Uitspraak
Rechtbank Overijssel
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
- de woning van die [slachtoffer] is/zijn binnen gegaan en/of (vervolgens)
- dreigend) de slaapkamer van die [slachtoffer] is/zijn binnen gegaan en/of
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft de rechtbank Overijssel op 30 juli 2013 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van een brutale overval op een alleenstaande vrouw in Oldenzaal. De officier van justitie had gevorderd dat de verdachte werd vrijgesproken, omdat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan de overval. De rechtbank heeft het onderzoek op de openbare terechtzitting van 16 juli 2013 gevolgd, waarbij de vordering van de officier van justitie, mr. K.J.L. de Valk, en de verdediging door zijn raadsman, mr. M.H.H. Meulemeesters, aan bod kwamen.
De tenlastelegging hield in dat de verdachte, samen met anderen, op 25 januari 2013 een woning in Oldenzaal was binnengegaan en daarbij de bewoonster had bedreigd om een kluis met inhoud te stelen. De rechtbank heeft echter vastgesteld dat de aangifte van het slachtoffer, mevrouw [slachtoffer], te summier was om de betrokkenheid van de verdachte te kunnen vaststellen. Er waren slechts enkele aanwijzingen, zoals een niet uniek schoenspoor en DNA-materiaal in een auto, maar deze waren onvoldoende om tot een veroordeling te komen.
De rechtbank concludeert dat er geen wettig en overtuigend bewijs is dat de verdachte betrokken was bij de overval. Daarom heeft de rechtbank de verdachte vrijgesproken van het tenlastegelegde. De beslissing over de in beslag genomen voorwerpen is in dit vonnis niet meer aan de orde, aangezien daarover al door de raadkamer was beslist. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer voor strafzaken, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.