Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
in de vrijwaringszaak: C/08/130872 ha za 12-289
datum vonnis: 5 juni 2013
mr. Jacques Aloysius Dominicus Maria Daniëls q.q.,
en
mr. Arien Camiel Huisman q.q.,kantoorhoudende te Enschede,
beiden handelend in hun hoedanigheid van curator in het faillissement van
eiser in vrijwaring,
verder te noemen [eiser in vrijwaring],
tegen
[gedaagde sub 1 in vrijwaring],
wonende te [woonplaats],
[gedaagde sub 2 in vrijwaring],wonende te [woonplaats],
gedaagden in vrijwaring,
1.Het procesverloop
- de dagvaarding,
- de conclusie van antwoord,
- de conclusie van repliek,
- de conclusie van dupliek,
- een akte uitlating producties.
- het incidenteel vonnis d.d. 4 juli 2012, waarbij de rechtbank [gedaagde] heeft toegelaten om Wünsch en Mollink in vrijwaring te dagvaarden tegen 15 augustus 2012,
- de dagvaarding in vrijwaring,
- de conclusie van antwoord in vrijwaring,
- de conclusie van repliek in vrijwaring, tevens conclusie tot vermeerdering van eis,
- de conclusie van dupliek in vrijwaring.
2.De feiten
fl. 1.052.633,00 bedroeg op basis van herbouwwaarde, en fl. 219.000,- op basis van verkoopwaarde.
een schadevergoeding uit te keren op basis van de herbouwwaarde van het horecacomplex, terwijl [gedaagde] feitelijk niet als opdrachtgever voor de herbouw zou fungeren.
7 november 2002, 2 december 2002, 2 januari 2003, 3 februari 2003, 3 maart 2003 en op
1 april 2003 heeft East Estate, een vennootschap van [N], zes betalingen van telkens € 1.508,82 (in totaal € 9.052,92) aan [gedaagde] betaald.
3.De standpunten van partijen
East Estate aan [gedaagde] bewust zijn gedaan namens Bouwbeheer. Op grond van dat oordeel heeft het hof de desbetreffende vorderingen van de curatoren afgewezen. Curatoren stellen nu dat aan dit arrest geen kracht van gewijsde toekomt, en vorderen in dit geding alsnog de door het hof bij arrest van 19 april 2011 afgewezen bedragen.
19 april 2011 is door geen van de betrokken partijen een rechtsmiddel ingesteld. Deze uitspraak is daarom voor alle partijen onherroepelijk. Het hof heeft daarin uitdrukkelijk overwogen dat curatoren niet, althans niet voldoende gemotiveerd, hebben gesteld dat de onderhavige betalingen zijn gedaan namens Bouwbeheer. De vordering van curatoren op dit punt is door het hof afgewezen als onvoldoende onderbouwd. Het arrest is vervolgens in kracht van gewijsde gegaan. Curatoren kunnen hun bij dat arrest afgewezen vorderingen niet opnieuw instellen.
4.De vorderingen
5.De beoordeling
(vgl. HR 11 maart 2011, LJN: BO9549).
5.4. Het hof heeft in het onderhavige arrest van 19 april 2011 overwogen dat de curatoren niet, of niet voldoende gemotiveerd, hebben gesteld dat, en zo ja op welke grond, de betaling van Ferteco aan [gedaagde] van € 75.000,- zou zijn toe te rekenen aan Bouwbeheer. Hetzelfde geldt voor de (rente-)betalingen door East Estate.
East Estate geacht moeten worden te zijn gedaan door of namens Bouwbeheer.
6.De beslissing
(Tarief IV, twee punten) voor salaris van zijn advocaat.
[gedaagden in vrijwaring] tot deze uitspraak begroot op € 821,- voor verschotten (vast recht) en op 1.786,- (Tarief IV, twee punten) voor salaris van hun advocaat.