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt. De uitspraak benadrukt het belang van rechtszekerheid in arbeidsrelaties en de gevolgen van ondubbelzinnige instemming met beëindiging van een arbeidsovereenkomst.