Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
- het vonnis in incident van 6 februari 2013
- de conclusie van dupliek
- de akte uitlaten productie van de zijde van [eiseres 1]
- de pleidooien.
2.De feiten
van de bank voor de te verstrekken bankgarantie.
3.Het geschil
4.De beoordeling
vóórinschrijving moest worden verstrekt en [B] heeft de bereidverklaring
bijinschrijving gevoegd. De gemeente Kampen heeft de eis zelf niet gehandhaafd door vooraf de aanwezigheid van de bereidverklaring niet te controleren. Tevens betoogt [eiseres 1] dat het enkel niet indienen van een bewijsstuk met betrekking tot de financieel-economische draagkracht, niet maakt dat de inschrijving zelf ongeldig is. Daartoe stelt zij dat het niet gebruikelijk is om in een onderhandse aanbestedingsprocedure geschiktheidseisen te stellen. Bovendien geeft het ARW 2005 een verplichte mogelijkheid van herstel bij het ontbreken van een bewijsstuk, indien het een eenvoudig te herstellen gebrek betreft. De artikelen 2.14.4, 3.14.4, 4.15.4, 5.15.4 en 6.12.4 van het ARW 2005 dienen analoog te worden toegepast, omdat het niet logisch is dat de herstelmogelijkheid betreffende de bewijsstukken van geschiktheidseisen voor alle aanbestedingsprocedures gelden behalve de onderhandse aanbestedingsprocedure. Voorts staat in de aanbestedingsstukken nergens dat het niet tijdig indienen van de bereidverklaring tot uitsluiting leidt. De mogelijkheid tot aanvulling en het beroep op de bepalingen in het ARW 2005 is hiermee opengelaten. Verder voert [eiseres 1] aan dat voor zover sprake is van een ongeldige inschrijving, [eiseres 1] op grond van de criteria uit de jurisprudentie het gebrek in de inschrijving had mogen herstellen.
1.808,00(4,0 punten × tarief € 452,00)