ECLI:NL:RBONE:2013:BZ3554
Rechtbank Oost-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Hoorplicht in WOZ-procedure en de locatie van de hoorzitting
In deze zaak heeft eiser, wonende te Bathmen, beroep ingesteld tegen de beslissing van de ambtenaar belast met de heffing van gemeentelijke belastingen Deventer, die de waarde van de onroerende zaak te hoog heeft vastgesteld. Eiser stelde dat de hoorplicht was geschonden omdat de hoorzitting gelijktijdig met de inpandige opname ter plaatse van de onroerende zaak plaatsvond, terwijl de gemachtigde van eiser had aangegeven dat zij op het gemeentehuis gehoord wilde worden. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de hoorplicht niet was geschonden. De rechtbank benadrukte dat het aan verweerder is om het tijdstip en de locatie van de hoorzitting te bepalen, mits dit redelijk is. In dit geval was de keuze van verweerder om de hoorzitting op locatie te houden niet onredelijk, gezien de omstandigheden en de mogelijkheid voor de gemachtigde om voorafgaand aan de hoorzitting een concept uitspraak op bezwaar te ontvangen. De rechtbank concludeerde dat eiser voldoende gelegenheid had gehad om gehoord te worden en dat de gemaakte bezwaren van de gemachtigde niet voldoende waren om de keuze van verweerder te weerleggen. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en oordeelde dat er geen termen waren voor een proceskostenveroordeling.