ECLI:NL:RBOVE:2013:1835
Rechtbank Overijssel
- Raadkamer
- M.E. van Wees
- M.C. Bosch
- H. Bloebaum
- Rechtspraak.nl
Vermoeden van gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van geestvermogens van verdachte
In deze zaak heeft de rechtbank Overijssel op 19 augustus 2013 een beslissing genomen in het kader van artikel 509a van het Wetboek van Strafvordering. De verdachte, geboren in 1971 en momenteel verblijvend in de PPC te Amsterdam, heeft een strafzaak lopen waarbij hij wordt verdacht van een poging tot moord. Tijdens de openbare terechtzitting op 5 juli 2013 is de zaak aangehouden om de rechter-commissaris de gelegenheid te geven te onderzoeken of er omstandigheden gecreëerd kunnen worden waarin de verdachte zich wil laten bijstaan door een advocaat. De verdachte heeft echter drie advocaten weggestuurd en heeft aangegeven alleen een advocaat te willen die precies doet wat hij zegt.
De rechtbank heeft op basis van rapportages van deskundigen van het NIFP, die hebben vastgesteld dat de verdachte lijdt aan een paranoïde psychotisch toestandsbeeld en symptomen vertoont die passen bij schizofrenie, geoordeeld dat er een vermoeden bestaat dat de geestvermogens van de verdachte gebrekkig ontwikkeld of ziekelijk gestoord zijn. Dit vermoeden is versterkt door het feit dat de verdachte niet in staat is gebleken om samen te werken met zijn advocaten, ondanks het besef dat hij rechtskundige bijstand nodig heeft.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat de verdachte, gezien zijn psychische toestand, niet in staat is zijn belangen behoorlijk te behartigen. De beslissing is genomen in aanwezigheid van de officier van justitie en de advocaat van de verdachte, mr. Van der Lem. De rechtbank heeft de beslissing ondertekend door de voorzitter en de griffier, en deze is openbaar gemaakt op 19 augustus 2013.