Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het procesverloop
2.Het geschil
1 ha, en [yyyy], ter grootte van 1.1130 ha, beide gelegen aan de[adres], zonder recht of titel opeist. [eiser 2] heeft de betreffende percelen, vrij van pacht, gekocht van de erven [naam 1]. Tot dat moment waren de percelen krachtens mondelinge pachtovereenkomst in gebruik bij[eiser 1]. Nadat [eiser 2] de eigendom had verworven heeft hij op 19 januari 2013 met[eiser 1] een schriftelijke pachtovereenkomst betreffende deze percelen gesloten voor de periode van 1 januari 2013 tot en met 31 december 2015.[eiser 1] heeft vervolgens de betreffende percelen bemest en onkruidbestrijding uitgevoerd. In april 2013 hebben[eiser 1] en [eiser 2] geconstateerd dat [gedaagde] het gras op beide percelen had omgeploegd en dat hij er maïs had gepoot. [gedaagde] stelt dat hij via makelaar [naam 2] de pachtrechten op de betreffende percelen heeft gekregen. Dit wordt bij brief van
19 juni 2013 door [naam 2] ontkend. Ondanks dat [gedaagde] door [eiser 2] bij brief van 17 april 2013 aansprakelijk is gesteld voor de door hem ontstane schade en de rechtsbijstandverzekeraar van[eiser 1] hem namens[eiser 1] en [eiser 2] aansprakelijk heeft gesteld voor de ontstane schade, heeft [gedaagde] na april 2013 de betreffende percelen nog twee keer omgeploegd en maïs gepoot. Door het optreden van [gedaagde] hebben eisers schade geleden. Deze schade bestaat voor[eiser 1] uit het bemesten van de percelen, het uitvoeren van onkruidbestrijding, het gemis van twee sneden gras en de uren die met voornoemde werkzaamheden gemoeid zijn. Voor [eiser 2] bestaat deze schade uit het tot drie keer toe laten inzaaien van de percelen met gras, de reiskosten en de uren die hij aan deze zaak heeft besteed.
3.De beoordeling
€ 25.000,--.
€ 94,79 (dagvaarding) + € 842,-- (griffierecht) + € 816,-- (salaris advocaat) = € 1.752,79.