Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.[gedaagde sub 1],
[gedaagde sub 2],
1.De procedure
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord in conventie en van voorwaardelijke eis in reconventie
- de conclusie van repliek in conventie, tevens akte tot vermeerdering van eis en van antwoord in voorwaardelijke reconventie
- de conclusie van dupliek in conventie tevens antwoordakte vermeerdering van eis in conventie en van repliek in voorwaardelijke reconventie
- de conclusie van dupliek in voorwaardelijke reconventie.
2.De feiten
[D](…) te dezen handelend:
[naam], (…)
(…)
een miljoen tweehonderd zeventigduizend euro (€ 1.270.000,00), is zij verplicht de helft van de meeropbrengst uit te keren aan de comparant sub 2 binnen één week na de overdracht. (…);
c. de verplichting tot uitkering blijft gelden ook al is de voormelde hypothecaire geldlening aan de comparant sub 2 geheel afgelost.
- Indien verhuurder gedurende de huurtermijn het gehuurde wenst te vervreemden en de huurovereenkomst tussentijds wenst te ontbinden, is zij aan huurder een vergoeding c.q. uitkoopsom verschuldigd van
(…)
Overijssel Projecten VOF verhuurt om niet aan Lerila De Vrolijkheid B.V. de opstallen, erf en ondergrond – e.e.a. aan partijen genoegzaam bekend zodat zij geen nadere omschrijving behoeven – voor een termijn van 23 maanden, derhalve tot uiterlijk 31 december 2008, zonder recht van verlenging c.q. optie.
3.Het geschil
- dat op 5 augustus 2011 de tussen [gedaagde] en DGVV bestaande overeenkomst rechtsgeldig is ontbonden;
- dat als gevolg van de buitengerechtelijke ontbinding op 5 augustus 2011 [gedaagde] is bevrijd van alle contractuele verplichtingen jegens DGVV;
- dat DGVV toerekenbaar tekort is gekomen in de nakoming van bedoelde tussen DGVV en [gedaagde] bestaande overeenkomst en derhalve aansprakelijk is voor alle door [gedaagde] dientengevolge geleden en te lijden schade;
- de veroordeling van DGVV in de proceskosten.
4.De beoordeling
in conventie en in voorwaardelijke reconventie
kopieaan dit vonnis is gehecht - is daarvan de schriftelijke vastlegging.
to the pointzijn omschreven, doet aan de rechtsgeldigheid van een en ander niet af, nu het ging om reeds verrichte werkzaamheden resulterend in twee duidelijke akten, zodat partijen over en weer precies wisten waarop deze overeenkomst betrekking had. DGVV weerspreekt de haar verweten wanprestatie; het recht van koop heeft [gedaagde] door eigen toedoen verspeeld vanwege de in de brief d.d. 28 december 2006 gemaakte ongebruikelijke voorbehouden. Het enige relevante feit uit het recente verleden is de verkoop van de onroerende zaak in 2011, nu [gedaagde] daarmee de indertijd overeengekomen vergoeding van € 115.000,00 exclusief BTW verschuldigd werd, aldus DGVV.
nahet sluiten van de overeenkomst van belang kunnen zijn voor de aan die overeenkomst te geven uitleg; vgl. HR 12 oktober 2012, LJN: BX5572. De partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van een bepaalde uitleg van een overeenkomst draagt op grond van de hoofdregel van artikel 150 Rv de bewijslast van de feiten en omstandigheden die de door haar bepleite uitleg ondersteunen. Overigens heeft het vorenstaande
mutatis mutandisook te gelden voor (uitlatingen in verband met) een mondeling gesloten overeenkomst.
to the pointzijnde inhoud van die brief, die bij gevolg op de voet van de in rechtsoverweging 4.6 aangehaalde rechtspraak hoe dan ook uitleg behoeft. Van de feiten en omstandigheden die de door DGV voorgestane uitleg van de overeenkomst ondersteunen - ertoe leidend dat [gedaagde] uit dien hoofde aan DGVV daadwerkelijk € 115.000,00 exclusief BTW verschuldigd is - draagt DGVV de bewijslast.
5.De beslissing
11 september 2013voor uitlating door DGVV of zij bewijs wil leveren door het overleggen van bewijsstukken, door het horen van getuigen en / of door een ander bewijsmiddel,
bewijsstukkenwil overleggen, die stukken direct in het geding moet brengen,
getuigenwil laten horen, de getuigen en de verhinderdagen van de partijen en hun advocaten op maandagen, dinsdagen, donderdagen en vrijdagen in de maanden oktober tot en met december 2013 direct moet opgeven, waarna dag en uur van het getuigenverhoor zullen worden bepaald,
alle partijenuiterlijk twee weken voor het eerste getuigenverhoor
alle beschikbare bewijsstukkenaan de rechtbank en de wederpartij moeten toesturen,