ECLI:NL:RBOVE:2013:1836

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
16 augustus 2013
Publicatiedatum
20 augustus 2013
Zaaknummer
Awb zwo 13/1063
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Ambtenarenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing aanvraag doorstroming functie generalist GGP naar senior GGP op basis van beoordelingscriteria

In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 16 augustus 2013 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een ambtenaar bij de Nationale Politie, en de Korpschef van de Nationale Politie. Eiseres had een aanvraag ingediend om door te stromen van de functie generalist Gebiedsgebonden Politie (GGP) naar senior GGP. De aanvraag werd op 25 september 2012 door verweerder afgewezen, waarna eiseres bezwaar maakte. Dit bezwaar werd op 26 maart 2013 ongegrond verklaard, wat leidde tot het indienen van beroep door eiseres.

Tijdens de zitting op 2 augustus 2013 werd de zaak behandeld. Eiseres, bijgestaan door haar gemachtigde, betwistte de afwijzing van haar aanvraag. De rechtbank oordeelde dat de afwijzing op onjuiste gronden was gebaseerd. De rechtbank stelde vast dat de circulaire Harmonisatie arbeidsvoorwaarden politie (HAP II) geen ruimte biedt voor regiokorpsen om eigen invullingen te geven aan de term 'boven de norm'. De rechtbank concludeerde dat de beoordeling van eiseres, die als 'goed' was aangemerkt, voldeed aan de vereisten voor doorstroming naar senior GGP.

De rechtbank vernietigde het bestreden besluit en oordeelde dat verweerder de aanvraag van eiseres opnieuw diende te beoordelen aan de hand van de juiste beoordelingscriteria. Tevens werd verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiseres, die tot dat moment op € 944,00 waren begroot. De uitspraak werd openbaar gedaan en er staat hoger beroep open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Bestuursrecht
Zittingsplaats Zwolle
Registratienummer: Awb zwo 13/1063

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiseres],

wonende te Steenwijk, eiseres,
gemachtigde: W. Dieks,
en

de Korpschef van de Nationale Politie,

verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 25 september 2012 heeft verweerder geweigerd om de aanvraag van eiseres tot doorstroming van de functie generalist Gebiedsgebonden politie (GGP) naar senior GGP te honoreren. Eiseres heeft daartegen bezwaar gemaakt. Het bezwaar is bij besluit van
26 maart 2013 ongegrond verklaard. Eiseres heeft beroep ingesteld.
Het beroep is ter zitting van 2 augustus 2013 behandeld. Eiseres is verschenen, bijgestaan door mr. H. Yildiz.
Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. A.M.A.C. Theunissen.

Overwegingen

1.
In geschil is de vraag of het bestreden besluit in rechte in stand dient te blijven.
2.
Bij de beantwoording van die vraag gaat de rechtbank uit van het volgende.
a. Collectieve arbeidsvoorwaarden
Op 1 november 2010 is, als uitwerking van het Akkoord Arbeidsvoorwaarden sector politie 2005-2007, de circulaire Harmonisatie arbeidsvoorwaarden politie tweede tranche of kortweg de circulaire HAP II (Stcrt. 2010, nr. 19782) in werking getreden. In bijlage 6 van de circulaire HAP II is het Loopbaanbeleid van assistent A tot en met senior binnen de GGP opgenomen. In het kader van dit loopbaanbeleid zijn binnen de politie collectieve afspraken gemaakt en eisen gesteld aan de mogelijkheden tot doorstroming van ambtenaren binnen de GGP naar een volgend niveau of volgende functie.
Voor doorstroming van de generalist GGP naar de senior GGP gelden op grond van dat loopbaanbeleid de volgende eisen:
  • een met goed gevolg afgeronde functiegerichte aangewezen opleiding op niveau 4;
  • relevante werkervaring als generalist GGP;
  • vakmanschap blijkend uit een recente beoordeling boven de norm met daarin opgenomen verwachte geschiktheid voor senior GGP;
  • een eventueel door het korps te stellen geografische stap en/of werkterrein c.q. aandachtsgebied als aanvullende voorwaarde.
Tussen partijen is niet in geschil, dat eiseres voldoet aan de voorwaarden betreffende opleiding en relevante werkervaring.
In het bestreden besluit heeft verweerder aan eiseres tegengeworpen, dat zij niet voldoet
aan het vereiste onder het vierde aandachtstreepje (geografische stap en/of werkterrein c.q. aandachtsgebied), maar verweerder heeft deze tegenwerping ter zitting laten vallen.
Het geschil spitst zich derhalve toe op de vraag of eiseres voldoet aan het vereiste dat zij bij haar aanvraag beschikt over een recente beoordeling boven de norm en waarin is opgenomen dat geschiktheid voor de functie senior GGP wordt verwacht.
Het loopbaanbeleid is door de vijf politieregio’s van Oost-Nederland nader uitgewerkt in het kaderdocument “Uitvoering Landelijk Loopbaanbeleid Executieven in de GGP ten behoeve van de korpsen binnen de eenheid Oost-Nederland” (verder: het kaderdocument) van 1 december 2011. Terzake van het onderhavige geschilpunt is daarin opgenomen:
  • In het nieuwe beleid is het mogelijk om van generalist GGP door te stromen naar senior GGP zonder sollicitatie naar aanleiding van een vacature. Het doel van deze bepaling is om ervoor te zorgen dat generalisten GGP die uitblinken in hun vak door moeten kunnen stromen. Eén van die eisen is dat er sprake moet zijn van vakmanschap, blijkend uit een recente beoordeling “boven de norm” met daarin de verwachte geschiktheid voor senior GGP.
  • Notie 2: Binnen de korpsen van de eenheid Oost Nederland wordt nu nog gewerkt met verschillende systemen van beoordelen en competentiemanagement. Deze situatie blijft gehandhaafd totdat er een landelijk (beoordelings-)systeem voorhanden is.
Korpsleiding en ondernemingsraad hebben voorts ten aanzien van het geschilpunt gezamenlijk op 15 december 2011 het volgende afgesproken:
  • Zowel de directie als de Ondernemingsraad vinden dat deze bevordering bedoeld is voor collega’s met de functie BPZ-A die zeer goed functioneren. Daarom worden alle BPZ-collega’s met een
  • Over de uitvoering van het beleid voor de collega’s met een
Voorts is door korpsleiding en ondernemingsraad op 24 mei 2012 besproken dat bij de implementatie van het GGP-loopbaanbeleid het kaderdocument van 1 december 2011 als uitgangspunt zal worden gehanteerd aangevuld met een hardheidsclausule op de wijze als op 15 december 2011 afgesproken. Deze afspraken heeft verweerder op het Intranet bekend gemaakt.
Op 21 december 2012, 25 januari 2013 en 1 februari 2013 heeft de hiervoor bedoelde commissie in het kader van de toepassing van de hardheidsclausule 86 doorstromingsaanvragen (met de beoordeling “Goed”) beoordeeld aan de hand van de volgende – voorzover te dezen relevante en op voorhand vastgestelde – criteria:
  • als zwaarwegend binnen de functie senior GGP zijn de competenties initiatief en organisatievermogen aangemerkt, welke aansluiten op de competenties besluitvaardigheid en samenwerken binnen de functie generalist GGP. De kandidaat dient op de beide laatstgenoemde competenties minimaal één 3 te hebben gescoord op het aangereikte OGB en op de tweede competentie mag niet lager dan een twee zijn gescoord;
  • het al dan niet afgegeven positieve advies van de leidinggevende.
Op basis daarvan heeft de commissie geadviseerd om acht aanvragen te honoreren en 78 af te wijzen.
Individuele feiten en omstandigheden
Eiseres is sedert 6 november 2000 bij het team Steenwijkerland van de voormalige regiopolitie IJsselland werkzaam als generalist GGP (voorheen: medewerker basispolitiezorg A).
In het kader van het voornoemde loopbaanbeleid heeft eiseres vanuit die functie bij verweerders rechtsvoorganger op 10 juli 2012 een aanvraag ingediend om te worden bevorderd naar de functie senior GGP. Bij die aanvraag is een beoordeling gevoegd van
30 november 2011, ondertekend door de leidinggevende van eiseres J. Ekkel en de directeur van de politieregio IJsselland H. Diender-van Dijk. Eiseres heeft deze beoordeling op
30 november 2011 voor akkoord getekend en daartegen geen rechtsmiddelen ingesteld.
Na de aanvraag met betrekking tot het verzoek doorstroming van 10 juli 2012 is eiseres op 26 september 2012 opnieuw beoordeeld. Ook tegen deze beoordeling heeft eiseres geen rechtsmiddelen aangewend.
In deze beoordelingen, scoort eiseres op de daarin gegeven competenties als volgt:
30 november 2011 26 september 2012
1.
Besluitvaardigheid: 1 / 2 2
2.
Inlevingsvermogen: 2 3
3.
Klantgerichtheid: 3 3
4.
Netwerkvaardigheid: 2 3
5.
Samenwerking: 2 2
6.
Stressbestendigheid: 2 / 3 2 / 3
7.
Vakmanschap: 1 / 2 2
8.
Integriteit: 2 2
9.
Betrokkenheid: 2 2
Als totale beoordeling wordt in beide beoordelingen het functioneren van eiseres als “Goed” bestempeld, waarvoor geldt dat op de competenties overwegend op niveau 2, geen onder 1, wordt gescoord.
Bij de beoordeling van 26 september 2012 is aangegeven dat eiseres op een recente vacature van Wijkagent B heeft gesolliciteerd en dat zij daarvoor niet is aangenomen maar wel geschikt is verklaard.
De hiervoor bedoelde commissie heeft de aanvraag tot doorstroom van eiseres gezien. Door het zicht op alle aanvragen en beoordelingen, die door verschillende (assistent-)teamchefs zijn opgemaakt, heeft de commissie zich een totaalbeeld kunnen vormen over de totstandkoming van deze beoordelingen en over de oordeelsvorming met betrekking tot de bij de functie van Generalist GGP behorende competenties. Tegen de achtergrond hiervan heeft de commissie de beoordeling van eiseres met GOED als beoordelingsresultaat in samenhang met het mondelinge of schriftelijke advies van de teamchef in ogenschouw genomen. De commissie heeft in het geval van eiseres geen concrete aanwijzingen of bijzondere omstandigheden aangetroffen die aanleiding zijn om aan te nemen dat de beoordeling van eiseres tegen het niveau UITSTEKEND aan zit dan wel haar vakmanschap alsnog als ‘boven de norm’ is te kwalificeren.
Verweerder heeft dit in het bestreden besluit opgenomen. Daarnaast heeft verweerder overwogen dat de beoordeling van eiseres met de score GOED leidend is, op grond waarvan verweerder tot de conclusie is gekomen dat eiseres niet voldoet aan een van de voorwaarden voor doorstroom. Dit laat onverlet dat de beoordeling een ontwikkeling laat zien en dat de kennis en vaardigheid door eiseres worden onderhouden door middel van opleidingen en trainingen.
3.
Eiseres kan zich niet met het bestreden besluit verenigen, omdat zij meent dat verweerder het vereiste van een recente beoordeling met een eindscore boven de norm onjuist uitlegt. Met een ‘goed’ in haar meest recente beoordeling voldoet zij volgens haar reeds aan het vereiste boven de norm. Zij heeft erop gewezen dat in het landelijke loopbaanbeleid voor
een bevordering als regel een voldoende beoordeling volstaat, maar voor de bevordering van Generalist GGP naar Senior GGP is een beoordeling boven de norm vereist. Logischerwijs is dit een beoordeling met een eindscore goed.
4.
Verweerder heeft aangegeven, dat gelet op de uiteenlopende beoordelingssystemen
en -normen bij de regiokorpsen in het land in de landelijke afspraken aan de regiokorpsen ruimte is gelaten nadere invulling te geven aan het vereiste “boven de norm”.
In regio IJsselland is gelet op het feit dat het functioneren van 80% van de Generalisten GGP met goed is beoordeeld, de term boven de norm nader vorm gegeven in het vereiste dat de functionaris uitstekend of - ter beoordeling van de toetsingscommissie - nagenoeg uitstekend dient te functioneren om voor bevordering in aanmerking te komen.
5.
De rechtbank kan verweerder hierin niet volgen.
Leidend is het loopbaanbeleid, zoals opgenomen in bijlage 6 van de circulaire HAP II.
In de aanvullende afspraken is te lezen, dat de Raad van Korpschefs i.o. zich aan deze circulaire heeft geconformeerd en dat het bevoegd gezag derhalve de circulaire dient te volgen, tenzij een zwaarwegend dienstbelang zich ertegen verzet.
De circulaire stelt voor een bevordering als regel de eis dat er een recent vastgestelde beoordeling ligt met een eindscore die tenminste voldoende is.
Voor de stap van Generalist GGP naar Senior GGP moet de functionaris in het bezit zijn
van een (recente) beoordeling boven de norm. Deze term wordt in de circulaire niet nader uitgelegd.
De circulaire kent aan het bevoegde gezag van de regiokorpsen ook niet een bevoegdheid
toe om een nadere uitleg en invulling te geven aan deze term. Het gevolg is dat deze term redelijk maar ook landelijk uniform uitgelegd moet worden. Een redelijke en landelijke uniforme uitleg leidt de rechtbank tot het eerstvolgende beoordelingsniveau boven voldoende (de norm) en dat is de eindscore goed zoals ook uit het beoordelingssysteem bij de regio IJsselland volgt.
De circulaire laat de regiokorpsen naar het oordeel van de rechtbank zoals gezegd
geen ruimte tot een andere invulling. Die ruimte zit niet in de verschillende beoordelingssystemen en -normen per korps. In de circulaire wordt gesignaleerd,
dat de regiokorpsen nog uiteenlopende beoordelingssystemen en- normen gebruiken.
Die verschillen zijn volgens de circulaire geen beletsel om te kunnen vaststellen of een medewerker tenminste voldoende functioneert. Ondanks de verschillen in systemen en normen blijft de norm landelijk hetzelfde.
Het gegeven dat het functioneren van 80% van de Generalisten GGP in de regio IJsselland als goed is beoordeeld, vormt gelet op de circulaire aldus geen grond om in de regio IJsselland het voor bevordering vereiste niveau op te waarderen naar het hoogste niveau namelijk naar een eindscore uitstekend of - ter beoordeling van de toetsingscommissie - nagenoeg uitstekend.
Hoewel begrijpelijk is dat het bevoegde gezag van het regiokorps IJsselland een restrictie
wenst, is de toegepaste restrictie niet in overeenstemming met de circulaire. Van belang daarbij is dat de circulaire geen formatieve beperking kent. Het landelijke loopbaanbeleid is onafhankelijk gesteld van beschikbare formatieruimte.
Nu het functioneren van eiseres recent goed is beoordeeld en zij derhalve in een redelijke uitleg boven de norm functioneert, heeft verweerder op onjuiste gronden de aanvraag van eiseres om haar door te laten stromen van de functie generalist GGP naar senior GGP afgewezen. Het beroep is dan ook gegrond.
Verweerder zal de aanvraag van eiseres opnieuw dienen te beoordelen aan de hand van de juiste beoordelingsmaatstaf
5.
De rechtbank ziet aanleiding verweerder te veroordelen in de proceskosten, tot op heden begroot op € 944,00 (1 punt beroepschrift + 1 punt verschijnen ter zitting x wegingsfactor 1 x € 472,00).

Beslissing

De rechtbank
 verklaart het beroep gegrond;
 vernietigt het bestreden besluit;
 veroordeelt verweerder in de proceskosten, tot op heden begroot op € 944,00, te betalen aan eiseres;
 gelast dat verweerder aan eiseres het door haar betaalde griffierecht van € 160,00 vergoedt.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A. Oosterveld, rechter, en door hem en Y. van der Zaan-van Arnhem als griffier ondertekend. Uitgesproken in het openbaar op

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat voor een belanghebbende en het bestuursorgaan hoger beroep open. Dit dient te worden ingesteld binnen zes weken na de datum van verzending van deze uitspraak door een beroepschrift en een kopie van deze uitspraak te zenden aan de Centrale Raad van Beroep, Postbus 16002, 3500 DA Utrecht.