ECLI:NL:RBONE:2013:BZ6262

Rechtbank Oost-Nederland

Datum uitspraak
29 maart 2013
Publicatiedatum
22 juni 2013
Zaaknummer
C/08/136371 / KG ZA 13-66
Instantie
Rechtbank Oost-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • W.K.F. Hangelbroek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Executiegeschil over teruggave van een Audi na verstekvonnis

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Oost-Nederland, is een kort geding aan de orde waarin eiseres, een besloten vennootschap, vordert om de executie van een verstekvonnis te schorsen. Dit verstekvonnis, gewezen op 6 februari 2013, verplichtte gedaagde, Autohaus Wernigerode GmbH, om een Audi Q7 terug te geven aan eiseres. Eiseres heeft verzet ingesteld tegen dit verstekvonnis en stelt dat de executie haar schade zal toebrengen, vooral als haar handelsvoorraad door beslag wordt getroffen.

De zitting vond plaats op 27 maart 2013, waar beide partijen vertegenwoordigd waren door hun advocaten. Eiseres vorderde schorsing van de executie tot er in de verzetprocedure een uitspraak is gedaan. De voorzieningenrechter overweegt dat in een executiegeschil de schorsing van een vonnis alleen kan plaatsvinden als er sprake is van een juridische of feitelijke misslag, of als er nieuwe feiten zijn die een noodtoestand voor de geëxecuteerde kunnen veroorzaken.

De voorzieningenrechter concludeert dat er geen gronden zijn voor schorsing van de executie. De niet-verschijning van gedaagde bij de eerdere zitting kan niet volledig aan haar worden toegerekend, maar er zijn geen omstandigheden die een schorsing rechtvaardigen. De vordering van eiseres wordt afgewezen, en zij wordt veroordeeld in de proceskosten. De uitspraak is gedaan door voorzieningenrechter W.K.F. Hangelbroek en is openbaar uitgesproken op 29 maart 2013.

Uitspraak

RECHTBANK OOST-NEDERLAND
Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Almelo
zaaknummer: C/08/136371 / KG ZA 13-66
datum vonnis: 29 maart 2013
Vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Oost-Nederland, rechtdoende in kort geding, in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[EISERES],
gevestigd te [plaats],
eiseres,
verder te noemen [eiseres],
advocaat: mr. R. Kroon te Almelo,
tegen
de vennootschap naar buitenlands recht
AUTOHAUS WERNIGERODE GMBH,
gevestigd te Wernigerode,
gedaagde,
verder te noemen Autohaus,
advocaat: mr. R.J. Leijssen te Enschede.
1. Het procesverloop
1.1 [Eiseres] heeft gevorderd als vermeld in de dagvaarding.
1.2. De zaak is behandeld ter terechtzitting van 27 maart 2013. Ter zitting zijn verschenen:
- [eiseres] heeft zich laten vertegenwoordigen door de heer [W], vergezeld door mr. R. Kroon;
- Autohaus heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. R.J. Leijssen.
1.3. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. Op 6 februari 2013 heeft de rechtbank Oost-Nederland, zittingsplaats Almelo, in de procedure met zaaknummer C/08/131095/ HA ZA 12-299 verstekvonnis gewezen tussen Autohaus als eiseres en [eiseres] als gedaagde. Bij dat vonnis heeft de rechtbank, voor zover thans relevant, het volgende beslist:
“3.1. veroordeelt gedaagde om binnen zeven dagen na betekening van het vonnis, de auto, merk Audi, type Q7, chassisnummer WAUZZZ4LXAD000195 aan eiseres terug te geven,
3.2. veroordeelt gedaagde - indien zij niet binnen een termijn van zeven dagen na betekening van dit vonnis, de onder 3.1. genoemde Audi heeft teruggegeven - het bedrag van
€ 74.500,00 aan eiseres te betalen, vermeerderd met de wettelijke handelsrente hierover vanaf 31 augustus 2010 tot de dag der algehele voldoening,
(…)
3.5. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
(…).”
2.2. Het verstekvonnis is op 6 maart 2013 betekend aan [eiseres].
2.3. Bij brief van 20 maart 2013 is de executie door de deurwaarder aangezegd.
2.4. [Eiseres] heeft verzet ingesteld tegen het verstekvonnis.
3. Het geschil
3.1. [Eiseres] vordert - samengevat weergeven - bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, de uitvoerbaarheid bij voorraad van het verstekvonnis te schorsen, tot dat in de verzetprocedure een vonnis is gewezen, dan wel in het in die procedure opgeworpen incident ex artikel 235 Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) is beslist, zulks op straffe van een dwangsom van
€ 100.000,--, althans een dwangsom door de voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen, indien Autohaus toch overgaat tot executie van het verstekvonnis, met veroordeling van Autohaus in de kosten van het geding.
3.2. Autohaus heeft gemotiveerd verweer gevoerd.
3.3. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
4.1. Het spoedeisend belang van [eiseres] vloeit in voldoende mate voort uit haar stellingen.
4.2 In een executiegeschil kan de voorzieningenrechter de tenuitvoerlegging van een vonnis slechts schorsen, indien hij van oordeel is dat de executant mede gelet op de belangen aan de zijde van de geëxecuteerde die door de executie zullen worden geschaad - geen in redelijkheid te respecteren belang heeft bij gebruikmaking van zijn bevoegdheid tot tenuitvoerlegging over te gaan. Dat zal het geval kunnen zijn indien het te executeren vonnis klaarblijkelijk op een juridische of feitelijke misslag berust of indien de tenuitvoerlegging op grond van na dit vonnis voorgevallen of aan het licht gekomen feiten klaarblijkelijk aan de zijde van de geëxecuteerde een noodtoestand zal doen ontstaan, waardoor een onverwijlde tenuitvoerlegging niet kan worden aanvaard (HR 22 april 1983, NJ 1984, 145).
4.3. In het onderhavige geval speelt een rol dat het een verstekvonnis betreft. Het daarin neergelegde oordeel berust derhalve niet op gevoerd debat en op een op grond daarvan afgewogen oordeel. Gelet op deze aard van een verstekvonnis zou een grond voor schorsing van een dergelijk vonnis daarin kunnen bestaan dat de niet-verschijning van gedaagde en daarmee het niet gevoerd hebben van een mogelijk gegrond verweer niet, of niet ten volle, aan de veroordeelde kan worden toegerekend. Van dergelijke omstandigheden is de voorzieningenrechter niet gebleken. Daarbij neemt de voorzieningenrechter in aanmerking dat, zoals ook namens [eiseres] ter zitting is erkend, het niet (tijdig) wijzigen van haar gegevens bij de Kamer van Koophandel voor rekening en risico van [eiseres] komt.
4.4. Ook anderszins is niet gebleken van een grond voor schorsing van de executie van het bestreden verstekvonnis, zoals een feitelijke of juridische misslag dan wel een noodtoestand door nieuwe feiten en omstandigheden. Voor zover [eiseres] met haar stelling dat een executie voor haar schade met zich zal brengen, met name indien haar handelsvoorraad door beslag wordt getroffen en executoriaal wordt verkocht, aanvoert dat er een noodtoestand zal ontstaan, acht de voorzieningenrechter deze stelling onvoldoende onderbouwd.
4.5. Op grond van het voorgaande zal de vordering van [eiseres] worden afgewezen.
4.6. [Eiseres] zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van dit geding.
De beslissing
De voorzieningenrechter:
I. Wijst de vordering van [eiseres] af.
II. Veroordeelt [eiseres] in de kosten van dit geding, tot op deze uitspraak aan de zijde van Autohaus begroot op € 589,-- aan verschotten en € 527,-- aan salaris van de advocaat.
III. Verklaart dit vonnis wat betreft de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen te Almelo door mr. W.K.F. Hangelbroek, voorzieningenrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 29 maart 2013, in tegenwoordigheid van de griffier.