ECLI:NL:RBONE:2013:BZ6271
Rechtbank Oost-Nederland
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Vordering inzage in medisch dossier en doorbreking geheimhoudingsplicht
In deze zaak vorderen eisers, de zonen van een overleden vader, inzage in de medische dossiers van hun vader, die van januari 2005 tot en met 3 januari 2011 in een verpleeghuis verbleef. De eisers stellen dat zij deze informatie nodig hebben om de rechtsgeldigheid van het testament van hun vader aan te vechten, omdat zij menen dat hij ten tijde van het opstellen van het testament niet volledig compos mentis was. De gedaagde, een zorginstelling, heeft geweigerd om de dossiers te verstrekken, met als argument dat de geheimhoudingsplicht van toepassing is en dat er geen toestemming van de overledene is gegeven voor inzage.
De voorzieningenrechter oordeelt dat er zwaarwegende belangen zijn die de geheimhoudingsplicht kunnen doorbreken. Artikel 7:457 van het Burgerlijk Wetboek stelt dat een hulpverlener geen inlichtingen over de patiënt mag verstrekken zonder toestemming van de patiënt, maar er is geen expliciete regeling voor het verstrekken van informatie na het overlijden van de patiënt. De rechter erkent dat er situaties zijn waarin nabestaanden recht hebben op inzage in medische dossiers, vooral als dit noodzakelijk is om de rechtsgeldigheid van een testament aan te vechten.
De voorzieningenrechter concludeert dat de eisers voldoende zwaarwegende aanwijzingen hebben gepresenteerd die de doorbreking van de geheimhoudingsplicht rechtvaardigen. De rechter beveelt de gedaagde om binnen veertien dagen een afschrift van de medische dossiers aan de medisch adviseur van de eisers te verstrekken, met een dwangsom van € 100 per dag bij niet-naleving, tot een maximum van € 5.000. Tevens worden de proceskosten aan de zijde van de eisers begroot op € 900,82. Dit vonnis is uitgesproken op 28 maart 2013 in Almelo.