Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord
- de conclusie van repliek
- de conclusie van dupliek.
2.De feiten
9 september 2011 laat [eiseres] Provincie Overijssel weten dat zij het niet eens is met de stellingname van Provincie Overijssel dat [betrokkene] wel de geschikte partij is, waarbij [eiseres] schrijft:
“Rest mij nogmaals te moeten constateren dat wij een verschil van inzicht hebben met betrekking tot de toetsing van zowel de geschiktheid van de gekozen aannemer als ook van de toe te passen houtsoort.
20 september 2011 een bespreking plaats.
“7.23.1 Ieder geschil tussen de bij de aanbestedingsprocedure betrokkenen dat ontstaat naar aanleiding van de aanbestedingsprocedure waarop dit reglement van toepassing is verklaard, zal, tenzij anders nader door betrokkenen wordt overeengekomen, bij uitsluiting worden voorgelegd aan de burgerlijke rechter.
7.23.2 Een betrokkene die een geschil aanhangig wenst te maken, dient dit echter niet later dan 90 dagen na het ontstaan van dat geschil, doch in ieder geval niet later dan 90 dagen na de datum van de opdracht aanhangig te maken, tenzij het geschil voortvloeit uit een omstandigheid die eerst na verloop van die periode is gebleken. In dat laatste geval gaat de termijn van 90 dagen in op de dag dat de betreffende omstandigheid is gebleken.
3.Het geschil
1) Provincie Overijssel onrechtmatig jegens [eiseres] heeft gehandeld door niet haar maar [betrokkene] het werk te gunnen, alsmede dat de provincie aansprakelijk is voor de als gevolg daarvan door [eiseres] geleden schade, nader op te maken bij staat;
4.De beoordeling
5.De beslissing
7 augustus 2013voor uitlating door [eiseres] of zij bewijs wil leveren door het overleggen van bewijsstukken, door het horen van getuigen en / of door een ander bewijsmiddel,
bewijsstukkenwil overleggen, die stukken direct in het geding moet brengen,
getuigenwil laten horen, de getuigen en de verhinderdagen van de partijen en hun advocaten in de maanden september tot en met november 2013 direct moet opgeven, waarna dag en uur van het getuigenverhoor zullen worden bepaald,
alle partijenuiterlijk twee weken voor het eerste getuigenverhoor
alle beschikbare bewijsstukkenaan de rechtbank en de wederpartij moeten toesturen,