Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het procesverloop
2.De vaststaande feiten
2 januari 2017 (of zoveel eerder als door een eerdere ontruiming mogelijk was) plaatsvinden. De koopsom van de woning bedroeg € 359.000,00, maar deze diende eerst ten tijde van de levering voldaan te worden. Hiervoor diende [gedaagde] een jaarlijkse rentevergoeding te voldoen. Over de periode van 2007 tot en met 2011 was [gedaagde] een jaarlijkse vergoeding verschuldigd van € 12.950,00 (zijnde 5% over een gedeelte van de koopsom). Nadien zou de rente opnieuw worden vastgesteld aan de hand van de voorwaarden, zoals omschreven in de overeenkomst. De eerste betaling van de rentevergoeding zou plaatsvinden op
1 januari 2009, over de jaren 2007 en 2008.
de heer [echtgenoot eiseres] in privé en als bestuurder van [naam B.V. 1] en [naam B.V. 2] (en in die laatste hoedanigheid ook als mede-vennoot van
[naam V.O.F.]) en [gedaagde] onder meer het volgende overeengekomen:
Middels die overeenkomst hebben partijen, ter beëindiging van hun geschillen en ter voorkoming van onzekerheid of geschil omtrent hetgeen tussen hen rechtens geldt, zich jegens elkaar verbonden aan een vaststelling daarvan, bestemd om ook te gelden voor zover deze van de tevoren bestaande rechtstoestand mocht afwijken.”
het gevolg van de afspraken dient in ieder geval te zijn dat er door eiser(lees [gedaagde], toevoeging rechtbank)
aan gedaagden(lees [eiseres] en [naam B.V. 2], toevoeging rechtbank)
danwel een andere vennootschap die is gelieerd aan de heer [eiseres], nog enig bedrag dient te worden betaald, uit welke hoofde dan ook, waaronder de destijds tussen eiser en gedaagde sub 3(naar de rechtbank begrijpt [naam B.V. 1])
overeengekomen koopsom van de onroerende zaak aan de [adres] te [plaats].”
3.De standpunten van partijen
(tot 27 juli 2011).
4.De beoordeling van het geschil en de motivering van de beslissing
[eiseres]. De heer [getuige] schrijft in dat e-mailbericht voorts dat deze mededeling plaatsvond op zijn kantoor, naar hij meent in december 2008. Ter comparitie heeft [gedaagde] verklaard op 5 januari 2009 bij de heer [getuige] op kantoor te zijn geweest. In de akte van cessie is tevens opgenomen dat de afspraak is meegedeeld aan [gedaagde].
1.788,00(2 punten × tarief € 894,00)