ECLI:NL:RBOVE:2013:1669

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
29 juli 2013
Publicatiedatum
2 augustus 2013
Zaaknummer
C/08/140179 KG ZA 13-223
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • G.G. Vermeulen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herbeoordeling van kinderalimentatie in kort geding wegens wijziging van omstandigheden

In deze zaak heeft de man, eiser, een kort geding aangespannen om te verzoeken dat zijn draagkracht opnieuw wordt beoordeeld in het licht van gewijzigde omstandigheden. Hij vordert dat de rechtbank de beschikking van 24 juni 2009, waarin is bepaald dat hij € 415,60 per kind per maand moet bijdragen aan de kosten van verzorging en opvoeding van zijn twee minderjarige kinderen, buiten toepassing stelt. De man stelt dat zijn financiële situatie is verslechterd door gewijzigde woonlasten en dat hij momenteel de kinderalimentatie met geleend geld betaalt. Hij heeft eerder een verzoek tot nihilstelling van de kinderalimentatie ingediend, dat door de rechtbank is afgewezen.

De vrouw, gedaagde, heeft verweer gevoerd en betwist dat er sprake is van spoedeisend belang. Zij stelt dat er geen executiemaatregelen zijn getroffen en dat de vorderingen van de man niet in kort geding kunnen worden toegewezen. De voorzieningenrechter heeft de zaak behandeld op 17 juli 2013, waarbij beide partijen zijn verschenen met hun advocaten.

De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de man onvoldoende heeft aangetoond dat er sprake is van spoedeisend belang, aangezien er geen executiemaatregelen door de vrouw zijn getroffen. De voorzieningenrechter heeft ook opgemerkt dat de beoordeling van de draagkracht en de wijziging van de alimentatie aan de bodemrechter is voorbehouden. De vorderingen van de man zijn afgewezen, en de proceskosten zijn gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt. De uitspraak is gedaan op 29 juli 2013 door mr. G.G. Vermeulen, voorzieningenrechter, in Almelo.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Almelo
Kort Geding
zaaknummer: C/08/140179 KG ZA 13-223 (HA)
vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Overijssel, rechtdoende in kort geding d.d. 29 juli 2013
inzake

[eiser],

verder ook de man te noemen,
wonende te[woonplaats],
eiser,
advocaat: mr. R. Kaya, te Enschede,
tegen

[gedaagde],

verder ook de vrouw te noemen,
wonende te [woonplaats],
gedaagde,
advocaat: mr. M. Flokstra, te Enschede.

Het procesverloop

De man heeft gevorderd als vermeld in de dagvaarding. De dagvaarding is voorzien van bijlagen.
Op 15 juli 2013 zijn ter griffie producties van de vrouw ontvangen.
Op 16 juli 2013 is per fax een aanvullende productie van de man ontvangen.
De zaak is behandeld ter zitting op 17 juli 2013. Ter zitting zijn verschenen: partijen, bijgestaan door hun advocaten.

Enkele vaststaande feiten

  • Partijen hebben een affectieve relatie gehad. Uit die relatie zijn twee thans nog minderjarige kinderen geboren die door de man zijn erkend.
  • Bij beschikking van de rechtbank Almelo van 24 juni 2009 is bepaald dat de man met
  • Bij beschikking van de rechtbank Almelo van 30 mei 2012 is het verzoek van de man tot nihilstelling van de kinderalimentatie afgewezen.

De vordering

De man vordert -samengevat- de vrouw te veroordelen a) de inhoud van de beschikking van 24 juni 2009, waarbij is bepaald dat de man aan de vrouw als bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de beide kinderen € 415,60 per kind per maand dient te voldoen, buiten toepassing te laten, b) per direct de executiemaatregelen te stoppen, althans op te schorten in afwachting van de beslissing in de bodemprocedure, een en ander op verbeurte van een dwangsom, en c) de vrouw in de proceskosten te veroordelen.
De man stelt daartoe -samengevat- het volgende. Het wijzigingsverzoek van de man om de kinderalimentatie op nihil te stellen is bij beschikking van 30 mei 2012 afgewezen omdat de rechtbank destijds heeft overwogen dat de man over een uitgekeerd bedrag aan ontslagvergoeding beschikte ter compensatie van zijn inkomensverlies. Op 20 december 2012 heeft hij genoemde ontslagvergoeding omgezet in een uitkering "Rabo Gouden Handdruk Uitkering" met een looptijd van 48 maanden. De Gouden Handdruk keert thans uit met een bedrag van ongeveer € 1.500,= netto per kwartaal.Voorts stelt de man dat zijn woonlasten ingrijpend zijn gewijzigd omdat de hypotheekverstrekker versnelde aflossingen heeft vereist. De kinderalimentatie voldoet hij thans met geleend geld. De man stelt dat er sprake is van een zodanige wijziging van omstandigheden dat hij naast het betalen van zijn vaste lasten niet meer in staat is om de kinderalimentatie te voldoen. Volgens de man rechtvaardigt dit een herbeoordeling van zijn draagkracht. Omdat partijen niet tot overeenstemming kunnen komen over aanpassing van de kinderalimentatie, heeft de man zich genoodzaakt gezien om een verzoekschrift tot wijziging van de kinderalimentatie bij de rechtbank in te dienen. Nu onzeker is wanneer de bodemzaak wordt behandeld en wanneer in die bodemzaak een beslissing wordt genomen, stelt de man belang te hebben bij de door hem verzochte voorziening in kort geding.

Het verweer

De vrouw heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Hetgeen de man vordert is declaratoir en kan in kort geding niet worden toegewezen. De vrouw betwist dat zij executiemaatregelen heeft getroffen en voorts dat de man spoedeisend belang bij zijn vorderingen heeft.

De beoordeling van het geschil en de motivering van de beslissing

De man stelt en verzoekt de facto om te beslissen dat in kort geding vanwege wijziging van omstandigheden zijn draagkracht opnieuw moet worden beoordeeld en dat die beoordeling er toe moet leiden dat zijn draagkracht op nihil moet worden gesteld. De man verzoekt voorts te beslissen dat vanwege de uitkomst van die herbeoordeling de vrouw de genoemde beschikking van 24 juni 2009 niet mag executeren. Aldus verzoekt de man de executie van die beschikking te schorsen.
De voorzieningenrechter zal de vorderingen van de man afwijzen.
In de procedure is de voorzieningenrechter niet gebleken dat de vrouw de beschikking doet executeren of doende is die te executeren. Er zijn door haar geen executiemaatregelen getroffen. De man heeft daarom geen spoedeisend belang. De enkele (niet met justificatoire gegevens onderbouwde) mededelingen dat zijn woonlasten ingrijpend zijn gewijzigd, dat hij het financieel niet trekt en dat hij geld moet lenen om de alimentatie te betalen, is onvoldoende om een spoedeisend belang aan te nemen.
Ook al zou de voorzieningenrechter in kort geding (kunnen) vaststellen of er sprake is van relevante gewijzigde omstandigheden die ertoe moeten leiden dat de man niet in staat is om enige bijdrage voor de kinderen te voldoen -welke te nemen beslissing bij uitstek aan de bodemrechter is voorbehouden en nader onderzoek vergt, dat het bestek van dit kort geding te buiten gaat- dan baat ook dit hem niet. De man heeft vooralsnog niet inzichtelijk gemaakt dat hij niet staat is om de eerder vastgestelde kinderalimentatie te betalen. De man beschikt immers nog steeds over de ontslagvergoeding, welke vergoeding dient als aanvulling op de uitkering tot het vóór zijn ontslag genoten salaris.
De voorzieningenrechter zal de proceskosten tussen partijen compenseren gezien hun positie als gewezen partners.

De beslissing

De voorzieningenrechter:
1.
Wijst de vorderingen af.
2.
Compenseert de kosten van deze procedure in die zin dat iedere partij
de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen te Almelo door mr. G.G. Vermeulen, voorzieningenrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 29 juli 2013, in tegenwoordigheid van
H.E. Abbink, griffier.