Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
VONNIS IN DE STRAFZAAK VAN:
[verdachte],
wonende te [woonplaats],
thans verblijvende in de PPC te Zwolle.
ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
TENLASTELEGGING
- een pistool, althans een op een (vuur)wapen gelijkend voorwerp, getoond en/of (duidelijk) zichtbaar aanwezig gehad aan/voor die [slachtoffer] en/of
- (daarbij) deze [slachtoffer] (al dan niet in de Turkse taal) dreigend de woorden toegevoegd: “stap in de auto anders schiet ik je” en/of “ik ga jou vermoorden”, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/of
- deze [slachtoffer] (per sms) dreigend (in de Turkse taal) de woorden/tekst toegestuurd/toegezonden: “ik zal niet ademen voordat ik jou heb gedood” en/of “dit zal ons beider graf worden”, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking.
VOORVRAGEN
BEWIJSOVERWEGINGEN
Het standpunt van het openbaar ministerie
Het standpunt van de verdediging
Het oordeel van de rechtbank
Op maandag 4 februari 2013 omstreeks 17:23 uur heb ik mij uitgeklokt op mijn werk. (..) Ik heb mijn fiets gepakt en ben vanaf mijn werk over de [straat 1] gefietst in de richting van de [straat 2]. (..) Op de [straat 1], ter hoogte van nummer 38, zag ik opeens [verdachte] op de straat staan. (..) Ik zag dat er tussen [verdachte] en mij ongeveer 2 meter bevond. Toen ik hem zag stopte ik meteen en ben ik van mijn fiets gestapt. (..)
“- Öldürrürum seni bineckesin!”
Het geschrift [5] gevoegd achter een aanvraag van de politie aan vertaalbureau Concorde Group met betrekking een vertaling van de tekst “Öldürrürum seni bineckesin”:
“Waarschijnlijk moet dit worden gelezen als “öldürürum seni, bir eseksin”. “Öldürürüm seni” betekent “ik vermoord je”, “eseksin” betekent “je bent een ezel” (..)
De verklaring van aangeefster ter terechtzitting [6] , voor zover inhoudende:
“Ik hoorde dat [verdachte] tegen mij zei: “Stap in die auto.” “Anders maak ik je dood”.
De rechtbank overweegt dat de verklaringen van [slachtoffer] consistent zijn voor wat betreft de in de Turkse taal door verdachte richting haar geuite bewoordingen. Haar verklaringen worden bovendien ondersteund door de getuigenverklaring van [getuige]. Zij heeft verdachte tegen [slachtoffer] horen zeggen “ik ga jou vermoorden”, of woorden van gelijke strekking. Weliswaar dient deze getuigenverklaring in verband met het horen van de getuige zonder een beëdigde tolk met enige terughoudendheid in de beoordeling te worden betrokken, maar gezien de omstandigheid dat de verklaringen van aangeefster en de getuige voor wat betreft het verloop van het incident op cruciale punten overeenkomsten vertonen acht de rechtbank het niet aannemelijk dat de getuige de door verdachte gebezigde woorden verkeerd heeft geïnterpreteerd, respectievelijk dat een en ander door haar man niet juist zou zijn vertaald. Mede ook gelet op de eigen verklaring van verdachte ter terechtzitting waarin hij heeft erkend in aanwezigheid van aangeefster een doorgeladen pistool in handen te hebben gehad en woorden te hebben geuit als “instappen, anders schiet ik” en gelet ook op de kort daarna door verdachte aan aangeefster verzonden deels bedreigende sms-berichten, acht de rechtbank het niet geloofwaardig dat met de volgens verdachte geuite bewoordingen slechts bedoeld was dat verdachte zichzelf zou schieten. Naar het oordeel van de rechtbank kan gelet op de gegeven omstandigheden en de aard van de gedragingen van verdachte in elk geval het voorwaardelijk opzet op bedreiging van aangeefster worden aangenomen.
derdegedachtenstreepje ten laste gelegde teksten van de sms-berichten overweegt de rechtbank dat de aangifte van [slachtoffer] wordt ondersteund door de vertaling van het sms-bericht door een beëdigd tolk, welke vertaling gelijk is aan de vertaling van het sms-bericht door [slachtoffer].
Ik zal niet ademen voordat ik jou heb vermoord/gedood” niet goed is vertaald, maar de rechtbank heeft geen aanleiding te twijfelen aan de vertaling door de beëdigde tolk.
“als ik je niet te spreken krijg, ga ik erge dingen doen”, althans berichten van dergelijke (be)dreigende aard of strekking”,onvoldoende wettig en overtuigend bewezen kunnen worden verklaard. De rechtbank zal verdachte van dat gedeelte van het onder 3 ten laste gelegde vrijspreken.
BEWEZENVERKLARING
- een pistool, althans een op een (vuur)wapen gelijkend voorwerp, getoond en (duidelijk) zichtbaar aanwezig gehad aan/voor die [slachtoffer] en
- (daarbij) deze [slachtoffer] (in de Turkse taal) dreigend de woorden toegevoegd: “stap in de auto anders schiet ik je” en “ik ga jou vermoorden”, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en
- deze [slachtoffer] dreigend (in de Turkse taal) de woorden/tekst toegestuurd/toegezonden: “ik zal niet ademen voordat ik jou heb gedood” en/of “dit zal ons beider graf worden”, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking.
STRAFBAARHEID VAN HET FEIT
STRAFBAARHEID van de VERDACHTE
MOTIVERING VAN STRAF OF MAATREGEL
Het standpunt van het openbaar ministerie
Het standpunt van de verdediging
Het oordeel van de rechtbank
verminderd toerekeningsvatbaar .Met betrekking tot het gevaar voor recidive merken de deskundigen op dat hoewel de stoornis ‘an sich’ niet meer aanwezig is, de onderliggende persoonlijkheidskenmerken die betrokkene gevoelig hebben gemaakt voor de ontwikkeling van de aanpassingsstoornis nog steeds aanwezig zijn en maakt dat een herhaling niet uitgesloten kan worden als verdachte in een soortgelijke situatie geraakt en zich afgewezen voelt.
Vordering van de benadeelde partij
Beslissing
6 maanden, niet worden tenuitvoergelegd, tenzij de rechter later anders zal gelasten, omdat de verdachte zich vóór het einde van een proeftijd van 2 jaren:
- aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of
- geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht als bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen.
- de verdachte zich binnen 3 dagen na zijn invrijheidstelling / op eerste uitnodiging van de reclassering aldaar zal melden en zich vervolgens zal blijven melden zo frequent als reclassering dat gedurende de proeftijd nodig acht;
- de verdachte gedurende de proeftijd van 2 jaar op geen enkele wijze - direct of indirect - contact zal opnemen, zoeken of hebben met [slachtoffer], zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
- de verdachte zich gedurende de proeftijd van 2 jaar onder behandeling zal stellen van “De Tender”, ambulante forensische polikliniek te Deventer of soortgelijke ambulante forensische zorg op de tijden en plaatsen als door of namens die instelling aan te geven.