ECLI:NL:RBOVE:2013:1575
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- G. van Eerden
- Rechtspraak.nl
Ontbinding van de arbeidsovereenkomst van een verzorgingshulp op bedrijfseconomische gronden
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Overijssel op 25 juni 2013 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst van een verzorgingshulp, [gedaagde], door de stichting Zorgaccent. De verzoekster, Zorgaccent, heeft de ontbinding aangevraagd op basis van artikel 7:685 van het Burgerlijk Wetboek, met als argument dat er gewichtige redenen zijn vanwege gewijzigde omstandigheden binnen de organisatie. De kantonrechter heeft vastgesteld dat [gedaagde] sinds 22 april 1996 in dienst was als Verzorgingshulp B en dat haar functie per 1 juni 2013 zou vervallen als gevolg van een reorganisatie binnen Zorgaccent. Deze reorganisatie was noodzakelijk om de continuïteit van de onderneming te waarborgen, gezien de afname van werkzaamheden voor de functie van Verzorgingshulp B en de toename van vraag naar hogere functies in de zorg.
Zorgaccent heeft diverse maatregelen genomen om de medewerkers te ondersteunen, waaronder omscholingsmogelijkheden en een sociaal plan. De kantonrechter heeft geoordeeld dat Zorgaccent voldoende onderbouwd heeft dat de ontbinding van de arbeidsovereenkomst gerechtvaardigd is op basis van bedrijfseconomische omstandigheden en dat de beleidsvrijheid van de ondernemer in dit geval niet is overschreden. De kantonrechter heeft de ontbinding van de arbeidsovereenkomst per 1 november 2013 uitgesproken en een vergoeding van € 12.953,62 bruto aan [gedaagde] toegekend, evenals de mogelijkheid voor scholing tot een bedrag van € 2.000,00 exclusief BTW. De proceskosten zijn gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor werkgevers om te kunnen reorganiseren in het licht van veranderende omstandigheden in de zorgsector.