ECLI:NL:RBOVE:2013:1494

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
16 juli 2013
Publicatiedatum
19 juli 2013
Zaaknummer
08/760038-13
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in gewapende overval op winkel in Enschede

In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 16 juli 2013 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van een gewapende overval op een winkel in Enschede op 1 maart 2013. De officier van justitie had een gevangenisstraf van drie jaar en zes maanden geëist, maar de rechtbank sprak de verdachte vrij van het ten laste gelegde feit. De rechtbank oordeelde dat niet wettig en overtuigend bewezen kon worden dat de verdachte op de hoogte was van de plannen van zijn medeverdachten om de overval te plegen. Tijdens de zitting op 2 juli 2013 werd duidelijk dat de verdachte dacht dat hij naar Enschede ging om drugs te kopen, en niet om deel te nemen aan een gewapende overval. De rechtbank concludeerde dat er onvoldoende bewijs was voor een nauwe samenwerking tussen de verdachte en zijn medeverdachten bij de overval. De vorderingen van de benadeelde partijen werden afgewezen, omdat de verdachte werd vrijgesproken van de tenlastelegging. De rechtbank verklaarde de benadeelde partijen niet-ontvankelijk in hun vordering, aangezien er geen veroordeling was.

Uitspraak

Rechtbank Overijssel

Team strafrecht
Zittingsplaats Almelo
Parketnummer: 08/760038-13
Datum vonnis: 16 juli 2013
Vonnis (promis) op tegenspraak van de rechtbank Overijssel, meervoudige kamer voor strafzaken, rechtdoende in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedag] 1994 in [geboorteplaats],
wonende in [adres].

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 2 juli 2013. De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. K.J.L. de Valk en van hetgeen door de verdachte en diens raadsvrouw mr. A. Gerards, advocaat te Oldenzaal, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

Voluit luidt de tenlastelegging aan de verdachte, dat:
hij op of omstreeks 01 maart 2013 te Enschede tezamen en in vereniging met een
ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke
toe-eigening uit een winkel(pand) [winkel] (gelegen/gevestigd aan [adres])
heeft weggenomen één of meer playstationspel(len) en/of een hoeveelheid geld
en/of één of meer telefoon(s) en/of (een) sleutel(s), in elk geval enig goed,
geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2], in elk geval
aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke
diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of
bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2], gepleegd met het
oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om
bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de
vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of w bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte
en/of één of meer van zijn mededader(s)
-gewapend met vuurwapen, althans op een vuurwapen gelijkend voorwerp die
winkel zijn binnen gegaan en/of (vervolgens)
-dit vuurwapen, althans dit op een vuurwapen gelijkend voorwerp op die [slachtoffer 1]
en/of [slachtoffer 2] heeft/hebben gericht, althans op korte afstand van die [slachtoffer 1]
heeft/hebben getoond en/of voorgehouden en/of (vervolgens)
-die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] gedwongen een kantoor binnen te gaan en/of
(vervolgens)
-die [slachtoffer 1] (van achteren) bij de keel heeft/hebben gepakt en/of (vervolgens)
-de keel van die [slachtoffer 1] heeft/hebben dichtgeknepen, althans een wurggreep
om de hals van die [slachtoffer 1] heeft/hebben gelegd en/of (vervolgens)
-de polsen van die [slachtoffer 1] (met een verlengkabel, althans een snoer)
heeft/hebben vastgebonden en/of (vervolgens)
-de enkels van de [slachtoffer 1] (met een internetkabel, althans een kabel)
heeft/hebben vastgebonden en/of (vervolgens)
-de polsen en/of enkels van die [slachtoffer 2] (ook) heeft/hebben vastgebonden en/of
(vervolgens)
-die [slachtoffer 2] (terwijl deze weerloos en vastgebonden op de grond lag) één of
meer keer heeft/hebben geschopt en/of geslagen en/of (vervolgens)
-die [slachtoffer 1] (terwijl deze weerloos en vastgebonden op de grond lag) één of meer
keer in het gezicht, althans tegen het hoofd heeft/hebben geschopt en/of
(vervolgens)
-de winkel en/of het pand in bezit van één of meer telefoon(s) en/of één of
meer playstationspel(len) en/of een hoeveelheid geld en/of (een) sleutel(s)
heeft/hebben verlaten;
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 1 geen veroordeling mocht of zou
kunnen volgen, SUBSIDIAIR, terzake dat
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] op of omstreeks 01 maart
2013 te Enschede, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans
alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een winkel(pand)
(gelegen/gevestigd aan [adres])
heeft weggenomen één of meer playstationspel(len) en/of een hoeveelheid geld
en/of één of meer mobiele telefoon(s) en/of (een) sleutel(s), in elk geval
enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2], in
elk geval aan een ander of anderen dan aan die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2]
en/of [medeverdachte 3] en/of zijn mededader(s) en/of aan verdachte, welke
diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of
bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2], gepleegd met het
oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om
bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan (een) andere deelnemer(s)
van voormeld misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van
het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld
hierin bestond(en) dat verdachte en/of één of meer van zijn mededader(s)
-gewapend met vuurwapen, althans op een vuurwapen gelijkend voorwerp die
winkel zijn binnen gegaan en/of (vervolgens)
-dit vuurwapen, althans dit op een vuurwapen gelijkend voorwerp op die [slachtoffer 1]
en/of [slachtoffer 2] heeft/hebben gericht, althans op korte afstand van die [slachtoffer 1]
heeft/hebben getoond en/of voorgehouden en/of (vervolgens)
-die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] gedwongen een kantoor binnen te gaan en/of
(vervolgens)
-die [slachtoffer 1] (van achteren) bij de keel heeft/hebben gepakt en/of (vervolgens)
-de keel van die [slachtoffer 1] heeft/hebben dichtgeknepen, althans een wurggreep om de
hals van die [slachtoffer 1] heeft/hebben gelegd en/of (vervolgens)
-de polsen van die [slachtoffer 1] (met een verlengkabel, althans een snoer)
heeft/hebben vastgebonden en/of (vervolgens)
-de enkels van de [slachtoffer 1] (met een internetkabel, althans een kabel)
heeft/hebben vastgebonden en/of (vervolgens)
-de polsen en/of enkels van die [slachtoffer 2] (ook) heeft/hebben vastgebonden en/of
(vervolgens)
-die [slachtoffer 2] (terwijl deze weerloos en vastgebonden op de grond lag) één of
meer keer heeft/hebben geschopt en/of geslagen en/of (vervolgens)
-die [slachtoffer 1] (terwijl deze weerloos en vastgebonden op de grond lag) één of meer
keer in het gezicht, althans tegen het hoofd heeft/hebben geschopt en/of
(vervolgens)
-de winkel en/of het pand in bezit van één of meer telefoon(s) en/of één of
meer playstationspel(len) en/of een hoeveelheid geld en/of (een) sleutel(s)
heeft/hebben verlaten,
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte
op of omstreeks 01 maart 2013 te Enschede en/of elders in Nederland opzettelijk
gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk
behulpzaam is geweest door op de uitkijk te gaan staan en/of het vervoer
vanuit Duitsland naar het pand en/of winkel te verzorgen en/of het vervoer
vanaf het pand en/of de winkel naar elders te verzorgen, in elk geval door in
een personenauto die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] op te
wachten;

3.De vordering van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor het primair ten laste gelegde wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie jaar en zes maanden met aftrek van de periode die verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. De officier van justitie vordert voorts een bevel gevangenneming ter zitting.
De officier van justitie verzoekt de rechtbank om de civiele vordering van [slachtoffer 2] toe te wijzen tot een bedrag van € 1.250,- en de civiele vordering van [slachtoffer 1] tot een bedrag van € 1.442,50, in beide gevallen met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel

4.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

5.De beoordeling van het bewijs

5.1
De standpunten van de officier van justitie en de verdediging
De officier van justitie concludeert tot bewezenverklaring van het primair ten laste gelegde. Volgens hem is bewezen dat verdachte en zijn mededaders zich schuldig hebben gemaakt aan een diefstal met geweld. Zij hebben de slachtoffers gedwongen om een kantoorruimte in te gaan en hen met een vuurwapen bedreigd. Daarnaast hebben zij geweld gebruikt tegen de slachtoffers. Verdachte dient als medepleger te worden aangemerkt. Hij heeft met zijn auto de medeverdachten naar de smartshop gebracht, terwijl hij wist dat zij daar een gewapende overval zouden plegen. Volgens de officier van justitie kan het niet anders dan dat verdachte op de hoogte is geweest van de plannen van zijn mededaders om de smartshop te overvallen. De onderlinge rolverdeling zou in de auto uitvoerig zijn besproken.
Volgens de raadsvrouw dient verdachte van zowel het primair als het subsidiair tenlastegelegde te worden vrijgesproken. Er ontbreekt wettig en overtuigend bewijs om tot een veroordeling te komen. Uit de verklaring van verdachte en medeverdachte [medeverdachte 2] komt duidelijk naar voren dat verdachte niet op de hoogte was van de plannen van de medeverdachten om de smartshop te overvallen. [medeverdachte 2] is degene die verdachte benaderd heeft om hem en zijn vrienden naar Enschede te brengen. Van het besprokene in de auto heeft verdachte weinig meegekregen omdat de autoradio hard aanstond en [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] samen Russisch spraken.
5.2
De bewijsoverwegingen van de rechtbank
Op grond van de processtukken en het onderzoek ter terechtzitting is de rechtbank van oordeel dat
nietwettig en overtuigend bewezen kan worden dat er sprake is geweest van een bewuste en nauwe samenwerking tussen verdachte enerzijds en de medeverdachten anderzijds bij de overval op de smartshop. Evenmin kan worden bewezen dat verdachte hieraan medeplichtig is geweest. Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij af en toe softdrugs kocht van medeverdachte [medeverdachte 3], die ook in ruime kring bekend zou staan als (soft)drugsdealer. Verdachte zou er daarom ook niet in zekere mate rekening mee behoeven hebben te houden dat het doel een andere was dan om, zoals hem was verteld, in Enschede drugs te kopen – een daartoe niet ongebruikelijke plaats – maar om daar een diefstal met geweld te plegen. Hij verkeerde naar zijn zeggen in de veronderstelling dat er ook op 1 maart 2013 drugs ingekocht zou worden bij een coffeeshop in Enschede. Het ontbreekt aan voldoende wettig en overtuigend bewijs dat deze bewering van verdachte logenstraft. Daardoor kan niet bewezen worden dat de opzet van verdachte gericht was op het medeplegen van, of het behulpzaam zijn bij, de gewapende overval.
De rechtbank zal verdachte daarom vrijspreken van zowel het primair als het subsidiair ten laste gelegde.

6.De schade van benadeelden

6.1
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1]
De heer [slachtoffer 1], wonende te [adres], heeft zich voorafgaand aan het onderzoek op de zitting, op de wettelijk voorgeschreven wijze als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert veroordeling van de verdachte tot betaling van in totaal € 1.442,50. Deze schade bestaat uit de volgende posten:
  • iphone 5 met hoesje € 800,-
  • sloten vervangen winkel en huis € 142,50
  • winkeldeur glas vervangen € 280,-
  • gescheurde kabels HD en internet (geschat) € 50,-
  • tapijt vernield (geschat) € 100,-
  • playstion 3 spellen € 250,-
  • dagen winkel gesloten (geschat) € 100,-
Dit is gevorderd als “voorschot”. De rechtbank begrijpt dit als een vordering tot schadevergoeding van slechts een deel van de geleden schade. De benadeelde partij behoudt zich kennelijk het recht voor een ander deel van de schade buiten het strafgeding van verdachte te vorderen.
Ook heeft de benadeelde partij gevraagd een schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
De rechtbank is van oordeel dat de benadeelde partij [slachtoffer 1] niet-ontvankelijk moet worden verklaard in zijn vordering, nu verdachte van het primair en subsidiair tenlastegelegde feit wordt vrijgesproken.
6.2
De vordering van de benadeelde partij Bahçivan
De heer [slachtoffer 2], wonende te [adres], heeft zich voorafgaand aan het onderzoek op de zitting, op de wettelijk voorgeschreven wijze als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert veroordeling van de verdachte tot betaling van - in elk geval - een immateriële schade van € 2.750,-.
Dit is gevorderd als “voorschot”. De rechtbank begrijpt dit als een vordering tot schadevergoeding van slechts een deel van de geleden schade. De benadeelde partij behoudt zich kennelijk het recht voor een ander deel van de schade buiten het strafgeding van verdachte te vorderen.
Ook heeft de benadeelde partij gevraagd een schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
De rechtbank is van oordeel dat de benadeelde partij [slachtoffer 2] niet-ontvankelijk moet worden verklaard in zijn vordering, nu verdachte van het primair en subsidiair tenlastegelegde feit wordt vrijgesproken.

7.De beslissing

De rechtbank:
vrijspraak
- verklaart niet bewezen dat verdachte het primair of het subsidiair tenlastegelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
schadevergoeding
- verklaart de benadeelde partijen [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] niet-ontvankelijk in hun vordering.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Melaard, voorzitter, mr. F.C. Berg en mr. B.J.T. Bouma, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.H. Falkmann-Herber, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 16 juli 2013.
Buiten staat
Mr. Berg is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.