In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Overijssel op 23 september 2013, heeft de voorzieningenrechter uitspraak gedaan in een kort geding tussen de besloten vennootschap Agruniekrijnvallei en Givar Nederland B.V. Agruniekrijnvallei vorderde de opheffing van een beslag dat door Givar c.s. was gelegd op een aantal varkens. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er sprake was van een spoedeisend belang voor Agruniekrijnvallei, maar heeft de vorderingen van Agruniekrijnvallei afgewezen. De rechter oordeelde dat de gronden voor de afwijzing in een eindvonnis verder gemotiveerd zullen worden.
In reconventie vorderde Givar c.s. de opheffing van een eerder gelegd verhaalsbeslag op biggen, dat door Agruniekrijnvallei was gelegd. De voorzieningenrechter oordeelde dat ook hier sprake was van een spoedeisend belang voor Givar c.s. en heeft de vorderingen van Givar c.s. toegewezen. De rechter heeft het conservatoir beslag op de biggen opgeheven en verklaarde deze beslissing uitvoerbaar bij voorraad. Voor het overige heeft de rechter iedere beslissing aangehouden, wat betekent dat verdere beslissingen in de toekomst nog genomen kunnen worden.
Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. M.H.S. Lebens-de Mug, die de zaak heeft behandeld. De uitspraak heeft belangrijke implicaties voor de betrokken partijen, vooral met betrekking tot de opheffing van de beslagen en de voorwaarden die daarbij zijn gesteld.