ECLI:NL:RBOVE:2013:2143

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
10 september 2013
Publicatiedatum
10 september 2013
Zaaknummer
08/760104-13
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor straatroven en diefstal met geweld

Op 10 september 2013 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het plegen van twee straatroven en het stelen van een mobiele telefoon. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 24 augustus 2012 in Enschede samen met een mededader vier personen heeft beroofd, waarbij geweld is gebruikt. De verdachte heeft de slachtoffers onder bedreiging met een mes gedwongen om hun mobiele telefoons af te geven. Daarnaast heeft hij op 14 april 2013 in Hoorn een mobiele telefoon gestolen. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie gevolgd en de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. Tevens is de verdachte verplicht om schadevergoeding te betalen aan de slachtoffers. De rechtbank heeft de ernst van de feiten benadrukt, waarbij de verdachte geen respect toonde voor de slachtoffers en hun eigendommen. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de jeugdige leeftijd van de verdachte en het advies van de reclassering, die een deels voorwaardelijke straf adviseerde. De rechtbank heeft de verdachte ook bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder reclasseringstoezicht en begeleiding door een instelling.

Uitspraak

Rechtbank Overijssel

Team strafrecht
Zittingsplaats Almelo
Parketnummer: 08/760104-13
Datum vonnis: 10 september 2013
Vonnis (promis) op tegenspraak van de rechtbank Overijssel, meervoudige kamer voor strafzaken, rechtdoende in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedag] 1991 in [geboorteplaats]
(Dominicaanse Republiek),
wonende in [woonplaats],
nu verblijvende in het huis van bewaring te Almelo.

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 27 augustus 2013. De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. M.A.P.J.J. Lousberg en van hetgeen door de verdachte en diens raadsman mr. L.A.M. Scholten, advocaat te Enschede, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte op 24 augustus 2012 in Enschede samen met een ander op twee locaties een viertal personen heeft beroofd waarbij geweld is gebruikt dan wel gedreigd is met geweld en voorts op 14 april 2013 te Hoorn een mobiele telefoon heeft gestolen dan wel heeft geheeld.
Voluit luidt de tenlastelegging aan de verdachte, dat:
1.
hij op of omstreeks 24 augustus 2012 te Enschede tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot de afgifte van een mobiele telefoon (Samsung Galaxi SII), in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij verdachte en/of zijn mededader
-(dreigend) in de richting van die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] is/zijn gegaan en/of
(vervolgens)
-die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] (van achteren) heeft/hebben vast gepakt, althans een arm om die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] heeft/hebben geslagen en/of (vervolgens)
-een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp aan die [slachtoffer 1] heeft/hebben voorgehouden, in elk geval duidelijk zichtbaar heeft/hebben getoond en/of (vervolgens)
-een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp op de borst van die [slachtoffer 2] heeft/hebben gedrukt en/of gezet en/of (vervolgens)
-tegen die [slachtoffer 1] heeft/hebben gezegd en/of medegedeeld: "telefoon!" en/of (vervolgens, nadat hij/zij een telefoon van die [slachtoffer 1] had/hadden gekregen) "geld geld!, althans woorden van gelijke aard of strekking en/of (vervolgens)
-tegen die [slachtoffer 2] heeft/hebben gezegd en/of medegedeeld: "telefoon telefoon!" en/of (vervolgens) "opstaan!", althans woorden van gelijke aard of strekking en/of (vervolgens)
-de tas van die [slachtoffer 1] heeft/hebben doorzocht en/of (vervolgens)
-die [slachtoffer 2] heeft/hebben gefouilleerd en/of (vervolgens)
-de telefoon (van aangever [slachtoffer 2]) uit de broekzak van die [slachtoffer 2] en/of oordopjes (van aangever [slachtoffer 1]) uit de tas van die [slachtoffer 1] heeft/hebben (af)gepakt en/of meegenomen;
2.
hij op of omstreeks 24 augustus 2012 te Enschede tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een mobiele telefoon (Samsung Galaxi Gio), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2] en/of oordopjes, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij verdachte en/of zijn mededader
-(dreigend) in de richting van die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] is/zijn gegaan en/of (vervolgens)
-die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] (van achteren) heeft/hebben vast gepakt, althans een arm om die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] heeft/hebben geslagen en/of (vervolgens)
-een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp aan die [slachtoffer 1] heeft/hebben voorgehouden, in elk geval duidelijk zichtbaar heeft/hebben getoond en/of (vervolgens)
-een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp op de borst van die [slachtoffer 2]
heeft/hebben gedrukt en/of gezet en/of (vervolgens)
-tegen die [slachtoffer 1] heeft/hebben gezegd en/of medegedeeld: "telefoon!" en/of (vervolgens, nadat hij/zij een telefoon van die [slachtoffer 1] had/hadden gekregen) "geld geld!, althans woorden van gelijke aard of strekking en/of (vervolgens)
-tegen die [slachtoffer 2] heeft/hebben gezegd en/of medegedeeld: "telefoon telefoon!" en/of (vervolgens) "opstaan!", althans woorden van gelijke aard of strekking en/of (vervolgens)
-de tas van die [slachtoffer 1] heeft/hebben doorzocht en/of (vervolgens)
-die [slachtoffer 2] heeft/hebben gefouilleerd en/of (vervolgens)
-de telefoon (van aangever [slachtoffer 2]) uit de broekzak van die [slachtoffer 2] en/of oordopjes (van aangever [slachtoffer 1]) uit de tas van die [slachtoffer 1] heeft/hebben (af)gepakt en/of meegenomen;
3.
hij op of omstreeks 24 augustus 2012 te Enschede tezamen en in vereniging met
een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met
geweld [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] heeft gedwongen tot de afgifte van één of
meer mobiele telefoon(s), in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij verdachte en/of zijn mededader
-(dreigend) in de richting van die [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 3] is/zijn gegaan en/of (vervolgens)
-die [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 3] (van achteren) heeft/hebben vast gepakt,
althans een arm om die [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 3] heeft/hebben geslagen en/of (vervolgens)
-een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp aan die [slachtoffer 3]
heeft/hebben voorgehouden, in elk geval duidelijk zichtbaar heeft/hebben
getoond en/of (vervolgens)
-een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp op, althans in de directe nabijheid van de keel van die [slachtoffer 4] heeft/hebben gedrukt en/of gezet en/of (vervolgens)
-tegen die [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 3] heeft/hebben gezegd en/of medegedeeld:
"phone phone!", althans woorden van gelijke aard of strekking en/of
(vervolgens)
-de door die [slachtoffer 3] afgegeven telefoon (Blackberry) gepakt en/of aangenomen
en/of (vervolgens)
-(nadat die [slachtoffer 4] zijn telefoon, Iphone, reeds had afgegeven) de tas
en/of de (broek)zakken van die [slachtoffer 4] heeft/hebben doorzocht;
4.
hij op of omstreeks 14 april 2013 te Hoorn met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een mobiele telefoon, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 5], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 4 geen veroordeling mocht of zou kunnen volgen, SUBSIDIAIR, terzake dat
hij in of omstreeks de periode van 14 april 2013 tot en met 15 mei 2013 te Hoorn en/of te Enschede, in elk geval in Nederland, een mobiele telefoon heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwij1 hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die telefoon wist dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof.

3.De vordering van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier jaar waarvan acht maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren met oplegging van de bijzondere voorwaarden reclasseringstoezicht en begeleiding van de stichting Jarabee. Voorts heeft de officier van justitie gevorderd dat de vordering van de benadeelde partijen [slachtoffer 5] en [slachtoffer 1] geheel worden toegewezen en dat de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2] gedeeltelijk, tot een bedrag van € 1.023,20, wordt toegewezen, met niet-ontvankelijkheid verklaring van het overige deel van die vordering.

4.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

5.De beoordeling van het bewijs

Deze paragraaf bevat het oordeel van de rechtbank over de vraag of de tenlastegelegde feiten bewezen verklaard kunnen worden of dat daarvan moet worden vrijgesproken. In het geval de rechtbank tot een bewezenverklaring komt, steunt de beslissing dat verdachte de feiten heeft begaan op de inhoud van bewijsmiddelen die als bijlage aan het vonnis zijn gehecht en daarvan op die wijze deel uitmaken. Deze bewijsmiddelen bevatten dan de redengevende feiten en omstandigheden op grond waarvan de rechtbank de overtuiging heeft gekregen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan.
5.1
De standpunten van de officier van justitie en de verdediging
De rechtbank constateert dat zowel de verdediging als de officier van justitie van oordeel zijn dat de feiten die verdachte tenlaste zijn gelegd wettig en overtuigend kunnen worden bewezen.
5.2
De bewijsoverwegingen van de rechtbank
De rechtbank acht de feiten wettig en overtuigend bewezen op grond van de bekennende verklaring van verdachte en de aangiftes van de aangevers [slachtoffer 1], [slachtoffer 2],
[slachtoffer 3], [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5].
5.3
De conclusie
De rechtbank is door de inhoud van de wettige bewijsmiddelen tot de overtuiging gekomen, dat de verdachte het sub 1, sub 2, sub 3 en sub 4 primair tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
hij op 24 augustus 2012 te Enschede tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en bedreiging met geweld [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot de afgifte van een mobiele telefoon (Samsung Galaxy SII), toebehorende aan [slachtoffer 1], welk geweld en bedreiging met geweld hierin bestonden dat hij en zijn mededader
- dreigend in de richting van die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] zijn gegaan en vervolgens
- die [slachtoffer 1] en die [slachtoffer 2] hebben vastgepakt, en vervolgens
- een mes aan die [slachtoffer 1] hebben voorgehouden, en vervolgens
- een mes op de borst van die [slachtoffer 2] hebben gedrukt en vervolgens
- tegen die [slachtoffer 1] hebben gezegd: "telefoon!" en vervolgens, nadat zij een telefoon van die [slachtoffer 1] hadden gekregen "geld, geld!;
2.
hij op 24 augustus 2012 te Enschede tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een mobiele telefoon (Samsung Galaxy Gio), toebehorende aan [slachtoffer 2] en oordopjes, toebehorende aan [slachtoffer 1], welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, welk geweld en bedreiging met geweld hierin bestonden dat hij en zijn mededader
- dreigend in de richting van die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] zijn gegaan en vervolgens
- die [slachtoffer 1] en die [slachtoffer 2] hebben vastgepakt, en vervolgens
- een mes aan die [slachtoffer 1] hebben voorgehouden, en vervolgens
- een mes op de borst van die [slachtoffer 2] hebben gedrukt en vervolgens
- tegen die [slachtoffer 1] hebben gezegd: "telefoon!" en vervolgens, nadat zij een telefoon van die [slachtoffer 1] hadden gekregen "geld, geld!, en vervolgens
- tegen die [slachtoffer 2] hebben gezegd: "telefoon, telefoon!" en vervolgens "opstaan!", en vervolgens
- de tas van die [slachtoffer 1] hebben doorzocht en vervolgens
- die [slachtoffer 2] hebben gefouilleerd en vervolgens
-de telefoon van [slachtoffer 2] uit de broekzak van die [slachtoffer 2] en oordopjes van [slachtoffer 1] uit de tas van die [slachtoffer 1] hebben gepakt en meegenomen;
3.
hij op 24 augustus 2012 te Enschede tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en bedreiging met geweld [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] heeft gedwongen tot de afgifte van mobiele telefoons, toebehorende aan [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4], welk geweld en bedreiging met geweld hierin bestonden dat hij en zijn mededader
- dreigend in de richting van die [slachtoffer 4] en [slachtoffer 3] zijn gegaan en vervolgens
- die [slachtoffer 4] en [slachtoffer 3] hebben vastgepakt, en vervolgens
- een mes aan die [slachtoffer 3] hebben voorgehouden, en vervolgens
- tegen die [slachtoffer 4] en [slachtoffer 3] hebben gezegd: "phone, phone!", en
vervolgens
- de door die [slachtoffer 3] afgegeven telefoon (Blackberry) hebben gepakt en/of vervolgens
- nadat die [slachtoffer 4] zijn telefoon, iPhone, reeds had afgegeven, de tas en de broekzakken van die [slachtoffer 4] hebben doorzocht;
4.
hij op 14 april 2013 te Hoorn met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een mobiele telefoon, toebehorende aan [slachtoffer 5].
De rechtbank heeft de eventueel in de tenlastelegging voorkomende schrijffouten verbeterd in de bewezenverklaring. Verdachte wordt hierdoor niet in zijn verdediging geschaad.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan de verdachte sub 1, sub 2, sub 3 en sub 4 primair meer of anders is tenlastegelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.

6.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld bij de artikelen 317, eerste en derde lid juncto artikel 312, tweede lid aanhef en sub 2 Sr en de artikelen 312, eerste lid en tweede lid aanhef en sub 2 juncto 310 Sr. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1 en feit 2 de voortgezette handeling van
het misdrijf: Afpersing terwijl het feit gepleegd wordt door twee of meer verenigde personen
en
het misdrijf: Diefstal voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen, meermalen gepleegd;
feit 3
het misdrijf: Afpersing terwijl het feit gepleegd wordt door twee of meer verenigde personen, meermalen gepleegd;
feit 4
het misdrijf: Diefstal.

7.De strafbaarheid van de verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

8.De op te leggen straf of maatregel

8.1
Samenloop
De rechtbank is van oordeel dat ten aanzien van feit 1 en feit 2 sprake is van een voortgezette handeling. Naar het oordeel van de rechtbank kunnen de afpersing en de diefstal voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] als waarvan in de onderhavige zaak sprake is, worden beschouwd als een voortgezette handeling, nu het afzonderlijke maar wel gelijksoortige strafbare feiten betreft die uiting zijn van één ongeoorloofd wilsbesluit, terwijl de handelingen op elkaar zijn gevolgd.
8.2
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van de verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. Ook neemt de rechtbank de volgende factoren in aanmerking.
Het dient verdachte ernstig te worden aangerekend dat hij zich samen met zijn mededader in een tijdsbestek van krap een uur op een openbare plek aan twee geplande en brutale straatroven heeft schuldig gemaakt. Voorts heeft verdachte een mobiele telefoon gestolen. Verdachte heeft deze feiten gepleegd omdat hij geldgebrek zou hebben. Verdachte heeft zich volstrekt niet bekommerd om de gevolgen van zijn handelen voor de slachtoffers. Hij laat daarmee zien geen enkel respect te hebben voor de slachtoffers en de eigendommen van anderen. Dat deze feiten een ingrijpende aantasting van de persoonlijke levenssfeer van de slachtoffers inhoudt, blijkt onder meer uithun verklaringen bij de politie en uit hun schriftelijke slachtofferverklaringen.
Op feiten als deze dient naar het oordeel van de rechtbank gereageerd te worden met een forse vrijheidsstraf.
Daarbij gaat de rechtbank uit van hetgeen het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS) als oriëntatiepunt heeft vastgesteld voor een enkele straatroof zonder bedreiging met een wapen zijnde een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van acht maanden.
De rechtbank heeft kennisgenomen van het door de reclassering uitgebrachte advies
van 12 augustus 2013. De reclassering adviseert een deels voorwaardelijke straf op te leggen en daarbij de bijzondere voorwaarden op te leggen van een meldplicht bij de reclassering en een behandelverplichting door de Stichting Jarabee of een soortgelijke instelling.
De rechtbank zal het advies van de reclassering volgen. Zij ziet ook de noodzaak in van een gedwongen begeleiding door Jarabee nu het recidiverisico als hoog wordt ingeschat. De leefomstandigheden van verdachte zijn immers niet veranderd en vooralsnog heeft verdachte te weinig inkomen. Bovendien heeft hij zelf aangegeven zijn leven niet op de rit te kunnen krijgen. In het voordeel van verdachte weegt de rechtbank mee dat verdachte blijkens het hem betreffende uittreksel uit de justitiële documentatie nog maar één keer eerder ter zake van een winkeldiefstal met justitie in aanraking is geweest. Daarnaast houdt de rechtbank rekening met de jeugdige leeftijd van verdachte ten tijde van de onder 1, 2 en 3 bewezenverklaarde feiten.
De rechtbank zal -alles afwegende- aan verdachte opleggen een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden waarvan zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren. Als bijzondere voorwaarden zullen aan verdachte worden opgelegd de voorwaarden zoals die zijn geformuleerd in het reclasseringsadvies van 12 augustus 2013.

9.De schade van benadeelden

9.1
De vordering van de benadeelde partij
9.1.1
[slachtoffer 1], heeft zich voorafgaand aan het onderzoek op de zitting, op de wettelijk voorgeschreven wijze als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert veroordeling van de verdachte tot betaling van in totaal € 835,80= (achthonderdvijfendertig euro en tachtig cent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop het strafbare feit is gepleegd. Deze schade bestaat uit de volgende posten:
  • reiskosten € 30,80;
  • immateriële schade van € 805,=.
Ook heeft de benadeelde partij gevraagd de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
Naar het oordeel van de rechtbank is de benadeelde partij in haar vordering ontvankelijk en is de vordering gegrond. Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat de verdachte door de bewezenverklaarde feiten sub 1 en sub 2 rechtstreeks schade heeft toegebracht aan het slachtoffer. De opgevoerde schadeposten zijn voldoende onderbouwd en niet weersproken. De rechtbank zal het gevorderde toewijzen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum waarop het strafbare feit is gepleegd. Daarnaast zal de rechtbank verdachte veroordelen tot betaling van de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt of zal maken voor rechtsbijstand en de executie van dit vonnis.
9.1.2
[slachtoffer 2], heeft zich voorafgaand aan het onderzoek op de zitting, op de wettelijk voorgeschreven wijze als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert veroordeling van de verdachte tot betaling van in totaal € 1.035,20 ([duizendvijfendertig euro en twintig cent], te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop het strafbare feit is gepleegd. Deze schade bestaat uit de volgende posten:
  • waardevermindering Samsung Gio € 80,=
  • extra kosten Nokia telefoon € 25,=
  • busje TIW Defencespray € 12,=
  • reiskosten € 18,20
  • immateriële schade van € 900,=.
Ook heeft de benadeelde partij gevraagd de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
Naar het oordeel van de rechtbank is de benadeelde partij in zijn vordering ontvankelijk en is de vordering deels gegrond. Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat de verdachte door de bewezenverklaarde feiten sub 1 en sub 2 rechtstreeks schade heeft toegebracht aan het slachtoffer. De opgevoerde schadeposten zijn betwist. De rechtbank zal het gevorderde deels toewijzen en wel voor een bedrag van € 928,20, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum waarop het strafbare feit is gepleegd. De gestelde schade door de aanschaf van het busje pepperspray is naar het oordeel van de rechtbank niet een rechtstreeks gevolg van de bewezenverklaarde strafbare feiten terwijl de rechtbank voor wat betreft de gevorderde immateriële schadevergoeding aansluiting zoekt bij het door [slachtoffer 1] gevorderde bedrag van € 805,= aan immateriële schadevergoeding. Toewijzing van dat bedrag is niet weersproken door de raadsvrouw van verdachte. De overige posten worden voor het gevorderde bedrag toegewezen. De rechtbank zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren voor zover het betreft het gevorderde bedrag voor de aanschaf van de pepperspray. Dat geldt ook voor het meer gevorderde aan immateriële schadevergoeding dan het door de rechtbank toegewezen bedrag. De benadeelde partij kan zijn vordering in zoverre slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter.
Daarnaast zal de rechtbank verdachte veroordelen tot betaling van de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt of zal maken voor rechtsbijstand en de executie van dit vonnis.
9.1.3
[slachtoffer 5], heeft zich voorafgaand aan het onderzoek op de zitting, op de wettelijk voorgeschreven wijze als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert veroordeling van de verdachte tot betaling van in totaal € 375,05 ( driehonderdvijfenzeventig euro en vijf cent).
Deze schade bestaat uit de volgende posten:
- telefoon HTC one.
Naar het oordeel van de rechtbank is de benadeelde partij in zijn vordering niet ontvankelijk. Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is weliswaar komen vast te staan dat de verdachte door het bewezenverklaarde feit sub 4 primair rechtstreeks schade heeft toegebracht aan het slachtoffer. Uit het dossier blijkt echter dat de gestolen telefoon op 20 juni 2013 aan aangever is teruggegeven. De benadeelde partij stelt dat hij na de diefstal op 14 april 2013 een nieuwe telefoon heeft moeten aanschaffen en zijn abonnement heeft doorbetaald. Wat daarvan ook zij, door de teruggave van de gestolen telefoon is er geen sprake meer van rechtstreekse schade door het bewezenverklaarde feit. Voor zover aangever stelt dat hij niettegenstaande de teruggave van de telefoon toch schade heeft geleden, is de rechtbank van oordeel dat die schade zich niet eenvoudig laat vaststellen. Het in de gelegenheid stellen van de benadeelde partij om zijn stelling alsnog nader te onderbouwen zou leiden tot een onevenredige belasting van het strafgeding, zodat de rechtbank de benadeelde partij ten aanzien van de gevorderde schadeposten niet-ontvankelijk zal verklaren. De benadeelde partij kan zijn vordering slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter.
9.2
De schadevergoedingsmaatregel
De rechtbank zal bij de onder 9.1 toegewezen vorderingen van de benadeelde partijen tevens de maatregel als bedoeld in art. 36f Sr opleggen, aangezien de verdachte jegens de aangevers naar burgerlijk recht (mede) aansprakelijk is voor de schade die door de bewezenverklaarde feiten sub 1 en sub 2 is toegebracht.

10.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 10, 14, 14a, 14b, 14c, 14d, 27, 56 en 57 Sr.

11.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
  • verklaart bewezen, dat verdachte het sub 1, sub 2, sub 3 en sub 4 primair tenlastegelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
  • verklaart niet bewezen wat aan verdachte sub 1, sub 2, sub 3, sub 4 primair meer of anders is tenlastegelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid
  • verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
  • verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
-
feit 1 en feit 2
de voortgezette handeling van het misdrijf: Afpersing terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
en
het misdrijf: Diefstal voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen, meermalen gepleegd;
feit 3
het misdrijf: Afpersing terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen, meermalen gepleegd;
feit 4
het misdrijf: Diefstal.
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder sub 1, sub 2, sub 3 en sub 4 primair bewezenverklaarde;
straf
  • veroordeelt verdachte tot een
  • bepaalt dat het voorwaardelijke deel van de straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast:
- omdat de veroordeelde geen medewerking aan het reclasseringstoezicht als bedoeld in artikel 14d, tweede lid, Sr heeft verleend, medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
- omdat de veroordeelde tijdens de proeftijd een bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd;
  • stelt als
  • stelt als
  • draagt deze reclasseringsinstelling op om aan verdachte hulp en steun te verlenen bij de naleving van deze voorwaarden;
  • bepaalt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;

schadevergoeding

  • veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij
  • veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
  • legt de
  • bepaalt dat indien en voor zover veroordeelde heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, indien en voor zover veroordeelde aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
  • veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij
  • veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
  • legt de
  • bepaalt dat indien en voor zover veroordeelde heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, indien en voor zover veroordeelde aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
  • bepaalt dat de benadeelde partij: [slachtoffer 2] voornoemd voor een deel van € 107,= niet-ontvankelijk is in zijn vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- bepaalt dat de benadeelde partij:
[slachtoffer 5], niet-ontvankelijk is in zijn vordering, en dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.M.M. Bordenga, voorzitter, mr. B.W.M. Hendriks en
mr. A.A.J. Lemain, rechters, in tegenwoordigheid van mr. J. Krooshof, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 10 september 2013.
Bijlage bewijsmiddelen
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit bladzijden uit het dossier van de regiopolitie Oost-Nederland met nummer 2013062599. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
1.
De bekennende verklaring, als bedoeld in artikel 359 lid 3 Sv, die de verdachte ter terechtzitting van 27 augustus 2013 heeft afgelegd.
2.
Een proces-verbaal van verhoor van 26 augustus 2012 (pag. 14 t/m 18 van het dossier), voor zover inhoudende het relaas van de verklaring van aangever [slachtoffer 1].
3.
Een proces-verbaal van verhoor van 26 augustus 2012 (pag. 19 t/m 22 van het dossier), voor zover inhoudende de verklaring van aangever [slachtoffer 2].
4.
Een proces-verbaal van verhoor van 25 augustus 2012 (pag. 23 t/m 26 van het dossier), voor zover inhoudende de verklaring van aangever [slachtoffer 4].
5.
Een proces-verbaal van verhoor van 25 augustus 2012 (pag. 27 t/m 30 van het dossier), voor zover inhoudende de verklaring van aangever [slachtoffer 3].
6.
Een proces-verbaal van verhoor van 19 april 2013 (pag. 31 t/m 33 van het dossier), voor zover inhoudende de verklaring van aangever [slachtoffer 5].