Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
[eiser],
Het procesverloop
De beoordeling van het geschil en de motivering van de beslissing
Het huis is geleverd en de hypothecaire inschrijving is geroyeerd.
In november 2012 is in opdracht van de bank executoriaal beslag gelegd op de uitkering die [eiser] ontvangt van de gemeente [woonplaats].
Namens de bank sommeerde de deurwaarder bij brief van 2 april 2009 [eiser] tot betaling van het restant van de lening ad (inclusief rente en kosten) € 52.327,51.
Bij exploit van 11 mei 2009 betekende de deurwaarder de in executoriale vorm uitgegeven grosse van de notariële akte van geldlening aan [eiser] en deed bevel tot betaling van (inclusief rente en kosten) € 54.426,15.
In 2009 is gecorrespondeerd tussen (de raadsman van) [eiser] en de bank.
Uit het overzicht van BKR van 14 januari 2010 blijkt dat de hypotheek € 0,-- bedraagt.
De omstandigheid dat de bank jaren heeft gewacht met het incasseren van haar vordering, brengt niet mee dat die vordering niet meer zou bestaan en is daarvoor ook geen aanwijzing.