Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
- de dagvaarding met 14 producties;
- de conclusie van antwoord met 16 producties;
- de conclusie van repliek tevens houdende akte rectificatie en wijziging van eis met 2 producties;
- de conclusie van dupliek;
- de pleidooien en de ter gelegenheid daarvan overgelegde pleitnota’s.
2.De feiten
1.Voorwerp van de overeenkomst
2.Aansprakelijkheid
6.Bekendheid
3.De vordering
4.De beoordeling
Volgens het Duitse recht zijn alle financiële instellingen verplicht om gegevens in te zamelen over elke persoon die een rekening opent en om deze tecontroleren(vet van rechtbank) en op te tekenen– had het naar het oordeel van de rechtbank op de weg van Invinco gelegen om de door [eiser] beantwoorde vragen in de rekeningaanvraag met het opvragen van (financiële) bescheiden te verifiëren om zo voldoende inzicht te verkrijgen in de financiële situatie en mogelijkheden van [eiser], in het bijzonder gelet op het gegeven dat aan het beleggen in futures en opties op futures grote financiële risico’s zijn verbonden. Invinco heeft dat evenwel niet gedaan. Met [eiser] is de rechtbank van oordeel dat op basis van het transcript van het telefoongesprek op 27 januari 2009 niet kan worden geoordeeld dat Invinco bedoeld inzicht (alsnog) heeft verkregen. Ditzelfde geldt voor de doelstellingen van [eiser] die hij met zijn beleggingen nastreefde. Invinco heeft slechts onvoldoende gemotiveerd gesteld dat [eiser] in een zo kort mogelijke tijd zo veel mogelijk geld wilde genereren. Zodoende is niet vast komen te staan dat Invinco bij aanvang van de beleggingsadviesrelatie voldoende op de hoogte was van de uitgangspunten die van belang waren voor de door haar uit te voeren diensten. Invinco heeft ook de stelling van [eiser] dat zij hem bij aanvang van de relatie niet heeft gewaarschuwd voor risico’s die voor [eiser] verbonden waren aan de handel in futures en opties op futures, onvoldoende gemotiveerd betwist, zodat dit verwijt aan het adres van Invinco eveneens doel treft. Genoemde waarschuwingsplicht strekt er immers toe dat Invinco zich in voldoende mate ervan dient te vergewissen dat [eiser] zich de bijzondere risico’s, en de gevolgen die de verwerkelijking daarvan voor hem kunnen hebben, daadwerkelijk bewust is. Het enkele feit dat Invinco [eiser] verklaringen laat tekenen waarin deze verklaart zich “van de risico’s ten volle bewust te zijn” is daarvoor onvoldoende. Zelfs al zou [eiser] reeds in futures en opties op futures hebben gehandeld, met zeer aanmerkelijk verlies, en dus van de bijzondere risico’s op de hoogte zijn geweest, dan kan dat gegeven aan dit oordeel niet in de weg staan.
5.De beslissing
23 oktober 2013voor het nemen van een nadere akte door [eiser] als bedoeld in rechtsoverweging 4.19;