ECLI:NL:RBOVE:2013:1576
Rechtbank Overijssel
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Verplichting tot exploitatie in huurovereenkomst en de gevolgen van verlieslijdendheid
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Overijssel op 22 juli 2013 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Eazy Hair Holland B.V. en Elsinvest B.V. Eazy Hair, de eiseres, vorderde ontheffing van de exploitatieplicht die volgens haar rustte op de huurovereenkomst met Elsinvest. Eazy Hair huurt een winkelruimte voor de exploitatie van een kapsalon in Enschede, maar stelt dat zij al jaren verlies lijdt door externe factoren zoals leegstand in het winkelcentrum en teruglopende bezoekersaantallen. De huurovereenkomst bevat bepalingen die de exploitatieplicht van Eazy Hair vastleggen, maar Eazy Hair betwist dat deze verplichting kan worden gehandhaafd gezien de financiële situatie.
De voorzieningenrechter oordeelde dat de exploitatieplicht wel degelijk uit de huurovereenkomst voortvloeit en dat de door Eazy Hair aangevoerde omstandigheden niet als onvoorziene omstandigheden in de zin van artikel 6:258 BW kunnen worden aangemerkt. De rechter wees erop dat de leegstand en de economische crisis al bestonden ten tijde van het sluiten van de huurovereenkomst in 2008, en dat de verwachtingen van Eazy Hair destijds onder het ondernemersrisico vallen. De vorderingen van Eazy Hair werden afgewezen, en zij werd veroordeeld in de proceskosten.
De uitspraak benadrukt het belang van de contractuele verplichtingen in huurovereenkomsten en de terughoudendheid van de rechter bij het ontheffen van partijen uit hun verplichtingen, tenzij er sprake is van uitzonderlijke omstandigheden die niet voor rekening van de partij komen die ontheffing vraagt. De rechter concludeerde dat Eazy Hair niet kon worden ontheven van haar exploitatieplicht, en dat de aan deze verplichting gekoppelde boete niet gematigd kon worden.