ECLI:NL:RBOVE:2013:2347

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
16 september 2013
Publicatiedatum
1 oktober 2013
Zaaknummer
2214719 EJ VERZ 6401/13
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • M.H. van Rhijn
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding arbeidsovereenkomst afgewezen wegens gebrek aan onherstelbare vertrouwensbreuk

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Overijssel op 16 september 2013 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen Twente Milieu N.V. en [verweerder]. Twente Milieu verzocht om ontbinding van de arbeidsovereenkomst op basis van een dringende reden, namelijk het vermoeden dat [verweerder] betrokken was bij de exploitatie van een hennepplantage. Dit vermoeden was ontstaan na een anonieme tip en een onderzoek door Hoffmann Recherche, waaruit bleek dat [verweerder] onder werktijd en in bedrijfskleding regelmatig het pand bezocht waar de hennepplantage was gevestigd. Twente Milieu stelde dat dit gedrag de integriteit van de organisatie in gevaar bracht en dat er sprake was van een onherstelbare vertrouwensbreuk.

De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat, hoewel [verweerder] de schijn heeft gewekt betrokken te zijn bij de hennepplantage, er onvoldoende bewijs was om te concluderen dat hij daadwerkelijk betrokken was. De kantonrechter benadrukte dat de procedure niet geschikt was voor bewijslevering en dat de verwijten van Twente Milieu niet voldoende waren om de arbeidsovereenkomst te ontbinden. Bovendien had [verweerder] een lange staat van dienst bij Twente Milieu zonder eerdere klachten over zijn functioneren. De kantonrechter concludeerde dat er geen onherstelbare vertrouwensbreuk was en dat Twente Milieu had kunnen volstaan met een disciplinaire maatregel.

Het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst werd afgewezen en Twente Milieu werd veroordeeld in de proceskosten van [verweerder]. De uitspraak benadrukt het belang van bewijs en de noodzaak voor werkgevers om zorgvuldig om te gaan met ontbindingsverzoeken, vooral in situaties waar de integriteit van werknemers ter discussie staat.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Enschede
Zaaknummer : 2214719 EJ VERZ 6401/13
Beschikking van de kantonrechter d.d. 16 september 2013in de zaak van:
de naamloze vennootschap
Twente Milieu N.V.
statutair gevestigd te Enschede
verzoekster
hierna te noemen: Twente Milieu
gemachtigde: mr. J.E. Middelveld
advocaat te Goor
tegen
[verweerder]
wonende te [woonplaats]
verweerder
hierna te noemen: [verweerder]
gemachtigde: mr. R.J.H. van der Wal
advocaat te Hengelo (O)

1.Het verloop van de procedure:

1.1
Bij verzoekschrift dat op 29 juli 2013 is binnengekomen ter griffie van de rechtbank Overijssel, team kanton en handelsrecht, locatie Enschede vraagt Twente Milieu haar arbeidsovereenkomst met [verweerder] op een zo kort mogelijke termijn te ontbinden. [verweerder] heeft een verweerschrift ingediend. De zaak is mondeling behandeld op 11 september 2013 en de griffier heeft daarvan proces-verbaal opgemaakt.

2.De feiten:

2.1
Twente Milieu is een onderneming die zich onder meer bezighoudt met het verzamelen ` van afval en het reinigen van wegen in de gemeenten Almelo, Hengelo en Enschede. [verweerder], geboren in [1960], is op 1 juli 1981 op basis van een arbeidsovereenkomst als chauffeur in dienst getreden van Twente Milieu, zulks tegen een salaris van thans € 2.421 bruto per maand, te vermeerderen met 8% vakantietoeslag. [verweerder] is laatstelijk chauffeur van een veegwagen. Wanneer de dienst van [verweerder] erop zit, wordt met toestemming van Twente Milieu de veegwagen bij de woning van [verweerder] geparkeerd. Op veegwagen zijn duidelijk de woorden “Twente Milieu” te lezen.
2.2
Op de arbeidsovereenkomst is van toepassing de CAO Afval & Milieu, hierna te noemen de CAO. De CAO, het is de kantonrechter ambtshalve bekend, bevat bepalingen die erop neerkomen dat de werkgever de werknemer een disciplinaire maatregel kan opleggen. De disciplinaire maatregelen die opgelegd kunnen worden zijn:
a. een schriftelijke berisping;
b. verminderen van verlof met ten hoogste vijf dagen;
c. onthouding van een periodieke salarisverhoging voor ten hoogste twee opeenvolgende kalenderjaren;
d. terugzetting in een lagere functie voor bepaalde tijd (voor ten hoogste twee opeenvolgende jaren of voor onbepaalde tijd, met of zonder vermindering van salaris;
e. overplaatsing;
f. schorsing in de uitoefening van de werkzaamheden van werknemer voor een bepaalde tijd, al dan niet met geheel of gedeeltelijk behoud van salaris;
g. andere middelen, voor zover passend binnen kaders van de wet.
2.3
Begin juni 2013 ontvangt Twente Milieu een anonieme tip dat regelmatig één van haar veegwagens wordt gezien bij een gebouw in Enschede aan de [adres]. De tipgever geeft daarbij aan dat zich in de buurt van het opgegeven adres een hennepplantage bevindt. Na onderzoek blijkt dat het om de door [verweerder] bestuurde veegwagen gaat. De [adres] behoort niet tot de door [verweerder] af te leggen veegroute. Er wordt een nader onderzoek ingesteld en daartoe wordt Hoffmann Recherche ingeschakeld. De conclusies van het door Hoffman Recherche op 10 juli 2013 uitgebrachte rapport luiden als volgt:
Vastgesteld is dat de heer [verweerder], zowel in privétijd als onder werktijd, in en nabij een pand aanwezig is geweest waar een hennepkwekerij was gevestigd. Deze locatie behoorde niet tot het werkgebied van de heer [verweerder]. De heer [verweerder] was hierbij in bedrijfskleding van Twente Milieu gekleed en heeft gebruikgemaakt van een herkenbaar voertuig van Twente Milieu. Hierdoor kan er imagoschade voor Twente Milieu zijn ontstaan.
De politie heeft de stiefzoon van de heer [verweerder] als verdachte aangehouden (ktr.: verdacht de hennepplantage te hebben ingericht en te exploiteren) Volgens de heer [verweerder] zou hij zelf niets te maken hebben met de hennepkwekerij. Gezien zijn veelvuldige aanwezigheid bij het pand lijkt dit onwaarschijnlijk, mede gezien de onderlinge familieband.
De heer [verweerder] heeft onder werktijd kinderen in het bedrijfsvoertuig vervoerd, terwijl dit volgens de bedrijfsreglementen van Twente Milieu niet is toegestaan.
In het rapport wordt voorts vermeld dat met behulp van een gps-systeem is geconstateerd dat [verweerder] in de periode van 28 maart 2013 tot en met dinsdag 11 juni 2013 met de door hem bestuurde veegwagen het pand aan de [adres] maal heeft bezocht. De bezoeken varieerden in lengte van 7 minuten tot bijna 3 uur. Hoffman Recherche heeft daarnaast geconstateerd en vastgelegd op foto’s dat [verweerder] bij een bezoek gevulde jerrycans bij het pand aan de [adres] heeft afgeleverd. Hoffmann Recherche heeft [verweerder] gehoord over haar bevindingen en daarvan is proces- verbaal opgemaakt. Volgens het proces-verbaal heeft [verweerder] consequent ontkend dat hij er weet van had dat in het pand zich een hennepplantage bevond. Vermeldenswaard is voorts dat [verweerder] aanvankelijk voorwendde dat hij de exploitant van de hennepplantage kende als een bezoeker van een café dat hij zelf ook bezocht. Uiteindelijk gaf [verweerder] toe dat de exploitant een stiefzoon van hem is.
2.4
[verweerder] heeft met de veegwagen meer dan eens zijn zoontje van 5 jaar en een ander kind naar school gebracht. [verweerder] is gehouden zijn werktijden zelf te registreren. Hij doet dat niet nauwgezet.

3.Het standpunt van Twente Milieu:

3.1
Twente Milieu heeft de afgelopen twee jaar zwaar ingezet op integriteit. De aanleiding was dat binnen de gehele organisatie malversaties en wangedrag voorkwamen. [verweerder] was daarvan op de hoogte en toch gaat het met hem mis. Vaststaat dat [verweerder], onder werktijd in bedrijfskleding en met gebruikmaking van de veegwagen van Twente Milieu, in een betrekkelijk korte periode 18 maal het adres heeft bezocht waar zich een hennepplantage bevond. [verweerder] had daar niets te zoeken. Het bezorgen ven gevulde jerrycans duidt ook op het betrokken zijn bij de hennepplantage. De [adres] lag niet op zijn route. Tijdens het verhoor door Hoffmann Recherche stelt [verweerder] zich leugenachtig op. Aanvankelijk doet hij het zelfs voorkomen dat hij de naam van zijn stiefzoon niet kent. [verweerder] wordt inmiddels door de politie ervan verdacht betrokken te zijn geweest bij het exploiteren van de hennepplantage. Hij zal op termijn door de politie worden gehoord.
3.2
Twente Milieu neemt [verweerder] kwalijk dat hij kleine kinderen met de veegwagen naar school brengt. Dat is een verboden gang van zaken. Medepassagiers zijn niet tegen het risico van ongevallen verzekerd. [verweerder] is ook euvel te duiden dat zijn werkurenregistratie niet deugt. Uit het GPS-systeem is af te leiden dat [verweerder] onder diensttijd meermalen van zijn route is afgeweken en tijdelijk verbleef op locaties waar hij niets te zoeken had.
3.3
Na het onderzoek van Hoffmann Recherche is [verweerder] meermalen gelegenheid gegeven schoon schip te maken. In plaats openheid van zaken te geven, bleef hij leugens en onwaarheden verkondigen en daardoor heeft hij alle geloofwaardigheid verspeeld. Het vertrouwen dat Twente Milieu in [verweerder] had is geheel verdwenen.
3.4
De verwijten aan het adres van [verweerder] zijn omstandigheden die een dringende reden als bedoeld in artikel 7: 677 lid 1 BW zouden hebben opgeleverd. De arbeidsovereenkomst dient op grond van een dringende reden te worden ontbonden. Subsidiair wil Twente Milieu dat de arbeidsovereenkomst wegens veranderingen in de omstandigheden wordt ontbonden. De veranderingen van de omstandigheden zijn volledig te wijten aan [verweerder] en daarom kan er geen sprake van zijn dat hem een vergoeding wordt toegekend.

4.Het verweer:

4.1
[verweerder] is van mening dat het ontbindingsverzoek moet worden afgewezen en voor het geval het wordt ingewilligd hem een vergoeding moet worden toegekend op basis van de aanbevelingen van de kring van kantonrechters ex artikel 7: 685 BW, met dien verstande dat daarbij een correctiefactor 2 moet worden toegepast. Het volgende is naar voren gebracht:
4.2
[verweerder] is op generlei wijze betrokken geweest bij de exploitatie van een hennepplantage. Hij is niet door de politie gehoord, noch als verdachte noch als getuige. Weliswaar heeft [verweerder] meermalen in de veegwagen en in bedrijfskleding zijn stiefzoon aan de [adres] bezocht, maar de reden daarvan was anders dan Twente Milieu vermoedt. [verweerder] is nooit in het pand geweest waar de hennepplantage is aangetroffen. Hij heeft zijn stiefzoon geholpen een terrein behorend bij dat pand te bestraten, daar een schutting te repareren en onkruid te verdelgen. In de jerrycans die Hoffmanns Recherche heeft gezien en op een foto heeft vastgelegd, zat een middel om onkruid te verdelgen. De bezoeken aan de stiefzoon vonden plaats op tijdstippen die op een buitenstaander vreemd overkomen, maar niet uit het oog mag worden verloren dar [verweerder] flexibel werd ingezet en dat de bij de stiefzoon doorgebrachte tijd werd verrekend met de voor hem geldende “tijd voor tijd” regeling. Hetzelfde geldt voor de tijd die gemoeid was met het bezoeken van locaties waar hij volgens Twente Milieu niets te zoeken had. [verweerder] geeft toe dat hij niet van meet af aan opening van zaken heeft gegeven. De achtergrond daarvan was dat hij zijn stiefzoon wilde beschermen omdat de stiefzoon na het oprollen van de hennepplantage had vernomen dat hij ernstig werd bedreigd.
4.3
[verweerder] begrijpt niet dat aan het vervoer van zijn zoontje naar school zo zwaar wordt getild en dat het mede wordt gebruikt als een reden om tot een ontbinding van de arbeidsovereenkomst te komen. Het had op de weg van Twente Milieu gelegen hem te waarschuwen dat het vervoeren van passagiers verboden is.
4.3
Gelet op alle omstandigheden van het geval – het wordt in subsidiair verband naar voren gebracht – is de vergoeding waarop [verweerder] aanspraak maakt billijk. [verweerder] heeft gedurende zijn lange dienstverband bij Twente Milieu goed gewerkt en nu wil Twente Milieu op basis van oneigenlijke argumenten en vermoedens hem de laan uitsturen.

5.De beoordeling van het verzoekschrift

5.1
De kantonrechter heeft zich ervan vergewist of het verzoek verband houdt met het bestaan van enig verbod de arbeidsovereenkomst op te zeggen. Dat is niet het geval.
5.2
[verweerder] heeft de schijn over zich afgeroepen dat hij tijdens werktijd en in werkkleding van Twente Milieu betrokken is geraakt bij de exploitatie van een hennepplantage. Deze gang van zaken kan [verweerder] worden verweten, maar daarbij moet worden aangetekend dat schijn soms bedrieglijk is en daarom is er geen aanleiding – ook niet wanneer de overige verwijten aan het adres van [verweerder] terecht zouden zijn – de arbeidsovereenkomst wegens een dringende reden te ontbinden. Eerst indien vorenbedoelde betrokkenheid onomstotelijk vast zou komen te staan, is dat anders. Een procedure als de onderhavige leent zich echter niet tot bewijslevering.
5.3
Het verweer van [verweerder] dat in deze beschikking onder 4.3 is weergegeven, wordt onderschreven. Het verwijt van Twente Milieu dat [verweerder] onnauwkeurig zijn werkuren registreerde is misschien terecht, maar het komt de kantonrechter voor dat Twente Milieu meer erop had moeten toezien dat de registratie in orde was. [verweerder] werd flexibel ingezet en hij kon dikwijls zelf bepalen op welk tijdtip van de werkdag hij met zijn werk begon. Dat vraagt een nauwgezette registratiediscipline maar van Twente Milieu kan worden gevraagd periodiek de registratie te controleren. Van een dergelijke controle is het blijkbaar niet gekomen en kwamen de gestelde onregelmatigheden eerst in het kader van het onderzoek van Hofmann Recherche aan het licht.
5.4
De kantonrechter onderschrijft het standpunt van Twente Milieu dat [verweerder] kan worden verweten dat hij niet terstond heeft erkend dat de exploitant van de hennepplantage zijn stiefzoon is. Ook kan hem worden verweten en dat hij overigens niet onmiddellijk opening van zaken heeft gegeven.
5.5
De kantonrechter onderkent dat het vertrouwen van Twente Milieu in [verweerder] door vorenbedoelde schijn op zich te laden, het vervoeren van kinderen en door het voeren van een onnauwkeurige werkurenregistratie ernstig is beschadigd. Zijns inziens is er geen sprake van een onherstelbare vertrouwensbreuk. [verweerder] heeft vanaf 1981 voor Twente Milieu gewerkt en niet is naar voren gekomen dat hij, voordat de in dit geding aan de orde zijnde incidenten aan het licht kwamen, disfunctioneerde dan wel zijn werkwijze aanleiding gaf tot klachten. Het komt de kantonrechter voor dat Twente Milieu had kunnen volstaan met het aan [verweerder] opleggen van een passende disciplinaire maatregel. Er doen zich geen veranderingen van omstandigheden voor op grond waarvan een ontbinding van de arbeidsovereenkomst gerechtvaardigd is. Het ontbindingsverzoek zal worden afgewezen.
5.6
Twente Milieu zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten.
Beslissing:
Wijst het verzoek van Twente Milieu af.
Veroordeelt Twente Milieu in de kosten van de procedure aan de zijde van [verweerder] gevallen en tot op heden begroot op € 400,00 voor salaris gemachtigde.
Aldus gegeven te Enschede door mr. M.H. van Rhijn, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 16 september 2013in aanwezigheid van de griffier.