ECLI:NL:RBONE:2013:BZ5731
Rechtbank Oost-Nederland
- Eerste aanleg - meervoudig
- G.H. Meijer
- H.H.J. Harmeijer
- M. Aksu
- Rechtspraak.nl
Schennis van de eerbaarheid in de gemeente Zwolle
In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Oost-Nederland op 25 maart 2013, is de verdachte beschuldigd van schennis van de eerbaarheid. De tenlastelegging houdt in dat de verdachte op of omstreeks 12 mei 2012 in de gemeente Zwolle zich opzettelijk oneerbaar heeft getoond op een plaats die voor het openbaar verkeer bestemd is, met ontbloot geslachtsdeel. Tijdens de zitting op 11 maart 2013 was de verdachte niet aanwezig, maar de officier van justitie, mr. R.M. van Nes, was wel aanwezig en heeft de veroordeling van de verdachte gevorderd.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om de zaak te behandelen. De verdachte heeft de beschuldigingen erkend, wat leidde tot een bekennende verklaring. De rechtbank heeft de bewijsmiddelen opgesomd die tot de bewezenverklaring hebben geleid. De rechtbank oordeelde dat het bewezen verklaarde feit strafbaar is volgens de wet en dat er geen feiten of omstandigheden zijn die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten.
De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 40 uren, met de mogelijkheid dat deze wordt omgezet in 20 dagen hechtenis als de taakstraf niet naar behoren wordt verricht. Daarnaast is er een voorwaardelijke gevangenisstraf van 2 weken opgelegd met een proeftijd van 2 jaren. De rechtbank heeft geoordeeld dat het gedrag van de verdachte op een openbare plaats niet getolereerd kan worden, vooral gezien de omstandigheden waaronder het feit heeft plaatsgevonden. De verdachte had zich uit frustratie over zijn situatie in de opvang voor dak- en thuislozen zo gedragen, maar de rechtbank achtte een werkstraf passend, gezien het feit dat hij niet eerder voor soortgelijke feiten was veroordeeld.