Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
VONNIS IN DE STRAFZAAK VAN:
[verdachte],
wonende te [woonplaats].
ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
TENLASTELEGGING
VOORVRAGEN
BEWIJSOVERWEGINGEN
Het standpunt van het openbaar ministerie
Het standpunt van de verdediging
Het oordeel van de rechtbank
groot aantalkinderpornografische afbeeldingen op meerdere momenten en gedurende een lange periode.
BEWEZENVERKLARING
STRAFBAARHEID VAN HET FEIT
STRAFBAARHEID van de VERDACHTE
MOTIVERING VAN STRAF OF MAATREGEL
Het standpunt van het openbaar ministerie
Het standpunt van de verdediging
Het oordeel van de rechtbank
Er is bij betrokkene sprake van een sterk neurotische ontwikkeling die een grote remmende kracht is geweest op zijn sociaal-emotionele en seksuele ontwikkeling. Betrokkene heeft ten gevolge van de sterk aangezette normen en waarden, nooit de moed gehad op seksueel gebied te experimenteren en zelfs fantaseren lijkt voor hem verboden maar zeker sterk beangstigend gebied. Enerzijds heeft dit hem ervan weerhouden fysiek zijn interesses af te tasten hetgeen veel leed voorkomen heeft, anderzijds verklaart dit wel waarom hij (jonge) jongens voor zijn camera wilde om na te gaan of en hoe zijn
vervaardigenvan kinderporno, is de rechtbank in dit geval van oordeel dat volstaan kan worden met een onvoorwaardelijke gevangenisstraf gelijk aan de duur van het voorarrest in combinatie met een forse voorwaardelijke gevangenisstraf met bijzondere voorwaarden, een proeftijd van 3 jaren, en een forse werkstraf, een en ander zoals ook door de officier van justitie is geëist. De rechtbank neemt namelijk ten voordele van verdachte in aanmerking dat niet is gebleken dat verdachte de door hem gemaakte kinderpornografische afbeeldingen heeft verspreid, dat niet is gebleken dat de afbeeldingen zijn gemaakt met het oog op exploitatie daarvan, dat op de afbeeldingen geen seksuele handelingen te zien zijn, terwijl de betrokken jongens die in het strafrechtelijk onderzoek zijn gehoord bovendien hebben verklaard dat van seksueel misbruik door verdachte geen sprake is geweest.
Verder heeft de rechtbank ten voordele van verdachte rekening gehouden met de open houding die verdachte ter terechtzitting heeft getoond, zijn erkenning van de problematiek waarmee hij te kampen heeft, zijn bereidheid om te komen tot gedragsverandering door behandeling en het feit dat uit het uittreksel justitiële documentatie d.d. 9 augustus 2013 blijkt dat verdachte niet eerder voor soortgelijke (zeden)feiten met justitie in aanraking is geweest.
Beslissing
298 dagen.
240 uren, te voltooien binnen 1 jaar na het onherroepelijk worden van het vonnis.
240 dagen, niet worden tenuitvoergelegd, tenzij de rechter later anders zal gelasten, omdat de verdachte zich vóór het einde van een proeftijd van 3 jaren:
3 jarende volgende bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd.