In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 16 augustus 2013 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een ambtenaar bij de Nationale Politie, en de Korpschef van de Nationale Politie. Eiseres had een aanvraag ingediend om door te stromen van de functie generalist Gebiedsgebonden Politie (GGP) naar senior GGP. De aanvraag werd op 25 september 2012 door verweerder afgewezen, waarna eiseres bezwaar maakte. Dit bezwaar werd op 26 maart 2013 ongegrond verklaard, wat leidde tot het indienen van beroep door eiseres.
Tijdens de zitting op 2 augustus 2013 werd de zaak behandeld. Eiseres, bijgestaan door haar gemachtigde, betwistte de afwijzing van haar aanvraag. De rechtbank oordeelde dat de afwijzing op onjuiste gronden was gebaseerd. De rechtbank stelde vast dat de circulaire Harmonisatie arbeidsvoorwaarden politie (HAP II) geen ruimte biedt voor regiokorpsen om eigen invullingen te geven aan de term 'boven de norm'. De rechtbank concludeerde dat de beoordeling van eiseres, die als 'goed' was aangemerkt, voldeed aan de vereisten voor doorstroming naar senior GGP.
De rechtbank vernietigde het bestreden besluit en oordeelde dat verweerder de aanvraag van eiseres opnieuw diende te beoordelen aan de hand van de juiste beoordelingscriteria. Tevens werd verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiseres, die tot dat moment op € 944,00 waren begroot. De uitspraak werd openbaar gedaan en er staat hoger beroep open tegen deze beslissing.