ECLI:NL:RBOVE:2013:1435

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
12 juli 2013
Publicatiedatum
15 juli 2013
Zaaknummer
C/08/139836 / KG ZA 13-202
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van vorderingen in kort geding betreffende hypothecaire betalingen en verkoop echtelijke woning

In deze zaak, behandeld door de voorzieningenrechter van de Rechtbank Overijssel, heeft eiseres, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. R.E. Schepers, vorderingen ingesteld tegen gedaagde, die niet is verschenen. De zaak betreft een kort geding waarin eiseres vorderingen heeft gedaan met betrekking tot achterstallige betalingen aan ABN Amro Bank en de verkoop van de echtelijke woning na hun echtscheiding. De voorzieningenrechter heeft de zaak behandeld op 5 juli 2013 en het vonnis is uitgesproken op 12 juli 2013.

Eiseres vorderde onder andere dat gedaagde binnen drie dagen na betekening van het vonnis de achterstallige betalingen aan de bank zou voldoen en dat hij zou meewerken aan de verkoop van de echtelijke woning. De voorzieningenrechter heeft echter geoordeeld dat de vorderingen onvoldoende zijn geconcretiseerd en onderbouwd. De vorderingen waren niet specifiek genoeg omschreven, waardoor de tenuitvoerlegging problematisch zou kunnen zijn. Eiseres had niet duidelijk gemaakt welke bedragen gedaagde aan de bank moest betalen en hoe deze bedragen waren berekend.

Daarnaast was de vordering om gedaagde te verplichten mee te werken aan de verkoop van de woning te vaag, omdat termen als 'nader te bepalen' en 'nader te benoemen' werden gebruikt. Hierdoor was het onduidelijk wie de prijs zou bepalen en wanneer de makelaar zou worden benoemd. Gezien deze onduidelijkheden heeft de voorzieningenrechter besloten de vorderingen van eiseres af te wijzen, omdat deze niet voldeden aan de eisen van een behoorlijke rechtspleging.

De voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat de vorderingen van eiseres niet toewijsbaar zijn en heeft deze afgewezen. Dit vonnis is uitgesproken in het openbaar, in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Almelo
zaaknummer: C/08/139836 / KG ZA 13-202
datum vonnis: 12 juli 2013 (ib)
Vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Overijssel, rechtdoende in kort geding, in de zaak van:
[eiseres],
wonende te [woonplaats],
eiseres,
advocaat: mr. R.E. Schepers te Enschede,
tegen
[gedaagde],
wonende te[woonplaats],
gedaagde, niet verschenen.

1.Het procesverloop

De zaak is behandeld ter terechtzitting van 5 juli 2013. Ter zitting zijn verschenen: eiseres en haar advocaat mr. Schepers. Gedaagde is niet verschenen. De wettelijke betekenings-voorschriften zijn in acht genomen. Tegen gedaagde is verstek verleend. Eiseres heeft gevorderd als vermeld in de dagvaarding. Het vonnis is bepaald op vandaag.

2.De vordering

Eiseres vordert dat de voorzieningenrechter bij vonnis, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
Primair:
I. bepaalt dat gedaagde, uiterlijk binnen drie dagen na betekening van het in dezen te wijzen vonnis, de achterstallige betalingen aan ABN Amro Bank dient te hebben voldaan alsmede dat hij iedere maand voor de achtentwintigste de gehele hypothecaire rentelast, (volgens eiseres een bedrag van € 744,00 per maand), aan ABN Amro Bank voldoet, bij gebreke waarvan eiseres aan de deurwaarder de opdracht kan en mag geven het bedrag in kwestie op gedaagde te verhalen of te incasseren en daarbij te bepalen dat de te maken executiekosten geheel voor rekening van gedaagde komen, dit alles onder veroordeling van een dwangsom van € 100,-- per dag voor iedere dag waarop gedaagde met het verrichten van enige betaling in gebreke blijft, te rekenen vanaf de dag waarop het te wijzen vonnis in dezen aan gedaagde is betekend;
II. gedaagde veroordeelt mee te werken aan de verkoop van de echtelijke woning, gelegen aan de [adres] te [plaats], kadastraal bekend gemeente [X],[XXXX], één en ander tegen een nog nader te bepalen prijs en nog nader te benoemen makelaar, en indien gedaagde niet meewerkt aan het te koop zetten van de echtelijke woning, eiseres te machtigen danwel vervangende toestemming te verlenen om een nader te benoemen makelaar de opdracht te geven de woning te koop te zetten tegen een nader te bepalen prijs;
Subsidiair:
III. een zodanige beslissing neemt die de voorzieningrechter in dezen geraden acht;
Primair en subsidiair:
IV. gedaagde veroordeelt in de kosten van dit geding;
V. zomede met voorwaardelijke veroordeling van gedaagde in de wettelijke rente over de uit te spreken kostenveroordeling, indien en voor zover betaling van de proceskosten niet binnen twee dagen na betekening van het ten dezen te wijzen vonnis heeft plaatsgevonden.
2.1
Eiseres heeft -samengevat- het volgende aan haar vorderingen ten grondslag gelegd.
Partijen zijn op 10 december 2010 in gemeenschap van goederen met elkaar gehuwd.
2.3
Bij beschikking van 12 december 2012 is de echtscheiding tussen partijen uitgesproken. Partijen hebben over de gevolgen van de echtscheiding afspraken gemaakt, welke afspraken zij hebben laten vastleggen in onder meer een echtscheidingsconvenant. Het convenant maakt deel uit van de echtscheidingsbeschikking en is aan die beschikking gehecht.
Op 11 januari 2013 is de echtscheidingsbeschikking ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand.
2.4
Artikel 3 van het echtscheidingsconvenant luidt - voor zover thans van belang - als volgt:
3.1
Tot de huwelijkse gemeenschap van partijen behoort de onroerende zaakstaande en gelegen aan de [adres] te ([postcode]) [plaats].
3.2
Op de in artikel 3.1 genoemde onroerende zaak rust een schuld uit hoofdevan hypothecaire geldlening, afgesloten bij ABN AMRO Bank. De restant hoofdsomvan deze hypothecaire geldlening bedraagt € 169.016,00.
3.3 Partijen hebben een makelaar opdracht gegeven de verkoop van de in ditartikel genoemde onroerende zaak ter hand te nemen. Partijen zullen de vraagprijs inonderling overleg bepalen. Partijen zullen de bodemprijs in onderling overlegverminderen, wanneer na enige tijd mocht blijken dat verkoop voor die prijs nietmogelijk is.
(…)
3.4
De man zal in de woning blijven wonen totdat deze geleverd is aan derden.De man is geen vergoeding per maand aan de vrouw verschuldigd voor het gebruikvan haar onverdeelde helft in de woning.
3.5.
Met betrekking tot de eigenaarslasten van de echtelijke woning zijn partijen overeengekomen dat:- de hypotheekrente tot het moment van verkoop en levering voor rekening van de man komt;- de aanslag WOZ, de opstalverzekering en onderhoudslasten, alsmede overige gebruikerslasten voor rekening komen van de man.
Op het woonhuis aan de [adres] te [plaats] (hierna: de woning) rusten twee hypotheken. Partijen zijn hoofdelijk aansprakelijk voor beide leningen.
2.6
Gedaagde komt zijn betalingsverplichtingen jegens de hypotheeknemer al enige tijd niet na. Op 20 december 2012 bedroeg de achterstand € 6.171,79. De woning staat nog altijd niet te koop. De hypotheeknemer heeft eiseres kenbaar gemaakt jegens haar incassomaatregelen te zullen treffen. Gedaagde heeft niet gereageerd op een sommatie van (de advocaat van) eiseres. Gedaagde heeft vermoedelijk al vanaf april 2012 de hypotheekrente niet meer voldaan, zodat de achterstand thans vermoedelijk een bedrag ad € 10.820,-- bedraagt.

3.De overwegingen

De voorzieningenrechter overweegt als volgt.
3.1
Een eisende partij dient duidelijk te omschrijven wat zij wil dat de voorzieningenrechter jegens een gedaagde beslist. Voorts moet de eis zo zijn ingericht dat de tenuitvoerlegging daarvan, mocht zij worden toegewezen, niet op voorspelbare problemen stuit, bijvoorbeeld omdat de te verrichten prestatie onvoldoende is omschreven.
3.2
Met dit kort geding beoogt eiseres gedaagde tot betaling te laten veroordelen. De eisen van een behoorlijke rechtspleging brengen mee, dat de eisende partij in het petitum van de dagvaarding de hoogte van de door gedaagde te betalen geldsom(men) vermeldt, en in het lichaam van de dagvaarding uiteenzet hoe dat bedrag of die bedragen zijn berekend.
3.3
Eiseres heeft haar vorderingen onvoldoende geconcretiseerd en onderbouwd. In het petitum van de dagvaarding ontbreken duidelijke en bepaalde vorderingen. Zo is onvoldoende geconcretiseerd welke achterstallige bedragen gedaagde dient te voldoen aan ABN Amro Bank. In het lichaam van de dagvaarding worden weliswaar enkele bedragen genoemd, doch eiseres baseert die bedragen (zoals zij ook zelf stelt) op vermoedens.
Daarbij neemt de voorzieningenrechter in aanmerking dat eiseres, als hoofdelijk debiteur, bij ABN Amro Bank kan informeren naar een eventuele achterstand in de betaling van hypotheeklasten.
3.4
De in het petitum onder I omschreven vordering is bovendien op een zodanige wijze ingericht, dat zij bij tenuitvoerlegging tot problemen kan leiden. Zo is onvoldoende duidelijk wat eiseres voor ogen heeft voor het geval gedaagde de (achterstallige) betalingen niet voldoet aan ABN Amro Bank. Onduidelijk blijft of de deurwaarder een door hem geïncasseerd bedrag dient af te dragen aan ABN Amro Bank of aan eiseres. Tevens blijft onduidelijk of het om een achterstand in één of in beide hypotheken gaat.
Bij zoveel onduidelijkheid dient een veroordeling op straffe van verbeurte van een dwangsom achterwege te blijven.
3.5
Ook het gevorderde onder II in het petitum is naar het oordeel van de voorzieningenrechter te weinig specifiek omschreven. Eiseres hanteert in het petitum meer dan eens termen als “nader te bepalen” en “nader te benoemen”. Onduidelijk blijft wie op welk moment een prijs bepaalt of een makelaar benoemt. Ook de door eiseres gevraagde machtiging is te onbepaald om voor toewijzing in aanmerking te komen.
Gelet op het bovenstaande komt de voorzieningenrechter dan ook tot de slotsom dat de vorderingen moeten worden afgewezen.

4.De beslissing

De voorzieningenrechter:
Wijst af de vorderingen van eiseres.
Dit vonnis is gewezen te Almelo door mr. A.E. Zweers, voorzieningenrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 12 juli 2013, in tegenwoordigheid van de griffier.