ECLI:NL:RBOVE:2013:1239

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
26 juni 2013
Publicatiedatum
4 juli 2013
Zaaknummer
13/307
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Rechters
  • mr. Bordenga
  • mr. Venekatte
  • mr. Flos
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Klaagschrift beslag gegrond verklaard wegens gebrek aan voortvarendheid behandeling hoofdzaak door OM

In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 26 juni 2013 uitspraak gedaan in een klaagschrift dat was ingediend door klager, die in de P.I. Achterhoek te Zutphen verblijft. Het klaagschrift, gedateerd 19 maart 2013, was ingediend door mr. A.R. Maarsingh, advocaat te Deventer, en betrof een beslag dat was gelegd op een personenauto, merk Seat, type Leon, op grond van artikel 94 van het Wetboek van Strafvordering. Klager klaagde over het uitblijven van een last tot teruggave van de auto, die op 14 juni 2012 in beslag was genomen. De rechtbank heeft de procedure behandeld op een openbare zitting op 12 juni 2013, waarbij de officier van justitie, klager en zijn raadsman aanwezig waren. Ook een belanghebbende, geboren op 13 oktober 1975 te Tbilisi, was aanwezig.

De raadsman van klager stelde dat de rechtbank in een eerdere beschikking had geoordeeld dat het strafvorderlijk belang zich niet tegen teruggave verzet, terwijl de officier van justitie het tegenovergestelde betoogde. De rechtbank heeft vastgesteld dat er bijna twaalf maanden waren verstreken sinds de inbeslagname en dat er geen zicht was op een inhoudelijke behandeling van de zaak. De rechtbank concludeerde dat het openbaar ministerie geen controle uitoefende op de voortgang van de zaak, wat leidde tot de conclusie dat het belang van strafvordering niet langer het voortduren van het beslag vorderde.

Uiteindelijk heeft de rechtbank het klaagschrift gegrond verklaard en gelast de teruggave van de in beslag genomen auto aan klager. Deze beslissing werd genomen door de meervoudige raadkamer, bestaande uit mr. Bordenga, mr. Venekatte en mr. Flos, en werd openbaar uitgesproken op 26 juni 2013.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team strafrecht
Zittingsplaats Almelo
Klaagschriftnummer: 13/307
Beschikking van de meervoudige raadkamer op het klaagschrift, op grond van artikel artikel 552a van het wetboek van strafvordering (Sv) van:
[klager],
geboren op [geboortedag] in [geboortedag] [geboorteland],
wonende in [woonplaats], aan het [adres],
nu verblijvende in de P.I. Achterhoek te Zutphen,
verder te noemen: klager.

1.Het verloop van de procedure

Het klaagschrift, gedateerd 19 maart 2013, is op 20 maart 2013 op de griffie van de rechtbank ontvangen. Het is ingediend namens klager, door mr. A.R. Maarsingh, advocaat te Deventer.
Het klaagschrift is ingediend door klager, onder wie het beslag is gelegd.
Het klaagschrift betreft een op grond van artikel 94 Sv gelegd beslag op een personenauto, merk Seat, type Leon, kenteken [kenteken] (verder: auto).
Zakelijk weergegeven wordt geklaagd over het uitblijven van een last tot teruggave.
Het klaagschrift is behandeld op de openbare zitting van de raadkamer van 12 juni 2013.
Bij de behandeling zijn de officier van justitie, klager en de raadsman gehoord.
Tevens is verschenen als belanghebbende: [belanghebbende], geboren op 13 oktober 1975 te Tbilisi, wonende te [woonplaats], [adres].
De rechtbank heeft kennis genomen van het door de officier van justitie overgelegde dossier van de strafzaak tegen klager, in welke strafzaak de inbeslagneming heeft plaatsgevonden.
De rechtbank heeft ook kennisgenomen van een beschikking van de rechtbank Almelo d.d. 5 december 2012 waarin de rechtbank het door [belanghebbende] ingediende bezwaarschrift ongegrond heeft verklaard.

2.De standpunten van de raadsman en de officier van justitie

De raadsman stelt zich op het standpunt dat de rechtbank bij beschikking van 5 december 2012 heeft bepaald dat zich niet het geval voordoet dat buiten redelijke twijfel is dat [belanghebbende] als eigenaar van de auto moet worden aangemerkt, zodat de rechtbank daarmee impliciet heeft geoordeeld dat het strafvorderlijk belang zich niet tegen teruggave verzet.
Klager was ten tijde van de inbeslagname houder en dus bezitter van de auto, waardoor hij geacht wordt eigenaar te zijn.
Het standpunt van de officier van justitie luidt samengevat dat het belang van strafvordering zich verzet tegen teruggave en dat het klaagschrift ongegrond dient te worden verklaard. De inbeslagneming is rechtmatig, klager is recidivist op het gebied van het rijden met een ongeldig verklaard rijbewijs en ter zitting zal te zijner tijd de verbeurdverklaring van de auto worden gevorderd.
De belanghebbende stelt dat de auto op zijn naam staat en hij, ondanks het rustende beslag op de auto, de verkoopprijs inmiddels heeft voldaan aan klager.

3.De bevoegdheid van de rechtbank

De rechtbank Overijssel is bevoegd van het klaagschrift kennis te nemen.

4.De ontvankelijkheid

Het klaagschrift is ontvankelijk.

5.De beoordeling

Op grond van de stukken en de behandeling op de zitting stelt de rechtbank het volgende vast.
Maatstaf
Het beklag richt zich tegen een beslag dat is gelegd op grond van artikel 94 Sv. De rechtbank dient daarom a) te beoordelen of het belang van strafvordering het voortduren van het beslag vordert, en zo neen, b) de teruggave van het inbeslaggenomen voorwerp aan de beslagene te gelasten, tenzij een ander redelijkerwijs als rechthebbende ten aanzien van dat voorwerp moet worden beschouwd. In dat laatste geval moet het beklag ongegrond worden verklaard.
Het belang van strafvordering
Op 14 juni 2012 rijdt klager in de auto over de Rijksweg A35 te Enschede. Blijkens het proces-verbaal van de politie zou de auto volgens het CBR register te naam zijn gesteld van klager en zou klager beschikken over een ongeldig verklaard rijbewijs.
Op grond van vorenstaande is op 14 juni 2012 op grond van artikel 94 Sv onder klager beslag gelegd op de auto.
Het proces-verbaal, opgemaakt op 12 juli 2012, is op 16 augustus 2012 ten parkette binnengekomen. Wegens het ontbreken van een parketnummer op de omslag van de zaak en op de stukken die zich in het dossier van klager en van belanghebbende bevinden, moet het ervoor worden gehouden dat deze zaak niet is ingeschreven op het parket.
Inmiddels zijn bijna twaalf maanden verstreken sedert de inbeslagname van de auto.
Nadat op 5 december 2012 al tevergeefs aan de officier van justitie was gevraagd om een zittingsdatum, is ook op dit moment nog geen zicht op de inhoudelijke behandeling van de zaak waarin de inbeslagname is gedaan.
Uit de voorliggende stukken moet geconcludeerd worden dat de zaak nog immer niet is ingeschreven op het parket. Op welke wijze ten parkette controle plaatsvindt op de voortgang van de zaak is om die reden onduidelijk. In casu betreft het een zeer eenvoudige zaak met een uiterst summier proces-verbaal. Gelet op die omstandigheid én op het ontbreken van een parketnummer lijkt het erop dat - nu de zaak nog steeds stilligt - er geen enkele controle plaatsvindt. Het openbaar ministerie heeft gesteld dat het belang van strafvordering zich tegen teruggave verzet, met als onderbouwing dat het niet hoogst onwaarschijnlijk is dat de strafrechter, later oordelend, de verbeurdverklaring van de auto zal bevelen.
Nu een jaar na het geconstateerde feit er nog geen sprake is van een zittingsdatum en er op dit moment zelfs nog geen inschrijving van de zaak heeft plaatsgevonden, kan niet gezegd worden dat het niet hoogst onwaarschijnlijk is dat de strafrechter, later oordelend, de verbeurdverklaring zal bevelen. Het bezwaarschrift wordt om die reden gegrond verklaard en de rechtbank gelast de teruggave van de auto aan beslagene.

6.De beslissing

De rechtbank verklaart het klaagschrift gegrond en gelast de teruggave van de in beslag genomen auto aan klager.
Deze beschikking is gegeven door mr. Bordenga, voorzitter, mr. Venekatte en mr. Flos, rechters, in tegenwoordigheid van Klaassen, griffier, ondertekend door de voorzitter en de griffier en in het openbaar uitgesproken op 26 juni 2013.