ECLI:NL:RBONE:2013:BZ6655

Rechtbank Oost-Nederland

Datum uitspraak
21 februari 2013
Publicatiedatum
22 juni 2013
Zaaknummer
05-703011-10 [P]
Instantie
Rechtbank Oost-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Diefstal met een gestolen bankpas door verdachte en haar partner

In deze strafzaak heeft de Rechtbank Oost-Nederland op 21 februari 2013 uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die samen met haar partner betrokken was bij de diefstal van duizenden euro's van haar schoonmoeder. De verdachte heeft, nadat haar partner de bankpas van zijn moeder had gestolen, meerdere keren geld opgenomen met deze gestolen bankpas. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal door met de gestolen bankpas geldbedragen van de bankrekening van haar schoonmoeder te pinnen, alsook door goederen aan te schaffen met deze pas. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 140 uren, met de voorwaarde dat bij niet-nakoming vervangende hechtenis van 70 dagen zal worden opgelegd. De rechtbank heeft in haar overwegingen rekening gehouden met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan, en de persoon van de verdachte. De officier van justitie had een voorwaardelijke werkstraf geëist, en de rechtbank heeft deze eis gehonoreerd, mede omdat de aangeefster geen strafrechtelijke sanctie wenste. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van andere ten laste gelegde feiten die niet bewezen konden worden. De uitspraak is gedaan in het kader van de artikelen 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht, die betrekking hebben op diefstal door twee of meer verenigde personen.

Uitspraak

RECHTBANK OOST-NEDERLAND
Afdeling Strafrecht
Zittingslocatie Arnhem, zitting houdende te Utrecht
parketnummer: 05-703011-10 [P]
vonnis van de meervoudige kamer d.d. 21 februari 2013
in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1972] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats] aan de [adres].
1 Onderzoek van de zaak
Het onderzoek ter terechtzitting heeft plaatsgevonden op 7 februari 2013. De verdachte is niet ter terechtzitting verschenen. Haar gemachtigde raadsvrouw, mr. N. Smeets, advocaat te Utrecht, heeft ter terechtzitting namens verdachte het woord ter verdediging gevoerd.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen de raadsvrouw naar voren heeft gebracht.
2 De tenlastelegging
De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1: door met een gestolen bankpas geldbedragen bij geldautomaten geld te pinnen, al dan niet samen met een ander ongeveer € 10.000,00 heeft gestolen, dan wel heeft witgewassen;
feit 2: door met voornoemde bankpas in winkels goederen af te rekenen, al dan niet samen met een ander geldbedragen heeft gestolen dan wel heeft witgewassen;
feit 3: door geld van de bankrekening van [benadeelde] over te schrijven naar voornoemde
bankpas als chiptegoed en dit chiptegoed vervolgens te besteden, al dan niet samen
met een ander geldbedragen heeft gestolen van [benadeelde].
3 De voorvragen
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
4 De waardering van het bewijs
4.1 Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten heeft begaan, voor zover deze feiten zien op de - zakelijk weergegeven - diefstal in vereniging.
4.2 Het standpunt van de verdediging
De verdediging is van mening dat de rechtbank tot een bewezenverklaring kan komen van de door de officier van justitie genoemde feiten.
4.3 Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten heeft begaan, voor zover deze zien op de gekwalificeerde diefstal.
Aangezien de gemachtigde raadsvrouw ter terechtzitting heeft aangegeven dat verdachte de betreffende ten laste gelegde feiten bekent en de verdediging niet een vrijspraak heeft bepleit, volstaat de rechtbank -met toepassing van het bepaalde in artikel 359, derde lid, laatste volzin, van het Wetboek van Strafvordering- met een opsomming van de bewijsmiddelen.
Feit 1 en feit 2:
1. Het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde] d.d. 3 maart 2010, met bijlagen;
2. Het proces-verbaal van bevindingen met bijlagen, opgemaakt d.d. 20 april 2010;
3. Het proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte] d.d. 3 mei 2010;
4. Het proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte] d.d. 4 mei 2010;
5. Het proces-verbaal van verhoor van verdachte, afgelegd bij de politie d.d. 6 mei 2010;
Feit 3:
De rechtbank acht het onder 3 ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen gelet op de hiervoor onder 1, 2, 3, 4 en 5 vermelde bewijsmiddelen alsmede:
6. Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 11 november 2010.
5 De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van hetgeen hiervoor is vastgesteld en overwogen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
1.
op tijdstippen in februari 2010 te Cuijk en Beuningen en Arnhem en Nijmegen en Boxmeer en Gennep en Elst, gemeente Overbetuwe, tezamen en in vereniging met een ander, telkens met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening middels bankautomaten van bankrekening met nummer [rekeningnummer] ten name van [benadeelde] heeft weggenomen geldbedragen, totaal ongeveer 10.000,00 euro, toebehorende aan [benadeelde], waarbij verdachte en verdachtes mededader zich het weg te nemen goed onder hun bereik hebben gebracht door middel van een valse sleutel, te weten door telkens met een gestolen bankpas behorende bij ABN Amro bank rekening [rekeningnummer] ten name van [benadeelde] en het intoetsen van de bijbehorende pincode bij een aantal geldautomaten geldbedragen te pinnen;
2.
op tijdstippen in februari 2010 in Oss en Wijchen en Katwijk, tezamen en in vereniging met een ander, telkens met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening van een ABN Amro bankrekening met nummer [rekeningnummer] ten name van [benadeelde] heeft weggenomen een aantal geldbedragen, middels een aantal bankautomaten, te weten:
- een betaalautomaat bij [naam] een geldbedrag van 184,85 euro en
- een betaalautomaat bij [naam] een geldbedrag van 139,95 euro en
- een betaalautomaat bij Phone House Oss, een geldbedrag van 292,42 euro en
- een betaalautomaat bij de Vrije Markt Cuijk een geldbedrag van 505,00 euro en
- een geldautomaat bij de Vrije Markt Cuijk een geldbedrag van 1505,00 euro en
- een betaalautomaat bij de Vrije Markt Cuijk een geldbedrag van 1705,00 euro,
toebehorende aan [benadeelde], waarbij verdachte en diens medeverdachte zich het weg te nemen goed onder hun bereik hebben gebracht door middel van een valse sleutel, te weten door bij [naam] en The Phone House en op de vrije markt voor voormelde bedragen goederen te kopen en vervolgens die goederen te betalen middels een betaalautomaat, met een van [benadeelde] gestolen ABN Amro bankpas behorende bij rekeningnummer [rekeningnummer] middels het intoetsen van de daarbij behorende pincode;
3.
op tijdstippen in februari 2010 in Nederland, tezamen in vereniging met een ander, telkens met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening, heeft weggenomen geldbedragen, totaal ongeveer 1679,-- euro van een bankrekening ten name van [benadeelde] met nummer [rekeningnummer], toebehorende aan [benadeelde], waarbij verdachte en verdachtes mededader zich het weg te nemen goed onder hun bereik hebben gebracht door middel van een valse sleutel, te weten verdachte en/of verdachtes mededader met een van [benadeelde] gestolen bankpas en bijbehorende pincode naar een zogenaamd chipoplaadpunten is/zijn gegaan en vervolgens geldbedragen heeft/hebben overgeschreven van voormelde bankrekening naar het chiptegoed van voormelde gestolen bankpas, waardoor verdachte en verdachtes mededader de beschikking over die geldbedragen kregen en vervolgens die geldbedragen ten eigen nutte hebben besteed.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
6 De strafbaarheid
6.1 De strafbaarheid van de feiten
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
Het bewezenverklaarde levert de navolgende strafbare feiten op:
feit 1, 2 en 3: telkens: diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de
schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door
middel van valse sleutels, meermalen gepleegd.
6.2 De strafbaarheid van verdachte
Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die haar strafbaarheid uitsluit.
7 De strafoplegging
7.1 De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft op grond van hetgeen zij bewezen heeft geacht gevorderd aan verdachte op te leggen een geheel voorwaardelijke werkstraf voor de duur van 140 uur subsidiair 70 dagen hechtenis.
7.2 Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft bepleit verdachte met toepassing van artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht geen straf of maatregel op te leggen gelet op de persoonlijkheid van verdachte en de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan.
7.3 Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de op te leggen straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van de verdachte.
Verdachte heeft zich, nadat haar partner de bankpas van zijn moeder had gestolen, samen met haar partner schuldig gemaakt aan diefstal van duizenden euro’s van haar schoonmoeder, door met voornoemde bankpas meerdere keren geld op te nemen, te pinnen dan wel te chippen.
Verdachte heeft met de bewezenverklaarde feiten aangetoond geen respect te hebben voor andermans eigendommen. De rechtbank rekent dit verdachte aan.
Met betrekking tot de persoon van verdachte heeft de rechtbank gelet op een Uittreksel Justitiële Documentatie van verdachte d.d. 29 november 2012, waaruit blijkt dat zij niet eerder is veroordeeld ter zake van soortgelijke feiten als thans bewezen zijn verklaard.
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank overeenkomstig het bepaalde in artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht, rekening gehouden met de omstandigheid dat verdachte op 20 april 2010 is veroordeeld door de Politierechter te Amsterdam en nu opnieuw wordt schuldig verklaard aan de misdrijven die voor de hierboven genoemde datum zijn gepleegd.
De rechtbank neemt voorts in haar strafmaat mee dat de feiten circa drie jaar geleden zijn begaan.
Alles overziende acht de rechtbank de door de officier van justitie gevorderde voorwaardelijke werkstraf voor de duur van 140 uur subsidiair 70 dagen hechtenis passend. De rechtbank neemt hierbij in aanmerking dat aangeefster, de moeder van verdachte’s partner, uitdrukkelijk te kennen heeft gegeven dat een schuldbekentenis is getekend en voor haar geen strafrechtelijke sanctie hoeft te volgen. De rechtbank hoopt dat verdachte door het opleggen van voornoemde voorwaardelijke straf ervan wordt weerhouden opnieuw soortgelijke strafbare feiten te begaan.
8 De wettelijke voorschriften
De beslissing berust op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 57, 63, 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.
9 De beslissing
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
De rechtbank:
Verklaart bewezen dat verdachte het onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
feit 1, 2 en 3: telkens: diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de
schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door
middel van valse sleutels, meermalen gepleegd.
Veroordeelt verdachte tot een taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid, van 140 uren, met bevel, voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren heeft verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast van 70 dagen.
Beveelt dat deze straf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij verdachte zich voor het einde van de op 2 jaren bepaalde proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit.
Dit vonnis is gewezen door mr. A. van Maanen, voorzitter, mr. J. Ebbens en
mr. A.M.M.E. Doekes-Beijnes, rechters, in tegenwoordigheid van
mr. D.A. Groenevelt-Timmer, griffier, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op
21 februari 2013.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan bovenbedoelde gedagvaarde persoon wordt tenlastegelegd dat
1.
zij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de maand februari 2010 te
Malden, gemeente Heumen, in elk geval in de gemeente Heumen en/of in de
gemeente Oss en/of te Cuijk en/of te Beuningen en/of te Arnhem en/of te
Nijmegen en/of te Boxmeer en/of te Gennep en/of te Elst, gemeente Overbetuwe,
in elk geval in de gemeente Overbetuwe en/of te Wijchen en/of te Oss en/of
elders in Nederland, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een
ander of anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk van
wederrechtelijke toe-eigening (middels een aantal (bank/geldautomaten) van een
bankrekening met nummer [rekeningnummer] ten name van [benadeelde] heeft
weggenomen
een aantal geldbedragen, totaal ongeveer voor 10.000,-- euro (zgn pinbedragen)
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde]
en/of ABN Amrobank, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte
en/of haar medeverdachte(n), waarbij verdachte en/of verdachtes mededader(s)
zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg
te nemen goed(eren) onder haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel
van een valse sleutel ((te weten door telkens met een (gestolen/onrechtmatig
verkregen) bankpas behorende bij (abn amro) bank rekening [rekeningnummer] ten
name van [benadeelde] en/of het intoetsen van de bijbehorende pincode bij
een aantal geldautomaten voormelde geldbedragen te pinnen en/of die
geldbedragen uit die geldautomaten weg te nemen/middels die geldautomaten van
die bankrekening op te nemen));
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling leidt:
zij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de maand februari 2010, te
Malden, gemeente Heumen in elk geval in de gemeente Heumen en/of in de
gemeente Oss en/of te Cuijk en/of te Beuningen en/of te Arnhem en/of te
Nijmegen en/of te Boxmeer en/of te Gennep en/of te Elst, gemeente Overbetuwe,
in elk geval in de gemeente Overbetuwe en/of te Wijchen en/of elders in
Nederland, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of
anderen, althans alleen, een aantal voorwerpen, te weten
-een aantal (van een bankrekening van [benadeelde]) gepinde geldbedragen,
totaal voor ongeveer 10.000,-- euro, welke geldbedragen werden weggenomen door
het zogenaamd pinnen bij diverse (bank)geldautomaten van voormelde
geldbedragen van een bankrekening ([rekeningnummer]) van [benadeelde] met
behulp van een wederrechterlijk verkregen /van die [benadeelde] gestolen bankpas
en/of bij behorende pincode en/of
-goederen en/of diensten gekocht van een aantal (van een bankrekening van
[benadeelde]) gepinde geldbedragen, totaal voor ongeveer 10.000,-- euro,
welke geldbedragen werden weggenomen door het zogenaamd pinnen bij diverse
(bank)geldautomaten van voormelde geldbedragen van een bankrekening
([rekeningnummer]) van [benadeelde] met behulp van een wederrechterlijk
verkregen /van die [benadeelde] gestolen bankpas en/of bij behorende pincode, heeft
verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen en/of omgezet en/of van
een aantal voorwerpen, te weten
-een aantal (van een bankrekening van [benadeelde]) gepinde geldbedragen,
totaal voor ongeveer 10.000,-- euro, welke geldbedragen werden weggenomen door
het zogenaamd pinnen bij diverse (bank)geldautomaten van voormelde
geldbedragen van een bankrekening ([rekeningnummer]) van [benadeelde] met
behulp van een wederrechterlijk verkregen /van die [benadeelde] gestolen bankpas
en/of bij behorende pincode en/of
-goederen en/of diensten gekocht van een aantal (van een bankrekening van
[benadeelde]) gepinde geldbedragen, totaal voor ongeveer 10.000,-- euro,
welke geldbedragen werden weggenomen door het zogenaamd pinnen bij diverse
(bank)geldautomaten van voormelde geldbedragen van een bankrekening
([rekeningnummer]) van [benadeelde] met behulp van een wederrechterlijk
verkregen /van die [benadeelde] gestolen bankpas en/of bij behorende pincode,
gebruik heeft gemaakt, terwijl zij wist(en) althans redelijkerwijs moesten
vermoeden dat bovenomschreven voorwerpen - onmiddellijk of middellijk -
afkomstig waren/was uit enig misdrijf;
art 420bis lid 1 ahf/ond b Wetboek van Strafrecht
2.
zij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de maand februari 2010 te
Malden, gemeente Heumen, in elk geval in de gemeente Heumen en/of Oss en/of te
Wijchen en/of te Nijmegen en/of te Arnhem en/of te Katwijk en/of te Cuijk
en/of elders in Nederland, althans in Nederland tezamen en in vereniging met
een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk van
wederrechtelijke toe-eigening van een (abnambro) bankrekening met nummer
[rekeningnummer] ten name van [benadeelde] heeft weggenomen een aantal
geldbedragen, middels een aantal betaalautomaten te weten
- een betaalautomaat van/bij [naam] een geldbedrag van (ongeveer)
184,85 euro en/of
- een betaalautomaat van/bij [naam] een geldbedrag van (ongeveer)
139,95 euro en/of
- een betaalautomaat van/bij Phone House Oss, een geldbedrag van (ongeveer)
292,42 euro en/of
-een betaalautomaat van/bij de Vrije Markt Cuijk /Katwijk een geldbedrag van
(ongeveer) 505,00 euro en/of
- een geldautomaat van/bij de Vrije Markt Cuijk/Katwijk een geldbedrag van
(ongeveer) 1505,00 euro en/of
- een betaalautomaat van/bij de Vrije Markt Cuijk een geldbedrag van
(ongeveer) 1705,00 euro en/of een of meer andere bedragen, in elk geval enig
goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde] en/of ABN Amrobank,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte
en/of diens medeverdachten zich de toegang tot de plaats des misdrijfs
heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder haar/hun
bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel ((te weten door
bij een aantal winkels (te weten [naam] en/of The Phone House)
en/of op/via de vrije markt voor voormelde bedragen goederen te kopen en/of
(vervolgens) die goederen te betalen/pinnen/chippen middels een
betaalautomaat, met een onrechtmatig verkregen/ van [benadeelde] gestolen
(abn Amro) bankpas behorende bij rekeningnummer [rekeningnummer] en/of middels
het intoetsen van de daarbij behorende pincode));
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
althans, indien het vorenstaande onder 2 niet tot een veroordeling leidt:
zij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de maand februari 2010, te
Malden, gemeente Heumen, in elk geval in de gemeente Heumen en/of te Oss en/of
te Wijchen en/of te Nijmegen en/of te Arnhem en/of te Katwijk en/of te Cuijck
en/of elders in Nederland, althans in Nederland, een aantal voorwerpen:
- een aantal goederen gekocht bij [naam] in [vestigingsplaats] voor een
geldbedrag van (ongeveer) 184,85 euro en/of
- een aantal goederen gekocht bij [naam] in [vestigingsplaats] voor een
geldbedrag van (ongeveer) 139,95 euro en/of
- een aantal goederen gekocht bij de Phonehouse in Oss voor een geldbedrag van
(ongeveer) 292,42 euro en/of
- een aantal goederen gekocht bij de Vrije Markt in Cuijk/Katwijk voor een
geldbedragen van (ongeveer) 505,00 euro en/of 1505,-- euro en/of 1705,-- euro
(welke voormelde goederen werden betaald op voormelde locaties middels een
betaalautomaat met een wederrechterlijk verkregen pinpas en/of pincode
toebehorende aan [benadeelde]), heeft verworven, voorhanden heeft gehad,
heeft overgedragen en/of omgezet, en/of
van een aantal voorwerpen , te weten
- een aantal goederen gekocht bij [naam] in [vestigingsplaats] voor een
geldbedrag van (ongeveer) 184,85 euro en/of
- een aantal goederen gekocht bij [naam] in [vestigingsplaats] voor een
geldbedrag van (ongeveer) 139,95 euro en/of
- een aantal goederen gekocht bij de Phonehouse in Oss voor een geldbedrag van
(ongeveer) 292,42 euro en/of
- een aantal goederen gekocht bij de Vrije Markt in Cuijk/Katwijk voor een
geldbedragen van (ongeveer) 505,00 euro en/of 1505,-- euro en/of 1705,-- euro
(welke voormelde goederen werden betaald op voormelde locaties middels een
betaalautomaat met een wederrechterlijk verkregen pinpas en/of pincode
toebehorende aan [benadeelde]), gebruik heeft gemaakt, terwijl zij
wist(en), althans redelijkerwijs moesten vermoeden dat bovenomschreven
voorwerpen - onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren/was uit enig
misdrijf;
art 420bis lid 1 ahf/ond b Wetboek van Strafrecht
3.
zij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van de maand
februari 2010 te Malden, gemeente Heumen, in elk geval in de gemeente Heumen
en/of te Cuijk en/of te Nijmegen en/of te Arnhem en/of elders in Nederland,
althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
althans alleen, (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening
heeft weggenomen een aantal geldbedragen (zogenaamde chipbedragen), totaal
ongeveer een geldbedrag van 1679,-- euro (middels zogenaamde
chipoplaadpunten/chipoplaadautomaten) van een bankrekening ten name van
[benadeelde] en/of met nummer [rekeningnummer], in elk geval enig goed, geheel
of ten dele toebehorende aan [benadeelde] en/of ABN Amrobank, in elk geval
aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of haar mededader(s), waarbij
verdachte en/of haar mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs
heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder haar/hun
bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel ((te weten
verdachte en/of verdachtes mededader(s) met een wederrechtelijk verkregen/ van
[benadeelde] gestolen bankpas en/of bijbehorende pincode naar (een)
zogenaamd(e) chipoplaadpunt(en)/chipautomaten is/zijn gegaan en/of
(vervolgens) een of meer voormelde geldbedragen heeft/hebben overgeschreven
van voormelde bankrekening naar het chiptegoed van voormelde (wederrechtelijk
verkregen/gestolen) bankpas en/of waardoor verdachte en/of verdachtes
mededader(s) de beschikking over die geldbedragen kregen en/of (vervolgens)
die geldbedragen/die chiptegoeden ten eigen nutte en/of dat van verdachtes
mededader(s) heeft/hebben besteed));
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
althans, indien het vorenstaande onder 3 niet tot een veroordeling leidt:
zij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de maand februari 2010, te
Malden, gemeente Heumen in elk geval in de gemeente Heumen en/of te Cuijk
en/of te Nijmegen en/of te Arnhem en/of elders in Nederland, althans in
Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
een aantal voorwerpen, te weten
-een aantal zogenaamd gechipte geldbedragen, totaal voor ongeveer 1679,--
euro, welke bedragen middels een van [benadeelde] gestolen bankpas en/of
bijbehorende pincode werden overgeschreven van de bankrekening van [benadeelde] ([rekeningnummer]) naar het zogenaamde chiptegoed van die gestolen
bankpas, welke pas als gevolg van diefstal van [benadeelde] in bezit van
verdachte en/of verdachtes mededader(s) was en/of verdachte en/of verdachtes
mededader(s) (vervolgens) over deze chiptegoeden konden beschikken en/of welke
voormelde chiptegoeden (vervolgens) werden gebruikt om goederen en/of diensten
te betalen en/of
-goederen betaald van een aantal zogenaamd gechipte geldbedragen, totaal voor
ongeveer 1679,-- euro, welke bedragen middels een van [benadeelde]
gestolen bankpas en/of bijbehorende pincode werden overgeschreven van de
bankrekening van [benadeelde] ([rekeningnummer]) naar het zogenaamde
chiptegoed van die gestolen bankpas, welke pas als gevolg van diefstal van
[benadeelde] in bezit van verdachte en/of verdachtes mededader(s) was
en/of (vervolgens) waardoor verdachte en/of verdachtes mededader(s) over deze
chiptegoeden konden beschikken en/of welke voormelde chiptegoeden (vervolgens)
werden gebruikt om goederen en/of diensten te betalen, heeft verworven,
voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen en/of omgezet en/of van een aantal
voorwerpen, te weten
-een aantal zogenaamd gechipte geldbedragen, totaal voor ongeveer 1679,--
euro, welke bedragen middels een van [benadeelde] gestolen bankpas en/of
bijbehorende pincode werden overgeschreven van de bankrekening van [benadeelde] ([rekeningnummer]) naar het zogenaamde chiptegoed van die gestolen
bankpas, welke pas als gevolg van diefstal van [benadeelde] in bezit van
verdachte en/of verdachtes mededader(s) was en/of verdachte en/of verdaches
mededader(s) (vervolgens) over deze chiptegoeden konden beschikken en/of welke
voormelde chiptegoeden (vervolgens) werden gebruikt om goederen en/of diensten
te betalen en/of
-goederen betaald van een aantal zogenaamd gechipte geldbedragen, totaal voor
ongeveer 1679,-- euro, welke bedragen middels een van [benadeelde]
gestolen bankpas en/of bijbehorende pincode werden overgeschreven van de
bankrekening van [benadeelde] ([rekeningnummer]) naar het zogenaamde
chiptegoed van die gestolen bankpas, welke pas als gevolg van diefstal van
[benadeelde] in bezit van verdachte en/of verdachtes mededader(s) was
en/of (vervolgens) waardoor verdachte en/of verdachtes mededader(s) over deze
chiptegoeden konden beschikken en/of welke voormelde chiptegoeden (vervolgens)
werden gebruikt om goederen en/of diensten te betalen, gebruik heeft gemaakt,
terwijl zij wist(en) althans redelijkerwijs moesten vermoeden dat
bovenomschreven voorwerpen - onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren/was
uit enig misdrijf;
art 420bis lid 1 ahf/ond b Wetboek van Strafrecht