Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het procesverloop
2.De feiten
Veroordeelt de gedaagde partij terzake van schadevergoeding aan de eisende partij te betalen een bedrag van € 2915,50 per maand, voor elke maand dat de gedaagde partij in gebreke blijft het gehuurde te ontruimen en ter beschikking van de eisende partij te stellen, zulks met ingang van heden tot aan het tijdstip dat de eisende partij het gehuurde onder dezelfde voorwaarden aan een ander heeft verhuurd, echter ten hoogste tot en met
“dat ook na oplevering van het perceel de lopende huurtermijnen tot einde huurovereenkomst, dan wel opnieuw verhuur van het perceel, betaald dient te worden”.
3.Het geschil
4.De beoordeling
voor zover de huurder in gebreke blijft te ontruimen”per vergissing is gevorderd.